Het geloof van de moslim
Alle lof behoort aan Allah.
Inhoudsopgave
- Voorwoord van de vertaler (degene die het heeft vertaald van Arabisch naar Engels)
- Voorwoord van Shaikh Ibn Baz's.
- Inleiding van de auteur.
Hoofdstuk I
- Geloof in Allah's Heerschappij, Eenheid en Eigenschappen.
- Allah's Wil: universeel en wettig.
- Meer van Allah's Eigenschappen.
- Het beschrijven van Allah door Zijn Openbaring.
Hoofdstuk II
- Oorsprong van Zijn eigenschappen
- De Qur'an en Soenna zijn vrij van tegenstrijdigheden.
4
Hoofdstuk III
- De functie van de Engelen
Hoofdstuk IV
- Geloof in Allah's Boeken
- Boekenkennis.
- De Qur'an is beschermd tegen veranderingen.
- Vroegere geschriften zijn veranderd.
Hoofdstuk V
- Geloof in de Boodschappers.
- Boodschappers zijn menselijke wezens.
- Islam: De Algemene en Laatste Boodschap
- De Profeet en zijn metgezellen.
5
Hoofdstuk VI
- Geloven in de Engelen.
- Geloven in de Optekening en Weegschalen.
- Geloven in de Wederopstanding.
- Geloven in de tussenkomst van de Profeet.
- Het Rechte Pad.
- Geloven in het Paradijs en de Hel.
- Geloven wat er gebeurd in het Graf.
Hoofdstuk VII
- Geloof in het Lot en het Goddelijke Besluit.
- Niveaus van Geloof en het Lot.
- Menselijke vrije wil.
- Het Lot is geen excuus voor zondaren.
- Het kwaad is niet toeschrijfbaar aan Allah.
6
Hoofdstuk VIII
- De kracht van het geloven in Allah,
- De kracht van het geloven in de Engelen.
- De kracht van het geloven in de Boeken.
- De kracht van het geloven in de Boodschappers.
- De kracht van het geloven in de Dag der Berechting.
- De kracht van het geloven in het Lot.
7
Voorwoord van de vertaler
Ik vind deze verhandeling van het Moslimgeloof een beknopte en bruikbare presentatie over een erg belangrijk onderwerp. De noodzaak van deze verhandeling -speciaal voor de niet-Arabisch sprekende lezers- kan niet worden overschat. Daarom besloot ik het te vertalen en het acceptabel te maken voor de Nederlandstalige (hier stond Engelstalige) lezer.
Ik zou aandacht van de lezers willen vragen voor de volgende punten:
1) Ik gaf het boek de titel ‘HET MOSLIM GELOOF’ i.p.v. de titel van de auteur: 'AGIDAT AHL AS SUNNA WAL-JAMA'AH welke vertaald wordt als "het geloof van de mensen van de Soenna en de Meerderheid." Ik denk dat mijn voorkeur juist is vanwege:
a) De titel die ik gekozen heb is korter.
b) De twee titels betekenen bijna hetzelfde.
c) De originele titel bevat een paar technische termen die niet alleen moeilijk te vertalen zijn, maar ook door vele lezers moeilijk te begrijpen zijn.
d) De originele titel kan sommige lezers, die verkeerd ingelicht zijn over de ware bestemming van de woorden in de originele titel tegenwerken.
2) Ik verschaf na elk Qur'anvers de nummers van de hoofdstukken en verzen tussen haakjes; deze zijn aangehaald door de auteur zonder het geven van hun geschikte weergave. Dit acht ik
8
bruikbaar voor de lezers die de Qur'an niet uit het hoofd kennen en deze verzen willen nakijken.
3) Omdat de auteur in de meeste gevallen sommige Profetische overleveringen aanhaalde of omschreef zonder een verwijzing aan de lezers probeerde ik, wanneer ik deze kon herkennen, hen tussen haakjes te plaatsen als een citaat. In de meeste gevallen beperkte ik mijzelf tot de Bukhari en Moslim collectie wanneer de zegswijzen hen aanhaalde. Als het niet in deze twee collecties was, noem ik een van de andere twee collecties wat de omschrijving bevat.
4) Ik verschaf de rangschikking van de tekst in hoofdstukken en hoofdlijnen om het lezen en het begrijpen te vergemakkelijken. Ook verschaf ik een inhoudsopgave om het raadplegen te vergemakkelijken.
5) In de Qur'anvertaling -aangehaald in deze verhandeling- volgde ik niet een specifieke vertaling van de Qur'an. Ik gebruikte er meer dan één, maar volgde mijn eigen voorkeur.
Het is mijn oprechte wens en hoop, dat dit boek een grote hulp zal zijn voor diegenen die het raadplegen. Gelieve in uw gebeden al diegenen te vermelden die hebben bijgedragen tot de huidige vorm van dit boek.M.J.
9
Inleiding door Sheikh 'Ab al-Aziz Ibn Baz
In de naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle.
Lofprijzingen behoren toe aan Allah alleen: vrede en zegeningen voor de laatste Profeet, zijn familie en zijn metgezellen.
Ik maakte kennis met de waardevolle en beknopte verhandeling over het Moslim geloof, gemaakt door onze broeder, de grote geleerde, Sheikh Muhammad as-Saleh al-Uthaimin. Ik luisterde naar alles en vond dat dit het hele geloof van de Sunieten en de hoofdlijnen van de meerderheid van de Moslims bevat op het gebied van de Eenheid van Allah, Zijn Eigenschappen, het geloof in de Engelen, de Boeken, de Dag der Berechting, de Boodschappers, het geloof van het Lot en het Goddelijk besluit. Hij is erin geslaagd te verzamelen wat de zoeker naar kennis en elke Moslim nodig heeft in zijn geloof in Allah, Zijn Engelen, Zijn Geschriften, Zijn Boodschappers, de Dag der Berechting en het Lot. Hij heeft in zijn verhandeling nuttige informatie opgenomen m.b.t. het Moslimgeloof, wat niet direct beschikbaar is in veel van de boeken die zijn geschreven over deze onderwerpen. Moge Allah de auteur belonen, hem doen groeien in kennis begeleiding en moge Allah, de Horende en de Nauwkeurige, ons, hem en al onze broeders en zusters zegenen en ons laten zijn temidden van hen die leiden en rechtgeleidt zijn, om mensen op te roepen tot Allah, met de ware kennis.
Gedicteerd door 'Abd al-Aziz ibn Baz. Moge Allah hem vergeven en vrede en zegeningen voor onze Profeet Muhammad, zijn familie en zijn metgezellen.
10
Inleiding van de Auteur
In de naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle.
Lofprijzingen aan de Heer van het Universum, Die de beste beloning aan de godvrezende geeft en het grote verlies aan de zondaar. Ik getuig dat er geen God is behalve Allah; Hij heeft geen deelgenoot en bezit de werkelijke Soevereiniteit. Ik getuig dat Muhammad Zijn dienaar en Boodschapper is; de Bezegeling van de Profeten en de leider van de godvrezende. Moge Allah hem, zijn familie, zijn metgezellen en zij die hem volgen zegenen tot aan de Dag der Berechting.
Allah heeft Zijn Boodschapper, Muhammad, vrede zij met hem, gezonden met de ware leiding en ware religie, als zegen aan de mensheid, een model voor hen die goed doen en Allah’s argument tegen de mensheid. Door Muhammad en wat aan hem was Geopenbaard, n.l. de Qur'an en de Profetische zegswijzen, toonde Allah de mensen alle betekenissen van zelfhervorming en het in orde brengen van hun religieuze en wereldse zaken met goede overtuigingen, juist gedrag, een fijne moraal, en lovenswaardige manieren.
De Profeet (vrede zij met hem) "Liet zijn volgelingen achter op een duidelijk en recht pad, alleen de gedoemden zullen ervan afwijken." (Ibn Majah & Achmad). Zijn volgelingen, de metgezellen, hun volgelingen en zij die hen nauwgezet volgden zijn de besten van de mensheid. Zij vestigden zijn wet, zij handhaven zijn handelswijze en houden zich eraan vast als een geloof en praktijk, een moraal en manier. Hiedoor worden "Zij beschouwd als de winnende partij op het Rechte pad, ongedeerd
11
door degenen die tegen hen zijn tot aan het einde van de wereld." (Bukhari & Moslim).
Dankzij Allah, volgen wij hun voetsporen en worden we geleid door de voorbeelden die worden ondersteund door de Qur'an en de profetische tradities.
Wij vertellen dit alleen als een aankondiging van Allah's zegeningen en ter verduidelijking van wat elke Moslim zou moeten geloven. Wij bidden tot Allah dat Hij ons en onze broeders op het Rechte Pad houdt, in dit leven en in het Hiernamaals en dat Hij ons genade mag geven, Hij is de Gever.
Het is vanwege het belang van dit onderwerp en de geschillen hierover, dat ik ons geloof in het kort wilde uitleggen,- Het geloof van de Sunnieten dat van het grootste deel van de Moslims (Ahl as-Soenna wal-Ljama'ah). Dit geloof is het geloven in Allah, Zijn Engelen, Zijn Boeken, Zijn Boodschappers, de Dag der Berechting en het Noodlot, hetzij goed of slecht. Ik bidt tot Allah, dat deze oprechte poging omwille Hem te aanvaarden, in overeenstemming met Zijn wens, bruikbaar zal zijn voor Zijn volk.
M.S.U
12
Hoofdstuk I
Ons geloof:
Ons geloof is het geloven in Allah, Zijn Engelen, Zijn Boeken, zijn Boodschappers, de Dag der Berechting en het Lot, of het nu goed is of slecht.
Geloof in Allah's Heerschappij, Eenheid en Eigenschappen:
- Wij geloven in Allah's Goddelijkheid en dat Hij de Heer is, de Schepper, de Oppermachtige en de Bestuurder van alle aangelegenheden.
- Wij geloven in Allah's Godheid, dat Hij de ware God is en dat elke andere godheid vals is.
- Wij geloven in Zijn Namen en Eigenschappen, dat Hij de meest prachtige namen en voortreffelijke, perfecte Eigenschappen heeft.
- Wij geloven in Zijn Eenheid; dat Hij geen deelgenoot in Zijn goddelijkheid, Godheid, Zijn Namen, of Eigenschappen heeft. Allah zegt in de Qur'an: "Hij is de Heer van de Hemelen en van de Aarde en wat ertussen is, aanbidt Hem daarom en wees geduldig in het aanbidden van Hem. ken jij iemand die aan Hem gelijkwaardig is?” (19:65)
13
Wij geloven: “ dat er geen andere God is dan Hij, de Levende, de Zelfstandige. Hem overkomt sluimer nog slaap. Aan Hem behoort wat in de Hemelen is en op de Aarde. Wie is Hij, die voorspraak doet bij Hem, tenzij met Zijn verlof? Hij kent wat vóór hen is en wat achter hen is, terwijl zij niets van Zijn kennis bevatten, tenzij wat Allah wil. Zijn Zetel strekt zich uit over de hemelen en de aarde en het waken over beide vermoeit Hem niet. En Hij is de Verhevene en de Grote." (2:255)
- Wij geloven: “dat Hij Allah is, buiten Wie geen andere God is. Hij is de Kenner van het onwaarneembare en het waarneembare. Hij is de Barmhartige Erbarmer. Degene naast Wie er geen god is dan Hij. Hij, de Heerser, de Heilige, de Schenker van veiligheid, de Vertrouwende, de Beschermer, de Almachtige, de Onweerstaanbare Onderwerper, de Trotse. Heilig is Hij boven wat zij Hem toekennen. Hij is Allah, de Schepper, de Voortbrenger, de Vormer, aan Hem behoren de Schone Namen. Wat er in de hemelen en op de aarde is prijst Zijn Glorie. En Hij is de Almachtige, de Alwijze." (59:22-24)
- Wij geloven: “ aan Hem behoort het koninkrijk der Hemelen en der Aarde. Hij schept wat Hij wil; Hij Schenkt aan wie Hij wil vrouwelijk kroost en Hij Schenkt aan wie Hij wil mannelijk kroost. Of Hij paart aan hen mannelijke en vrouwelijke kinderen, en maakt wie Hij wil onvruchtbaar. Hij is de Wetende en Almachtige." (42:49-50)
- Wij geloven: "Geen ding is er aan Hem gelijk; Hij is de Horende, de Ziende. Aan Hem behoren de sleutelen der Hemelen en der Aarde; Hij geeft ruim levensonderhoud aan wie Hij wil en meet het toe. Hij is omtrent alle dingen wetend." (42:11-12)
14
-Wij geloven dat: “Er is geen levend wezen op aarde, of aan Allah is het onderhoud daarvan. En Hij kent de verblijfplaats en de bewaarplaats ervan. Alles is vastgelegd in een duidelijk Boek. (11:6)
- Wij geloven: "Bij Hem zijn de sleutelen van de verborgenheid; geen kent haar dan Hij. En Hij kent wat op het land is en in de zee. En er valt geen blad of Hij kent het en er is geen graankorrel in de duisternissen der aarde, noch iets vochtigs, noch iets droogs, of het is in een duidelijk Boek." (6:59)
- Wij geloven: "Voorwaar, Allah beschikt over de kennis van het Uur, en Hij zendt de regen neer, en Hij kent wat zich in de schoten bevindt. En niemand weet wat Hij morgen zal doen. En niemand weet op welke grond Hij zal sterven. Voorwaar Allah is van alles op de hoogte, Alwetend" (31:34).
- Wij geloven dat Allah zegt wat Hem behaagt: "En wij riepen hem toe van de rechterzijde van de Berg (Sinaï), en lieten hem Ons nabij komen in vertrouwelijkheid." (19:52) "En Allah hield toespraak tot Musa." (4:164). "En toen Musa op Onze gezette tijd kwam en Zijn Heer tot hem sprak." (7:143)
- Wij geloven: "Zeg: zo de zee inkt ware voor de woorden van mijn Heer, zou de zee uitgeput raken, voordat de woorden van mijn Heer waren uitgeput." (18:109) "Als de bomen op aarde pennen waren en de zee inkt, waarna er nog zeven zeëen (met inkt) aan toegevoegd zouden worden , dan nog zouden de Woorden van Allah niet zijn uitgeput. Voorwaar, Allah is Almachtig en Alwijs." (31:27)
15
- Wij geloven dat Allah's woorden het meest waarheidsgetrouw zijn in het verschaffen van informatie, het meest rechtvaardig in beslissingen, en het eerlijkst in conversatie. Hij zegt: "En volledig is het woord van uw Heer in betrouwbaarheid, en in billijkheid." (6:115) "En wie is er meer eerlijk in zijn woorden dan Allah." (4:74) - Wij geloven dat de Qur'an Allah's Woord is. Hij zei letterlijk tegen Gabriël die het overbracht naar de Profeet (vrede zij met hem), "Zeg (O Muhammad): Het is nedergezonden door de Geest der Heiligheid vanwege uw Heer." (16:102) "Dat is waarlijk de nederzending van de Heer de Wereldwezens. Waarmede is nedergedaald de welbetrouwde Geest. Opdat gij zoudt behoren tot de waarschuwers. In de Arabische duidelijke taal." (26:192-95)
- Wij geloven dat Allah goed verheven is bij Zijn schepselen in Zijn persoonlijkheid en Zijn Eigenschappen, omdat Hij zei: "En Hij is de Verhevene en de Ontzaglijke." (2:255) "Hij is Oppermachtig over Zijn dienaren, en Hij is de Wijze, de Alwetende." (6:18)
- Wij geloven dat Hij "… die geschapen heeft de Hemelen en de Aarde in zes dagen, en Zich daarna gevestigd heeft op de Troon." (10:3) Zijn "vestiging op de Troon" betekent dat Hij in persoon zit op Zijn Troon, op een manier die is bekomen tot Zijn Majesteit en Grootheid. Niemand behalve Hij weet precies hoe Hij zit.
- Wij geloven dat Hij met Zijn schepselen is, terwijl Hij nog steeds op Zijn troon zit. Hij weet hun toestand, hoort hun praten, ziet hun daden en beheert hun aangelegenheden. Hij zorgt voor de armen en de ontwrichtten. Hij geeft soevereiniteit aan wie Hij wil en ontneemt de soevereiniteit van wie Hij wil; Hij verheft wie Hij wil en Hij vernedert wie Hij wil In Zijn hand is al het goede en Hij is vermogend over alles. Wie dan ook deze kwaliteiten bezit is letterlijk met Zijn schepselen, zelfs als Hij letterlijk boven hen is op
16
Zijn Troon. "Geen ding is er aan Hem gelijk. Hij is de Horende, de Ziende." (42:11)
-Wij zeggen niet zoals de Incarnisten tussen de Jahomieten en anderen die zeggen: "Dat is Allah, levend met Zijn schepselen op Aarde." Wij beschouwen degene dit zegt als een ongelovige en dwalend omdat hij Allah eigenschappen toekent die niet van Hem komen.
- Wij geloven in wat Zijn Boodschapper ons vertelde, dat Hij afzakt naar de dichtbij zijnde hemel voor het laatste derde deel van elke nacht en zegt: "Diegenen die tot mij bidt, zal Ik verhoren. Diegene die Mij iets vraagt, zal Ik geven. En diegene die Mij om vergeving vraagt, zal Ik vergeven," (Bukhari & Moslim)
- Wij geloven dat Hij zal komen op de Dag der Berechting om te oordelen over Zijn volk. Hij zei: “Wanneer de aarde met klappen verpulverd wordt, en jouw Heer komt, en de engelen rij na rij. En op de Dag dat de Hel wordt getoond, op die Dag zal de mens zich zijn slechte daden herinneren, maar wat baat hem dan nog die herinnering? " (89:21-23)
- Wij geloven dat Hij de Dader is van wat Hij wil.
Allah's Wil: Universeel en Wettig.
- Wij geloven dat Zijn wil twee vormen heeft:
De Universele Wil: Uit welke zijn intentie uitgevoerd is. Het is niet noodzakelijk dat wat uitgevoerd is, door Hem wordt goedgekeurd. Dit type wil betekent: toestemming, zoals Allah zei: "En zo Allah gewild had, zouden zij elkander niet bestreden
17
hebben. Maar Allah doet wat Hij wil." (2:253) en "…zo het Allah's bedoeling is u lieden verkeerd te lieden. Hij is uw Heer…" (22:34)
De Wettelijke Wil: Welke niet perse de uitvoering met zich meebrengt van Zijn wens en wil, in dit geval kan het niets anders zijn dan wat Hem aanstaat, omdat hij zei: "…en Allah wil jullie berouw aanvaarden." (4:27)
-Wij geloven dat Zijn universele en legale Wil deel zijn van Zijn wijsheid. Alles wat Hij in het universum doet, of wettelijk vereist van Zijn schepselen heeft een goede reden en is volgens Zijn wijsheid; misschien kunnen we het niet bevatten of ontsnapt het aan onze reden. “Is Allah niet de Beste onder de rechters?” (95:8)not correct “En wie is er beter dan Allah in het oordelen over het overtuigde volk? (5:50)
-Wij gelovendat Allah Zijn gekozen dienaren liefheeft en dat zij Hem liefhebben. “Zeg, O Mohammed: Als jullie van Allah houden, volg mij dan. (3:31) Allah zal zorgen voor een volk dat Hij zal liefhebben en die Hem zullen liefhebben " (5:54) “Allah houdt van de geduldigen.” (3:146) “En weest onpartijdig, voorwaar, Allah houdt van de onpartijdigen.” (49:9) “En Allah houdt van de weldoeners.” (5:93)
- Wij geloven dat Allah liefheeft wat Hij voorschrijft van goede daden en zegswijzes en Hij houdt niet van wat Hij verboden heeft aan daden en gezegden: “Als jullie niet geloven, voorwaar, Allah heeft jullie niet nodig. En de ondankbaarheid van Zijn dienaren behaagt Hem niet; maar wanneer jullie dankbaar zijn, dan heeft Hij behagen in jullie.” (39:7) “Maar Allah keurde hun vertrek af, zodat Hij hen ontmoedigde. En er werd gezegd: blijf thuis met de thuisblijvers.” (9:46)
18
- Wij geloven dat Allah wordt behaagd met diegenen die in Hem geloven en goede daden verrichten: "Allah is met hen behaagt en zij zijn met Hem behaagt heeft aan hem welgevallen en zij hebben aan Hem welgevallen. Dat is voor wie zijn Heer vreest" (98:8)
- Wij geloven dat Allah boos wordt op diegenen die Zijn boosheid verdienen, temidden van de ongelovigen en anderen; "Welk slechte gissing over Allah koestert. Over hen komt de weerslag van het kwade, en op hen is de Allah's toorn en hen heeft Hij vervloekt en voor hen heeft Hij de Hel bereid gesteld, een kwade gang is dat." (48:6) "Maar wie zijn borst verruimt met ongeloof op hen is toorn vanwege Allah en voor hen is een ontzaglijke bestraffing." (16:106)
Meer van Allah's Eigenschappen.
- Wij geloven dat Allah een glorierijk en waardig gezicht heeft: "Maar blijven zal het aangezicht van uw Heer, de Verhevene en de Verheerlijkte." ( 55:27)
-Wij geloven dat Allah twee krachtige handen heeft: "Nee, Zijn beide handen zijn wijd geopend: Hij schenkt gaven, zoals Hij wil." (5:64) "En niet hebben zij Allah begroot naar Zijn wezenlijke maat. Immers de aarde in haar geheel zal in Zijn greep zijn op de Dag der Opstanding; en de hemelen zullen zijn opgerold in Zijn rechterhand. Lofprijzingen aan Hem, Die verheven is boven de genotengeverij, die zij bedrijven." (39:67)
- Wij geloven dat Allah twee echte ogen bezit, omdat Hij zegt: "Bouw het schip onder Onze ogen en naar Onze openbaring…" (11:37). De Profeet (vrede zij met hem), heeft gezegd: "Zijn sluier is licht. Had Hij het verwijdert, zou de sublimiteit van Zijn
19
aangezicht alles verbrand hebben die Zijn aanblik bereikte." (Moslim & Ibn Majah). De Soennieten zijn het er unaniem over eens dat Hij twee ogen heeft, dit werd ondersteund door de zegswijze van de Profeet over de Dajjal (de Anti-Christ) : "Hij is eenogig en uw Heer is niet eenogig." (Bukhari & Moslim)
- Wij geloven:” Geen blik kan Hem bereiken, maar Hij bereikt de blik (van iedereen). En Hij is de Tedere, de Wel-Onderrichte." (6:103)
- Wij geloven dat de gelovigen hun Heer zullen zien op de Dag der Opstanding: "Gezichten zullen te dien dage schitteren, op hun Heer blikkende.” (75:22-23)
- Wij geloven dat Allah geen gelijke heeft omdat Zijn Eigenschappen perfect zijn: "Geen ding is er aan Hem gelijk; Hij is de Horende de Ziende." (42:11)
- Wij geloven: "Niets overkomt Hem sluimer nog slaap." (2:255) Omdat Zijn leven perfect en eeuwig is.
- Wij geloven dat Hij niet onwetend is over de daden van Zijn dienaren door Zijn perfecte toezicht en veelomvattende kennis.
- Wij geloven dat Hij geen onrecht doet aan iemand vanwege Zijn perfecte Eerlijkheid.
- Wij geloven dat Hij bekwaam is iets te verrichten in de Hemelen of op de Aarde vanwege Zijn perfecte Kennis en Kracht. "Zijn bevel, wanneer Hij iets wil, is slechts, dat Hij zegt: Wordt!- En het Wordt." (36:82)
20
- Wij geloven dat Hij vrij is van vermoeidheid en zwakheden vanwege Zijn superkracht: "En Wij hebben de Hemelen en de Aarde geschapen en wat tussen beide is in zes dagen, en geen vermoeienis overkwam Ons." (50:38)
21
Weergave van Allah door Zijn Openbaring.
- Wij geloven in al dat wat Hij voor Zichzelf heeft gekozen of hoe Zijn Boodschapper Hem beschreef met Namen en Eigenschappen, maar wij verwerpen twee begrippen:
1) Het zeggen of geloven dat Allah's Eigenschappen hetzelfde zijn dan die van Zijn schepselen.
2) Het zeggen of geloven dat Allah's Eigenschappen lijken op dat en dat.
- Wij ontkennen alles wat Hij over zichzelf ontkent of dat wat de Boodschapper over Hem ontkent. Wij geloven dat het ontkennen van de bevestiging een perfecte pendant inhoud. Wij hoeven niet te bespreken wat Hij of Zijn Boodschapper niet vermeld hebben.
- Wij geloven dat het volgen van deze aanpak een verplichting is, omdat dat, wat Allah bevestigt of ontkent heeft omtrent Zichzelf een gebod is welke Hij maakte over Zichzelf. Hij kent Zichzelf het best, Zijn woorden zijn het meest juist en waarheidsgetrouw en de mensen kunnen niet alles over Hem weten. Wat Allah's Boodschapper bevestigd of ontkent over Hem is een gebod wat hij maakt jegens Allah. Bovendien hij kent Allah beter dan ieder ander, hij is het meest waarheidsgetrouw, oprecht en welsprekend naar het volk. Dus, dat wat Allah zegt en wat Zijn Profeet zegt, aangaande Zijn Namen en Eigenschappen is waarheidsgetrouw, kennis, en verhelderend. Daarom hebben wij geen excuus om het te verwerpen, of zelfs te aarzelen het te accepteren.
22
Hoofdstuk II
De Qur'an en Soenna: Bronnen van Zijn Eigenschappen
Alles wat wij vermeld hebben over Allah's Eigenschappen hetzij beknopt of in detail, bevestigend of ontkennend, is gebaseerd op het Boek van onze Heer en de overleveringen van onze Profeet. Het komt ook overeen met de praktijk van de vroegere generaties Moslims en de rechtgeleide geleerden die na hen kwamen.
Wij geloven dat het verplicht is de tekst van de Qur’an en de Profetische tradities aangaande Allah's Eigenschappen te nemen in hun oorspronkelijke waarde en dit zo te interpreteren dat het geschikt is voor Allah de Almachtige. Wij verwerpen het gebruik van diegenen die de betekenis van deze tekst betwisten of op een manier begrijpen wat niet bedoeld is door Allah en Zijn Boodschapper.
Wij verwerpen ook het gebruik van diegenen die het heeft ontdaan van hun betekenissen en zoals het niet door Allah en Zijn Boodschapper werd overgebracht. Uiteindelijk verwerpen wij ook de aanpak van de overdrijvers, die hen een fysieke interpretatie geven, wat Allah gelijkstelt aan sommige van Zijn schepselen.
23
Qur'an en Soenna zijn vrij van tegenstrijdigheden.
Wij weten zeker dat wat geopenbaard is in Allah's Boek en in de tradities van Zijn Boodschapper, de Waarheid is. Het bevat geen tegenstrijdigheden: “Denken zij dan niet na over de Qur'an? Maar als die van een ander dan Allah was, dan zouden zij daarin veel tegenstrijd vinden." (4:82)
Tegenstrijdigheden in de geboden vervalsen hen en dit is onmogelijk in deze geboden die door Allah geopenbaard zijn en verteld zijn door Zijn Boodschapper, vrede zij met hem. Degene die beweert dat er tegenstrijdigheden in de Qur'an zijn, of in de Profetische overleveringen of tussen die twee, moet een slechte intentie en een misleid hart hebben. Dus moet hij berouw tonen en stoppen met zondigen. Als iemand zich voorstelt dat er een paar tegenstrijdigheden zijn in de Qur'an, de zegswijzen van de Profeet of tussen deze twee, dan moet dit het resultaat zijn van zijn gebrek aan kennis, onvoldoende begrip of een gebrek aan diep nadenken. Daarom moet hij kennis zoeken en zijn best doen in reflecteren totdat de waarheid duidelijk is voor hem. Als na deze pogingen de waarheid niet duidelijk is voor hem, zou hij de gehele materie moeten laten aan de Enige die het weet en moet hij zijn denkbeeld achterwege laten en zeggen zoals degenen die veel kennis bezitten: "Wij geloven erin, dit alles is van onze Heer." (3:7) Hij moet weten dat er noch tegenstrijdigheden noch verschillen in de Qur'an, de Soenna of tussen beiden zijn.
24
Hoofdstuk III
Geloven in Engelen
- Wij geloven in het bestaan van de engelen van Allah en dat zij Zijn "Honderden dienaren" zijn. Niet zijn zij Hem voor met spreken, maar het is naar Zijn bevel dat zij handelen." |(21:27) Allah heeft hen geschapen, en zij aanbidden en gehoorzamen Hem. "En wie bij Hem zijn, achten zich niet te hoog voor Zijn dienst en niet voelen zij zich beklemd." (21:19)
- Engelen zijn verborgen voor ons, wij kunnen ze niet zien, Allah liet hen aan sommige van Zijn dienaren zien. Profeet Muhammad (vrede zij met hem) zag Gabriel in zijn echte gedaante, “met zeshonderd vleugels die de horizon bedekten.” (Bukhari & Moslim). Gabriel nam de vorm aan van een aardige man, die Maria ontmoette en een gesprek met haar had. "Hij kwam naar de Profeet terwijl hij temidden van zijn metgezellen was, in een verschijning van een onwetende man aan wie je niet zien kon dat hij lang gereisd had, met erg witte kleding en zwarte haren. Hij zat tegenover de Profeet, vrede zij met hem, met zijn knieën tegen die van de Profeet, vrede zij met hem, en zijn palmen op de Profeet zijn dijen en sprak met de Profeet. De Profeet vertelde later zijn metgezellen dat de man die zij gezien hadden Gabriel was." (Bukhari & Moslim).
25
De functies van de Engelen
- Wij geloven dat de engelen opgedragen zijn met enkele functies. Temidden van de engelen is Gabriël, die toevertrouwd werd met de openbaring. Hij bracht het neder van Allah naar hen, die Hij wenste temidden van Zijn Profeten en Boodschappers.
Tussen hen is Michaël welke de regen en beplanting tot zijn taak heeft. Tussen hen is ook Israfil wiens functie het blazen van de Hoorn is, ten tijde van Donderkeilen en Opstanding. Tussen hen is de engel des Doods (Malik-el-Maud), die de menselijke zielen weg neemt ten tijde van de dood. Temidden van de engelen is degene die verantwoordelijk is voor de bergen; en Malik, de bewaarder van de Hel.
Sommige engelen zijn belast met de embryo's in de baarmoeders, anderen zijn verantwoordelijk voor de bescherming van de mensen en andere engelen zijn bezig de menselijke daden op te nemen; twee engelen voor elk persoon, "Als de beide engelen (hun daden) opnemen, een ter rechterzijde, en een ter linkerzijde gezeten. Geen woord spreekt hij uit of bij hem is een waarnemer bereid." (50:17-18)
Sommige andere engelen zijn belast met het ondervragen over de daden nadat hij in zijn laatste verblijfplaats is gezet. Twee engelen komen tot hem en vragen hem over zijn Heer, zijn religie en Zijn Profeet, Dan: "Allah versterkt het geloof van degenen die geloven met de standvastige uitspraak (de geloofsbelijdenis) tijdens het wereldse leven en in het Hiernamaals, en Allah laat de onrechtplegers dwalen en Allah doet wat Hij wil." (14:27)
26
Sommige van de engelen zijn belast met de bewoners van het Paradijs:"...Terwijl de engelen door iedere poort bij hen binnentreden zeggend: Heil is over u lieden voor de dulding, die gij betracht hebt. – Want heerlijk is het verblijf der eindbestemming." (13:24)
De Profeet, vrede zij met hem, vertelde ons dat zeventigduizend engelen elke dag het Volkrijke Huis in de hemel betreden of erin bidden. Zij komen nooit terug, zolang als zij leven." [Bukhari & Moslim]
27
Hoofdstuk IV
Geloven in Allah’s Boeken
- Wij geloven dat Allah boeken openbaarde naar Zijn Boodschapper, als bewijs voor de mensen en als leidraad voor de rechtschapen werkers. Deze boeken zuiverden hen en brachten hen wijsheid.
- Wij geloven dat Allah met elke Boodschapper een boek liet nederdalen, omdat Hij zei: "Wij hebben toch Onze Boodschappers gezonden met de bewijstekenen en Wij hebben met hen nedergezonden de Schrift en de Weegmaat, opdat de mensen de rechtmatigheid zouden betrachten." (57:25)
Boekenkennis
Temidden van deze Boeken kennen wij de volgende:
1. De Torah, welke werd geopenbaard aan Mozes, vrede zij met hem. Temidden van de "Israëlitische" Boeken is dit het grootste. "Wij hebben de Taurah nedergezonden, waarin de rechte leiding en licht is, volgens welke oordeelden de profeten, die overgaven gedaan hebben, voor hen, die het Jodendom belijden en de rabbijnen en de schriftgeleerden, naar hun ter bewaring gegeven in Allah's Schrift en waarvoor zij getuigen waren geworden." (5:44)
2. Het Evangelie, welke Allah openbaarde aan Jezus, vrede zij met hem. Het is een bevestiging van de Torah en een aanvulling ervan. "… en Wij hebben hem gegeven de Indjil, waarin de rechte leiding en licht, en om te bevestigen wat daarvoor was van de Taurah, en als rechte leiding en vermaning voor de vrezende." (5:46) "…en
28
opdat Ik voor u geoorloofd maak iets van wat u verboden was." (3:50)
3. De Psalmen welke Allah aan David, vrede zij met hem, gegeven heeft.
4. De Gedenktafels van Abraham en Mozes, vrede zij met hen.
5. De Glorierijke Qur'an, welke geopenbaard werd aan Profeet Muhammad, de Zegel van de Profeten. "Het is een leidraad aan de mensen en een duidelijk teken van leiding een maatstaf tussen goed en fout…" (2:185)
De Qur'an is beschermd tegen veranderingen.
De Qur'an is: "Ter bevestiging van het Schrift dat ervoor was en het waakt erover.” Dus, door de Qur'an hief Allah alle voorgaande Boeken op. Allah heeft ook Zijn bescherming gegarandeerd tegen elk spel of moedwillig vervormen. "Waarlijk, Wij zijn het, die de Maning hebben nedergezonden en Wij zijn het, die haar zullen behoeden." (15:9) Dat is omdat de Qur'an een bewijs is tegen de mens tot aan de Dag der Berechting.
De voorgaande Geschriften zijn veranderd.
De vroegere geschriften waren bedoeld voor een beperkte periode die eindigde met een openbaring, of wat hen ophief en tentoonstelde wat plaats vond in hun verdraaiingen en veranderingen. Dat is waarom zij niet beschermd waren tegen vervalsing. Zij ondergingen vervalsingen, toevoegingen en nalatigheid. "Sommige van de Joden verdraaien woorden voor die van hun." (4:46)
"Wee dan hun, die de Schrift schrijven met hun handen en dan zeggen: Dit komt van Allah,- om het te verruilen voor iets van geringe waarde. Wee dan hun wegens wat hun handen
29
geschreven hebben en wee hun wegens wat zij verwerven." (2:79) "Zeg: Wie heeft de Schrift nedergezonden, welke Musa heeft gebracht als licht en rechte leiding voor de mensen, welke gij stelt op perkamenten en bladen, die gij openlijk toont, hoewel gij veel ervan verborgen houdt?" (6:91)
"En er is een groep onder hen, welke hun tongen draaien bij de voorlezing van de Schrift, opdat gij zoudt menen, dat het tot de Schrift behoort, terwijl het niet tot de Schrift behoort, en welke zeggen: Het is vanwege Allah, - terwijl het niet is vanwege Allah, en welke over Allah leugens vertelen, terwijl zij toch beter weten. Het past de mens niet, dat Allah hem de Schrift en de Wijsheid en het Profeetschap heeft gegeven en dan tot de mens zegt: Weest aanbidders voor mij in plaats van (voor) Allah." (3:78-79)
"O lieden van de Schrift! Waarlijk, Onze Boodschapper is tot jullie gekomen, hij heeft jullie veel duidelijk gemaakt van wat jullie van de Schrift verborgen, en hij heeft jullie veel kwijtgescholden. Allah leidt hen ermee die Zijn welbehagen zoeken naar wegen van vrede en Hij brengt hen vanuit de duisternissen naar het Licht, met Zijn verlof." (5:15-16)
30
Hoofdstuk V
Geloven in de Boodschappers
- Wij geloven dat Allah Boodschappers zond naar Zijn volk die; "Brenger van goede tijden en waarschuwer, opdat de mens geen excuus tegenover Allah zou hebben na de Boodschappers. Allah is Almachtig, Alwijs." (4:165)
De eerste en de laatste Boodschapper
- Wij geloven dat de eerste Boodschapper Noach is, en de laatste Muhammad, vrede zij met hen allen. "Wij hebben geopenbaard aan u, zoals Wij openbaarden aan Nuh en de Profeten na hem." (4:163) " Muhammad is niet de vader van uwer mannen, maar wel de Boodschapper Allah's en het Zegel der Profeten." (33:40)
De beste Boodschappers
- Wij geloven dat de beste onder de Boodschappers Muhammad is, daarna Abraham, dan Mozes, dan Noach en dan Jezus, zoon van Maria. Het zijn zij die genoemd worden in de volgende Qur'anverzen: "En toen Wij met de Profeten hun verbond aangingen, en met jou (O Muhamed); ook met Nuh en Ibrahim en Musa en Isa, de zoon van Maryam. En Wij gingen met hen een plechtig verbond aan." (33:7)
- Wij geloven dat Muhammad's boodschap, vrede zij met hem, inclusief alle verdiensten van de boodschap van deze waardige
31
boodschappers het beste is, omdat Allah zei: "Hij heeft jullie de godsdienst uitgelegd: wat Hij ervan heeft opgedragen aan Nuh, en hetgeen Wij aan jou geopenbaard hebben en wat Wij ervan aan Ibrahim en Moesa en Isa hebben opgedragen: dat jullie de godsdienst onderhouden en dat jullie daarover niet verdeeld raken." (42:13).
Boodschappers zijn menselijke wezens
- Wij geloven dat alle boodschappers menselijke wezens zijn, die geen goddelijke eigenschappen van Allah hebben. Allah, de Verhevene zei over Noach, die de eerste onder hun was: "En ik zeg niet tot jullie: Ik bezit de schatten van Allah. En ik ken het onwaarneembare niet. En ik zeg niet: Voorwaar, Ik ben een Engel." (11:31) Allah gebood Muhamad, die de laatste onder hen was: "Ik zeg jullie niet dat de schatten van Allah bij mij zijn en niet dat ik het verborgene ken, en ik zeg jullie niet dat ik een Engel ben." (6:50) En te zeggen: "Ik heb geen macht om voor mijzelf iets van nut te verwerven of schade af te wenden, behalve wat Allah wil." (7:188) Zeg: “Ik heb geen macht om voor jullie schade te voorkomen en niet om leiding te geven. Zeg: Niemand zal mij ooit tegen Allah kunnen redden." (72:21-22)
- Wij geloven dat de Boodschappers temidden van Allah's dienaren zijn. Hij zegende hen met de boodschap en beschreef hen als dienaren, in samenhang van lofprijzingen en eer. Dus, zei Hij over Noach, de eerste van hen: "O Nakomelingen van degenen die Wij met Noëh (in de ark) gedragen hebben, voorwaar, hij (Noëh) was een dankbare dienaar!" (17:3)
Allah zegt over de laatste onder hen, Mohammed, vrede zij met hem: "Gezegend is Hij, die de Qur’an heeft nedergezonden aan
32
Zijn dienaar, opdat hij een waarschuwer voor de werelden zal zijn."(25: 1). Hij zei over enkele andere boodschappers: “ en gedenk onze dienaren Abraham, Isaak en Jakob, allen waren bezitters van grote kracht en inzicht. "(38:45)" En gedenk Onze dienaar David, de bezitter van kracht. Voorwaar, hij is de meest berouwtonende. "(38:17)" En Wij schonken David Soelaiman, de beste dienaar. "(38:30)
Allah zei over Jezus, zoon van Maria: "Niet was hij anders dan een dienaar, aan wie Wij weldaad bewezen en die Wij maakten tot een voorbeeld voor de zonen Isra'ils."
- Wij geloven dat Allah alle Boodschappers met de boodschap van Muhammad, vrede zij met hem, aan alle mensen zond, omdat Allah zei: "Zeg: O gij mensen, ik ben de Boodschapper van Allah voor jullie allen. (Allah is) Degene aan Wie het Koninkrijk over de hemelen en de aarde behoort, geen god is er dan Hij. Hij doet leven en Hij doet sterven. Gelooft daarom in Allah en Zijn Boodschapper, de ongeletterde profeet, welke gelooft in Allah en Zijn woorden. En volgt hem, opdat gij wellicht rechtgeleidt wordt." (7:158)
Islam: De universele en laatste Boodschap
- Wij geloven dat de Sharia van de profeet Mohammed, vrede zij met hem, de religie is van de Islam, die Allah heeft gekozen voor Zijn dienaren en geen andere religie accepteert van iemand anders, omdat Allah, de Verhevene zei: "Waarlijk, de ware godsdienst bij Allah is de Islam." (3:19), en Hij zei ook: "Vandaag heb Ik jullie godsdienst voor jullie vervolmaakt en heb Ik Mijn gunst voor jullie volledig gemaakt en heb ik de Islam voor jullie als godsdienst gekozen." (5:3) En: "Maar wie iets anders dan de Islam
33
tot godsdienst wenst, van hem zal niets aangenomen worden en hij behoort in het Hiernamaals tot de verliezers." (3:85)
Wij zijn ook van mening dat als iemand de universele boodschap van Muhammad, vrede zij met hem, verwerpt, hij de boodschappen van alle boodschappers verwerpt, zelfs als hij beweert dat hij in zijn boodschapper gelooft en deze volgt. Allah, de Verhevene zei: "Noachs volk loochende de boodschappers." (26:105) Dus, Allah beschouwd hen als de verwerper van alle boodschappers ondanks het feit dat er geen boodschappers vóór Noach waren. Dit staat duidelijk in het volgende vers: "Voorwaar, degenen die niet in Allah geloven en Zijn Boodschapper, en zij willen onderscheid maken (in het geloven) tussen Allah en Zijn Boodschappers, en zeggen: ‘Wij geloven in sommigen en verwerpen anderen’. En zij willen daartussen (tussen geloof en ongeloof) een weg vinden.Zij zijn degenen die waarlijk de ongelovigen zijn en Wij hebben voor de ongelovigen een vernederende bestraffing voorbereid.”(4:150-151)
- Wij geloven dat er geen Profeet is na Muhammad, Allah's Boodschapper, vrede zij met hem. Wie dan ook na hem profeetschap claimt, of dit gelooft als iemand dat beweert, is een ongelovige omdat hij Allah, Zijn Boodschapper en de Moslim unanimiteit verwerpt.
De rechtgeleide Kaliefen
- Wij geloven dat de Profeet, vrede zij met hem, rechtgeleidde opvolgers had, die zijn Soenna ten uitvoer brachten door het verspreiden van kennis, het oproepen tot de Islam en het beheren van Moslim aangelegenheden. Wij geloven dat de beste onder de Kaliefen Abu Bakr as-Siddiq was, daarna Umar Ibn al-Khattab,
34
daarna 'Uthman ibn 'Affan en daarna 'Ali Ibn Abi Talib, moge Allah over hen allen tevreden zijn. Dus de opvolging van de kaliefen was volgens verdienste. Allah, de Verhevene, die de oneindige Wijsheid bezit, zou geen heerser aanstellen voor de beste generaties, tenzij hij de meest superieure onder hen was en hij er het meest recht op had.
- Wij geloven dat de inferieure temidden van deze rechtgeleide metgezellen superieur kan zijn in een bepaald opzicht, dan diegene die beter zijn dan hem, maar niet de absolute superioriteit verdienen omdat de elementen van de superieure samenstelling gevarieerd en goddelijk zijn.
- Wij geloven dat de Moslim Ummah de beste onder de naties is, en Allah, de Waardige en Verhevene, deze heeft gezegend omdat Hij zei: "Gij zijt de beste gemeente geworden, die voortgebracht werd voor de mensen, doordat gij aanspoort tot het behoorlijke en afweert van het verwerpelijke en gij aan Allah gelooft." (3:110)
De metgezellen van de Profeet
- Wij geloven dat de besten temidden van de Moslim Ummah de metgezellen van de Profeet zijn, daarna hun opvolgers en dan komen degenen die hen opvolgen.
- Wij geloven ook dat een groep van deze Ummah altijd zal blijven overwinnen op het rechte pad, onbeschadigd door diegenen die hen bedreigen of diegenen die hen tegengaan, tot de Dag der Berechting.
- Wij geloven dat de geschillen die plaatsvonden tussen de metgezellen van de Profeet het resultaat waren van oprechte
35
interpretaties. Degene die rechtvaardig was, zal twee maal worden beloond, degene onder hen die fout was, werd eenmaal beloond en zijn vergissingen werden vergeven.
- Wij zijn van mening dat we moeten stoppen met praten over hun vergissingen en dat we moeten melden wat zij verdienen aan waardering. Wij moeten onze harten zuiveren van haat en wrok tegen elk van hen, omdat Allah over hen zei: "Degenen van jullie die vóór de overwinning (bij Mekka) bijdragen gaven en vochten zijn niet gelijk, hun rang is hoger dan die van degenen die daarna bijdragen gaven en vochten. Maar beide groepen heeft Allah het goede (het Paradijs) beloofd." (57:10) En Allah zei over ons: "En zij, die na hen kwamen, zeiden: Onze Heer, vergeef ons en onze Broeders, die ons zijn voorgegaan in het geloof, en maak in onze harten geen wrok jegens degenen die geloven. Onze Heer, voorwaar, U bent Zachtmoedig, Meest Barmhartig." (59:10)
36
Hoofdstuk VI
Geloven in de Dag des Gerechts
- Wij geloven in de Laatste Dag, welke de Dag des Gerechts is, wanneer de mensen tot leven zullen worden opgewekt tot leven om in de verblijfplaats van vreugde, of in de verblijfplaats van hevige bestraffing te verblijven.
Geloven in de Wederopstanding
- Wij geloven in de Wederopstanding. De Dag waarop Allah alle doden tot leven wekt wanneer Israfil de tweede maal op de Hoorn blaast: "En er zal op de bazuinen geblazen worden, waarop allen die in de hemelen en op de aarde zijn bezwijken, behalve (voor) wie Allah wil (dat deze blijft leven). En er zal nog een keer op de bazuin worden geblazen en dan zullen zij staan en wachten." (39:68)
Mensen zullen opstaan uit hun graven, om de roep van hun Heer van het Universum te beantwoorden. Zijn gaan blootsvoets, naakt en onbesneden, "…net zoals Wij de eerste schepping begonnen zullen Wij haar herhalen, als een belofte die Wij op Ons namen." (21:104)
37
Geloven in Optekening en Weegschalen
- Wij geloven in de Optekening van de daden, welke gegeven worden aan de mensen in hun rechterhand of achter hun rug in hun linkerhand: "Wat betreft degene die dan zijn boek in zijn rechterhand wordt gegeven. Hij zal een lichte afrekening berekend worden.En hij zal verheugd tot zijn familie terugkeren. En wat betreft degene die dan zijn boek achter zijn rug wordt gegeven. Hij zal een vernietiging schreeuwen. En hij zal de Hel binnengaan. " (84:7-12) "En voor ieder mens hebben Wij zijn lotsbeschikking aan zijn hals bevestigd; en Wij voorzien hem op de Dag der Opstanding van een boek dat hij opengeslagen aantreft. Er wordt tegen hem gezegd: ‘Lees jouw boek’. Op deze dag is jouw ziel voldoende als berekenaar tegen jou." (17:13-14)
- Wij geloven dat de weegschalen van de daden opgesteld zullen worden op de Dag der berechting, en geen ziel zal verkeerd behandeld worden. "Degenen diens weegschalen zwaar wegen: zij zijn degenen die de welslagenden zijn. En degenen diens weegschalen licht wegen: zij zijn degenen die zichzelf verloren hebben, zij zullen in de Hel eeuwig levenden zijn. Het Vuur verbrandt hun gezichten terwijl zij daarin verminkt worden." (23:102-104) "Wie met een goede daad komt, voor hem is er een beloning als van tien daarvan, en wie met een slechte daad komt, dan wordt slechts vergolden met het gelijke, en hun zal geen onrecht worden aangedaan." (6:160)
38
De bemiddeling van de Profeet
- Wij geloven in de speciale grote Tussenkomst van de Profeet Muhammad, vrede zij met hem. Hij zal bij Allah smeken -na Zijn toestemming en namens de mensheid- te oordelen over Zijn dienaren wanneer zij last hebben van zorgen en moeilijkheden welke zij niet kunnen dragen. Zij (de mensheid) zullen gaan naar Adam, daarna naar Noach, dan naar Abraham, dan naar Mozes, dan naar Jezus, en als laatste naar Profeet Muhammad, vrede zij met hen allen.
- Wij geloven in de tussenkomst aangaande sommige gelovigen die uit het Vuur werden gehaald. Deze bemiddeling is geschonken aan Profeet Muhammad, vrede zij met hem, en aan de anderen onder de Profeten, de gelovigen en de Engelen.
- Wij geloven ook dat Allah sommige gelovigen zal redden van de Hel, zonder de tussenkomst van iemand behalve door Zijn gratie en genade.
De rivier van de Profeet
- Wij geloven in de Rivier van de Profeet, vrede zij met hem, waarvan het water witter is dan melk, zoeter is dan honing en beter ruikt dan musk. Elk van zijn lengte en breedte is de afstand van een maand reizen. Haar glinstering is als de sterren in schoonheid en aantal. De gelovigen temidden van de volgelingen van de Profeet komen om dit grote reservoir te staan om een slok te nemen en daarna zullen zij nooit meer dorstig zijn.
39
Het Rechte Pad
- Wij geloven dat het RECHTE PAD (Sirat) bevestigd is over de Hel. Mensen gaan erover heen overeenkomstig hun daden: De eersten van hen zo snel als de bliksem, dan zo snel als de wind, daarna zo snel als vogels, en dan als lopende mensen. De Profeet zal op het Pad staan en zeggen: "Redt Heer! Redt!" Sommige daden van mensen zullen tekort schieten. Sommigen van hen zullen komen kruipen. Aan beide zijden van het Pad zijn haken, zij zijn daar gecreëerd om diegene te nemen die Allah wil. "Sommigen zijn gered, maar gekwetst; anderen zijn de Hel in gegooid." (Bukhari & Moslim)
- Wij geloven alles wat genoemd wordt in de Qur'an of in de Profetische zegswijze betreffende die Dag en haar gruwelijkheden, moge Allah ons daarvan redden.
- Wij geloven in de bemiddeling (Shafa'ah) van Profeet Muhammad, vrede zij met hem, voor de mensen van het Paradijs, zodat zij het kunnen betreden.
Deze bemiddeling is uitsluitend beperkt tot Profeet Muhammad, vrede zij met hem.
Geloven in Paradijs en Hel
- Wij geloven in het Paradijs en de Hel. Het Paradijs is de verblijfplaats van vreugde welke Allah, de Verhevene, voor de Rechtgeleide heeft opgesteld. De zegening die zij hier beleven, heeft geen oog ooit gezien, geen oor ooit gehoord en geen mens ooit overdacht. "En geen enkele ziel weet welke verkoeling van de ogen verborgen wordt gehouden, als beloning voor wat zij
40
plachten te doen." (32:17). De Hel is een verblijfplaats voor bestraffing welke Allah opgesteld heeft voor de ongelovigen en de kwaaddoeners. De foltering en gruwel kan men zich niet voorstellen: "Waarlijk! Wij hebben voor de onrechtdoeners een Vuur bereidt, waarvan de rook hen als een tent omhult. En indien zij om hulp roepen, worden zij geholpen met water als gesmolten koper, dat de gezichten roostert. Een kwade dronk is dat en een slechte verpozingplaats." (18:29)
- Beiden, Paradijs en Hel bestaan nu en zij zullen nooit verdwijnen. "En wie gelooft in Allah en goede daden verricht. Hij zal hem Tuinen (het Paradijs) doen binnengaan waar rivieren onder door stromen. Zij zijn daarin eeuwig levenden, voor altijd. Allah heeft hem waarlijk een goede voorziening gegeven." (65:11) "Allah heeft de ongelovigen vervloekt en voor hen een vuurgloed bereid. Eeuwig-levend daarin voor immer. Niet zullen zij een beschermer vinden, noch een helper. Ten dage, dat hun gezichten worden rondgedraaid in de Hel, zeggen zij: ‘Hadden wij Allah maar gehoorzaamd en hadden wij de Boodschapper maar gehoorzaamd." (33:64-65)
- Wij bevestigen het Paradijs aan diegenen wie het is toegeschreven in de Qur'an of de Profetische tradities, hetzij door naam of omschrijving. Onder hen die het Paradijs geschonken zijn en bij naam zijn genoemd, zijn: Abu Bakr, Umar, 'Uthman, 'Ali en anderen die werden opgegeven door de Profeet, vrede zij met hem. (Bukhari & Moslim) Onder hen zijn zij die wij bevestigen het Paradijs binnen te treden omdat zij omschreven worden als zijnde trouw en vroom.
- Evenzo bevestigen wij de Hel, aan wie deze is toegeschreven in de Qur'an en de zegswijzen van de Profeet, of het nu in naam is of in beschrijving. Onder hen zijn zij die in de Hel zijn, en zij die bij
41
naam genoemd zijn: Abu Lahab, 'Amar ibn Luhai al-Khuza'i en anderen. (Bukhari & Moslim) De bevestiging van de hel is gebaseerd op beschrijving en geldt voor elke ongelovige, polytheïst of hypocriet.
Geloven wat er gebeurd in het Graf
- Wij geloven in het Proces van het Graf, welke de ondervraging van de dode persoon in het graf is, over zijn Heer, zijn Religie en zijn Profeet. "Allah versterkt (het geloof van) degenen die geloven met de standvastige uitspraak (de geloofsbelijdenis) tijdens het wereldse leven en in het Hiernamaals." (14:27) De gelovige zal zeggen: "Allah is mijn Heer, de islam is mijn religie en Muhammad mijn Profeet." De ongelovige of de hypocriet zal zeggen: "Ik weet het niet, ik hoorde het volk iets zeggen en ik zei het."
- Wij geloven in de troost van het graf voor de gelovigen: "Zij zijn degenen die de Engelen als reinen wegnemen, terwijl zij zeggen: "Salamoen Aleikoem (Vrede zij met jullie), treedt het Paradijs binnen, wegens wat jullie plachten te doen." (16:32)
- Wij geloven in de bestraffing van het graf voor de te buitengaande ongelovige: "En als jij zou kunnen zien hoe het gaat met de rechtvaardigen in de doodsstrijd en hoe de Engelen hun handen naar hen uitstrekken, terwijl zij zeggen: Geeft jullie zielen op! Vandaag worden jullie beloond met de bestraffing van de schande vanwege wat jullie aan onwaarheid over Allah plachten te zeggen en vanwege wat jullie van Zijn Verzen plachten te verwerpen." (6:93)
42
De gezegdes van de Profeet zijn talrijk en bekend op dit gebied. Een Moslim moet geloven in dit alles dat genoteerd is in de Qur'an en de Profetische tradities aangaande de ongeziene materie. Hij zou het niet moeten tegenspreken met zijn wereldse ervaring, omdat de aangelegenheden van het Hiernamaals niet kunnen worden afgemeten aan de aangelegenheden van dit leven. De verschillen tussen hen zijn heel groot. Allah is de bron van hulp.
Geloven in het Lot en het Goddelijk Besluit
Wij geloven in het Lot, hetzij goed of kwaad, dat Allah heeft afgemeten en opgelegd aan alle schepselen volgens Zijn voorkennis en als geschikt wordt geacht voor Zijn wijsheid.
Niveaus van geloven in het Lot
Het geloven in het Lot heeft vier niveaus:
Het eerste niveau is Kennis: Wij geloven dat Allah, de Verhevene, alles weet. Hij weet wat er gebeurde en wat er zal gaan gebeuren en hoe het zal gebeuren. Zijn kennis is eeuwig, Hij verwerft geen nieuwe kennis, noch vergeet Hij wat Hij weet.
Het tweede niveau is Optekening: Wij geloven dat Allah alles heeft vastgesteld in de Geborgen gedenktafel (al-Lawh al-Mahfudh) ;al wat gaande is tot aan de Dag des Gerechts. "Weet jij niet, dat Allah weet wat er in de hemelen en op de aarde is? Voorwaar, dat is in een Boek. Dat is voor Allah gemakkelijk." (22:70)
43
Het derde niveau is de Wilskracht: Wij geloven dat Allah alles in de hemel en op aarde zo wenst. Er gebeurt niets buiten Zijn wil; wat Hij wil, zal plaatsvinden, en wat Hij niet wenst, zal niet plaatsvinden.
Het vierde niveau is Creatie. Wij geloven dat "Allah de Schepper is van alle dingen. Hij is over alle dingen Toezichthouder. Aan Hem behoren de sleutels van de hemelen en de aarde. (39:62-63). Het vierde niveau omvat ook alles wat Allah zelf doet en alles wat Zijn schepselen doen. Dus alles wat de mens verricht aan uitspraken, daden of nalatigheid is bekend bij Allah, en Hij heeft ze genoteerd, zo gewenst en zo geschapen. "Voor wie van jullie het rechte pad wil volgen. En jullie kunnen niets willen, behalve wanneer Allah, de Heer der Werelden, het wil. (81:28-29) “Als Allah het gewild had, hadden zij niet met elkaar gevochten , maar Allah doet wat Hij wil. (2:253) “En als Allah het gewild had, dan hadden zij het niet gedaan. Laat hen en wat zij verzinnen dus!” (6:137) “Terwijl Allah jullie heeft geschapen en wat jullie maken.” (37:96)
De vrije wil van de mens
- Wij geloven, hoe dan ook, dat Allah de mens kracht en een vrije wil heeft gegeven waarmee hij zijn handelingen verricht. Dat de menselijke daden voortkomen uit zijn kracht en vrije wil kan bewezen worden in de hierna volgende punten:
Ten eerste: Allah's zegswijze: "… komt dan tot jullie akkers (vrouwen) zoals jullie wensen." (2:223) "En als zij (met jou ten strijde) zouden willen uittrekken, dan zouden zij daartoe zeker voorbereidingen hebben getroffen.” (9:46) In deze verzen
44
bevestigd Allah voor de mens een "voortgaan" door zijn wil en "een voorbereiding" door zijn verlangen.
Ten tweede: Het aansturen van de mens iets te doen of niet te doen. Als iemand geen vrije wil en kracht zou hebben, dan zou dat betekenen dat Allah in Zijn richtlijnen de mens vraagt te doen wat hij niet kan. Dit stelling word verworpen door de Wijsheid van Allah en door Zijn Genade en Zijn Nauwgezette verklaring in dit vers: "Allah belast niemand dan volgens zijn vermogen." (2:286) Ten derde: Het prijzen van de deugdzamen voor hun daden en het beschuldigen van de boosdoeners voor hun daden en elk van hen belonen met wat hij verdient. Als de handeling niet gedaan is uit vrije wil van het individu, dan is het prijzen van de deugdzamen een grap en het straffen van de boosdoeners een onrecht, en Allah is uiteraard vrij van grappen en onrecht.
Ten vierde: Allah heeft Boodschappers gezonden welke de “Brengers van verheugende tijden en als waarschuwers opdat de mens geen excuus tegenover Allah zou hebben na de Boodschappers." (4:165) Als de handeling niet uit vrije wil word verricht, wordt zijn argument niet ontkracht door het zenden van Boodschappers.
Ten vijfde: Elk persoon voelt dat wat hij doet of niet doet, zonder enige vorm van dwang is. Hij staat op en zit; komt en gaat; reist en blijft, door zijn eigen vrije wil en zonder het gevoel dat iemand hem dwingt tot het verrichten van deze handelingen. In feite kan hij duidelijk onderscheid maken tussen iets doen vanuit zichzelf of dat iemand anders hem dwingt die handeling te doen. De Islamitische wetgeving heeft ook een verstandig onderscheid gemaakt in deze stand van zaken . Zij straft geen boosdoener voor een handeling die onder dwang tot stand is gekomen.
45
Geen excuus in het Noodlot voor zondaren.
- Wij geloven dat de zondaar geen excuus heeft in Allah's Goddelijke Besluit, omdat hij zijn zonden pleegt uit vrije wil, zonder de kennis dat Allah het zo voor hem heeft bepaald. Dit is omdat niemand Allah's Lot weet voordat het plaatsvindt. "Geen ziel weet wat morgen zal plaatsvinden." (31:34) Hoe kan het dan mogelijk zijn, om een excuus te presenteren, wat niet bekend is bij de persoon die het misbruikt wanneer hij zijn overtreding begaat? Allah ontkracht dit type van argument door Zijn zegswijze: "Degene, die deelgenoten (aan Allah) toekennen, zullen zeggen: Als Allah het had gewild, dan hadden wij geen deelgenoten (aan Allah) toegekend en evenmin onze vaderen, en hadden wij niet (dat wat toegstaan was) verboden worden verklaard. Zo loochenden zij ook degenen voor hen (de Boodschappers), totdat zij Ons geweld proefden. Zeg:’ Hebben jullie kennis?’ Brengt het dan naar buiten voor Ons. Jullie volgen slechts vermoedens en jullie liegen slechts.” (6:148) Wij zeggen tegen een zondaar die het Goddelijke Lot als excuus gebruikt: "Waarom verricht jij geen daden van gehoorzaamheid, er vanuit gaande dat Allah dit bepaald heeft voor jou, aangezien er geen verschil is tussen hen en zonden in onwetendheid, eer zij bij jouw gebeuren. Dat is waarom de metgezellen (toen Profeet Muhammad hen vertelde dat ieders positie in het Paradijs of Hel al vastgesteld is) vroegen: "Zouden we dan hierop moeten vertrouwen en stoppen met werken?" Hij zei: "Nee, werk en ieder van jullie zal worden geïnstrueerd met datgene waarvoor hij geschapen werd." (Bukhari & Moslim)
Wij kunnen tegen de zondaar zeggen, die een excuus probeert te vinden in het Goddelijke Lot: "Veronderstel, je wilt naar Mekka reizen. Daar zijn twee wegen voor: 1) Je bent geïnformeerd door een nauwgezet persoon die je vertelde dat een van deze wegen
46
gevaarlijk en moeilijk is; 2) de andere weg is gemakkelijk en veilig. Je zult de tweede nemen. Je zult niet de eerste weg nemen en zeggen dat het zo bepaald is voor je. Als je dat zou doen, zouden de mensen je voor gek verklaren. Wij kunnen ook tegen hem zeggen: "Als men je twee banen aanbiedt en één van deze banen heeft een hoger salaris, neem je natuurlijk de baan met het hogere salaris. Hoe komt het dan dat je kiest wat lager is in het Hiernamaals en het Goddelijk Besluit als excuus gebruikt?"
Ook kunnen wij zeggen: "Wij zien jou wanneer je een ziekte moet ondergaan, dat je bij elke geneesheer aanklopt, zoekend naar genezing en je draagt de pijn wat het resultaat is van chirurgische ingrepen en de bitterheid van de medicijnen. Waarom doe je niet hetzelfde wanneer je hart spiritueel ziek is van zonden?"
Schrijf het kwaad niet toe aan Allah
- Wij geloven dat het kwaad niet toegeschreven zou moeten worden aan Allah vanwege zijn perfecte Genade en Wijsheid. De Profeet zei: "En het kwaad is geen Eigenschap van U." (Moslim)
Dus Allah's besluit op zichzelf heeft geen enkel kwaad, omdat het vanuit Genade en Wijsheid komt. Het kwaad kan echter het gevolg zijn van een deel van Zijn besluiten. Elke man als zodanig ontstaat uit sommige van Zijn besluiten, omdat de Profeet in de bede voor Gunūt, welke hij leerde aan al-Hassen zei: "En bescherm ons tegen het kwaad van wat U verordend." (Tirmidhi & Anderen)
Hier schrijft de Profeet het kwaad toe aan wat Hij verordend. Ondanks dit, is het kwaad in Zijn besluit niet zuiver kwaad. Het is
47
eerder kwaad in een opzicht of goed in een ander, óf het is kwaad in het ene geval en goed in een ander geval.
Allah, de Verhevene zei "Het verderf is op het land en in de zee zichtbaar door wat de mensen hebben verricht, zodat Hij hun een gedeelte van wat zij hebben verricht doet proeven. Hopelijk zullen zij berouw tonen. (30:41)
Het afhakken van de dief zijn hand of het stenigen van een volwassene is een kwade zaak voor de dief en de overspelige. Het is ook goed in een ander opzicht: de toepassing van deze straf is een bescherming van eigendom, eer, en relaties.