Eén van de onderscheidende kenmerken van onze beschaving is de aanwezigheid van een groot aantal religies en ethische systemen. De mensheid heeft altijd geprobeerd om de reden van de schepping en zijn eigen plaats als onderdeel van het geheel daarin te begrijpen.
Arnold Toynbee bestudeerde de geschiedenis van de mens door de eeuwen heen en legde zijn bevindingen vast in een monumentaal werk dat bestaat uit tien delen. Hij vatte dat samen in de geschiedenis van de mens, waarbij religie centraal stond. In een artikel in The Observer van 24 oktober, 1954 schreef hij:
“Ik ben terug gekomen van het geloven dat religie de sleutel is tot het mysterie van bestaan;”
“Volgens het Oxford woordenboek is de definitie van religie “geloof in een bovenmenselijke controlerende kracht, met name in een persoonlijke God of goden die recht hebben op gehoorzaamheid en aanbidding”.
Een gemeenschappelijk kenmerk van alle grote religies is het geloof in een Universele God of een Opperste Goddelijke Autoriteit die Almachtig en Alwetend is. Volgelingen van alle grote religies geloven dat de God die zij aanbidden dezelfde God is als voor anderen.
Het Marxisme, Freudianisme en andere ‘niet religieuze’ overtuigingen hebben geprobeerd de basisprincipes van georganiseerde religies aan te vallen. Maar deze overtuigingen ontwikkelden zich op hun beurt tot op zichzelf staande geloofssystemen. Bijvoorbeeld, toen het communisme in een groot deel van de wereld de basis was, werd dit met dezelfde inzet en ijver verkondigt die men ook tegenkomt bij de prediking en verspreiding van religies.
Dus religie is een integraal onderdeel van het menselijk bestaan.
De Edele Koran zegt in het volgende vers:
“Zeg: ‘O Lieden van de Schrift, komt tot een gelijkluidend woord tussen ons en jullie: dat wij niemand dan Allah aanbidden en dat wij niets naast Hem tot deelgenoot maken en dat wij elkaar niet als heren naast Allah plaatsen.” Als zij zich dan afwenden, zegt dan: “Getuigt dat wij ons (aan Allah) overgegeven hebben.”
(De Edele Koran 3:64)
Het bestuderen van verschillende religies is een zeer lonende ervaring voor mij geweest. Het heeft het geloof, dat God elke menselijke ziel heeft gecreëerd met enige kennis van Zijn bestaan, bevestigd. De psychische basis van de mens is zodanig dat hij het bestaan van de Schepper accepteert, tenzij hem is geleerd om het tegenovergestelde te geloven. Met andere woorden, geloven in God vereist geen voorwaarden, maar het afwijzen van Hem wel.
INDELING VAN GROTE WERELDRELIGIES:
Wereldreligies kunnen grofweg worden onderverdeeld in Semitische- en niet-Semitische religies. Niet Semitische religies kunnen worden onderverdeeld in Arische- en niet-Arische religies.
Semitische religies
Semitische religies zijn ontstaan onder de Semieten. Volgens de Bijbel had de Profeet Noah (vzmh) een zoon genaamd Shem. De nakomelingen van Sem staan bekend als Semieten. Om die reden zijn Semitische religies, de religies die zijn ontstaan onder de Joden, Arabieren, Assyriërs, Feniciërs etc. Grote Semitische religies zijn Jodendom, Christendom en Islam. Al deze religies zijn Profetische religies, die geloven in de Goddelijke Leiding gezonden via de profeten van God.
Niet- Semitische religies
De niet-Semitische religies zijn verder onder te verdelen in Arische en niet-Arische religies:
Arische Religies
Arische religies zijn religies die oorspronkelijk van de Ariërs komen. Dit was een machtige groep Indo-Europees sprekende mensen die zich door Iran en Noord India hebben verspreid in de eerste helft van het tweede millennium voor Christus (2000 tot 1500 voor Christus).
De Arische religies zijn verder onder te verdelen in Vedische en niet-Vedische religies. De Vedische Religie krijgt vaak de verkeerde benaming van het Hindoeïsme of Brahmanisme. De niet-Vedische Religies zijn het Sikhisme, Boeddhisme, Jainisme etc. Bijna alle Arische religies zijn niet-Profetische religies.
Het Zoroastrisme is een Arische, niet-Vedische religie, welke niet verbonden is met het Hindoeïsme. Het Zoroastrisme beweert een profetische religie te zijn.
Niet-Arische Religies
De niet-Arische religies hebben verschillende oorsprongen. Het Confucianisme en Taoïsme zijn van Chinese oorsprong, terwijl het Shintoïsme oorspronkelijk uit Japan komt. Veel van deze niet-Arische religies kennen het concept van een God niet. Ze zijn meer bekend als ethische systemen dan als religies.
Meest authentieke definitie van God in elke religie
Het concept van God dat wordt aangehangen door een religie kan niet worden beoordeeld door alleen observering van het praktiseren van haar volgelingen. Het is veel voorkomend dat volgelingen van vele religies onwetend zijn over het concept van God zoals deze beschreven is in hun geschriften. Het is daarom beter om het concept van God in elke religie te analyseren aan de hand van de
heilige geschriften.
Laten we het concept van God in de grote wereldreligies begrijpen door het analyseren van de geschriften van deze religies.
CONCEPT VAN GOD IN HINDOEÏSME
De meest populaire onder de Arische religies is het Hindoeïsme. Hindoe is een van oorsprong Perzisch woord dat staat voor de inwoners van het gebied voorbij de Indus Vallei. Echter, in de volksmond is het woord Hindoeïsme een meer algemene benaming voor verschillende religieuze overtuigingen. De meeste hiervan zijn gebaseerd op de Veda’s, de Upanishads en de Bhagwad Geeta.
Een veel voorkomend concept van God in het Hindoeïsme:
Het Hindoeïsme wordt vaak gezien als een polytheïstische religie. Sterker nog, de meeste Hindoes beamen dit doordat zelf ook te geloven in meerdere Goden. Sommige Hindoes geloven in het concept van drie Goden, terwijl anderen geloven in het bestaan van 330 miljoen Goden. Echter de Hindoes die hun geschriften goed bestuderen en kennen dringen erop aan, dat een Hindoe dient te geloven in de aanbidding van slechts één God.
Het grote verschil tussen de Hindoeïstische en Islamitische perceptie van God, is dat Hindoes geloven in de filosofie van het Pantheïsme. Binnen het Pantheïsme wordt alles, zowel levend als niet-levend, beschouwd als zijnde goddelijk en heilig. Om die reden beschouwen Hindoes de bomen, de zon, de maan, de dieren en zelfs de mens als manifestatie van God. Voor de gewone Hindoe, is alles God.
Islam, in tegendeel, leert de mens om hemzelf en zijn omgeving te zien als goddelijke schepping en niet als goddelijkheid zelf. Moslims geloven dat alles Gods is, dus God met een apostrof ‘s’. Met andere woorden, wij geloven dat alles aan God toebehoort. De bomen, de zon, de maan en alles in dit (Universum behoort tot God).
Zodoende is het grote verschil tussen de Hindoeïstische en Islamitische overtuigingen dat Hindoes zeggen dat alles God is, zonder de s-apostrof. De Moslims zeggen dat alles van God is, dus met s-apostrof.
De Edele Koran zegt :
“Komt tot een gelijkluidend woord tussen ons en jullie: dat wij niemand dan Allah aanbidden”.
De eerste gemeenschappelijke term is “dat we niemand dan Allah aanbidden”.
Dus laten we proberen een gemeenschappelijke kenmerken te vinden door de Hindoeïstische en Islamitische geschriften te analyseren.
Bhagwad Geeta
De meest populaire van alle Hindoe geschriften is de Bhagwad Geeta. Beschouw het volgende vers uit de Geeta:
“Van hen wiens intelligentie is vervaagd door materiele verlangens, zij geven zich over aan halfgoden en zij volgen de precieze regels en wetgevingen van aanbidding volgens hun eigen gewoontes“
[Bhagwad Geeta Hfdst. 7 Vers 20 (BG 7:20)]
De Geeta refereert hier naar mensen die materialistisch zijn en daarom halfgoden aanbidden in plaats van de Ware God.
Upanishads:
De upanishads worden door de Hindoes ook beschouwt als heilige geschriften. Beschouw de volgende verzen uit de Upanishads:
i) “Ekam evaditiyam”
"Hij is Één zonder een tweede (van Hem)"
[Chandogya Upanishad 6:2:1]1
ii) Beschouw ook de volgende verzen uit de Upanishads :
“Na casya kasuj janita na cadhipah.”
"Van Hem zijn er geen ouders, noch een Heer"
[Svetasavatara Upanishad 6,9] [ 2 part II page 263.]
iii) Beschouw de volgende verzen uit van Upanishads:
“Na tasya pratima asti”
(Er is geen gelijkenis van Hem.)
[Svetasvatara Upanishad chapter 4:19]
“Nainam urdhvam na tiryancam na madhye na parijagrabhat na tasy pratime asti yasya nama mahad yasah.”3
"Er is geen gelijkenis van Hem Wiens naam grote heerlijkheid bevat".3
[The principal Upanishad by S. Radhakrishnan pg 736 & 737]
[Sacred Books of the East, volume 15, the Upanishad part II page no 253] Vergelijk de bovenstaande verzen met de volgende verzen uit de Edele Koran.
“En niet één is aan Hem gelijkwaardig.”
[Edele Koran , 112:4]
“Niets is aan Hem gelijk.”
[Edele Koran ,42:11]
iv) De volgende verzen uit de Upanishad zinspelen op het onvermogen van e mens om zich God voor te stellen in een bepaalde vorm:
"Na samdrse tisthati rupam asya, na caksusa pasyati kas canaiam. Hrda hrdistham manasa ya enam, evam vidur amrtas te bhavanti".
“Zijn vorm is niet zichtbaar; niemand kan hem met het oog bewonderen. Zij die Hem door en door kennen als blijvend in hart zullen onsterfelijk worden.
[Svetasvatara Upanishad 4:20]4
De Edele Koran refereert naar dit aspect in het volgende vers:
“Geen blik kan Hem bereiken, maar Hij bereikt de blik (van iedereen); en Hij is de Zachtmoedige, de Alwetende”.
[De Edele Koran 6:103]
De Vedas
De Vedas worden geacht de meest heilige van alle Hindoe geschriften te zijn. Er zijn 4 grote vedas: Rig Ved, Yajur Ved, Sam Ved en AtharvaVed.
1. Yajur Ved
i) Beschouw de volgende verzen uit de Yajur ved :
“Na tasya pratima asti”
"Er is geen afbeelding van Hem"5
[Yajurved 32 : 3]
Verder zegt het “Omdat Hij ongeboren is, verdient Hij onze aanbidding.”
“Er is geen afbeelding van Hem wiens glorie zeker groot is. Hij behoudt in Hem alle lichtgevende objecten als de zon etc. Moge Hij mij geen pijn doen, dit is mijn gebed. En omdat Hij ongeboren is verdient Hij onze aanbidding”
[The Yajurveda by Devi Chand M. A. pg 377]
ii) “Hij is lichaamsloos en puur.” Staat vermeld in Yajurved 40 : 8:
“Hij heeft het Heldere, Lichaamloze, Wondloze en Zenuwloze puurheid verworven welke het kwaad niet kan doorboren. Ver-ziend, wijs, medeleven tonend, Hij, de zelfontstane heeft doelen voorgeschreven, als eisen voor fatsoen, tot de Oneindigheid Der Jaren”.
[Yajurved 40 : 8]
[Yajurveda samhita by Ralph I. H. Griffith pg 538]
iii) Het wordt ook genoemd in de Yajur Veda :-
“Andhatama pravishanti ye asambhuti mupaste”
"Zij gaan het duister in, zij die natuurlijke dingen aanbidden.", bijvoorbeeld lucht, water, vuur etc. "Zij zullen steeds dieper vallen in de duisternis, zij die Sambhuti aanbidden. Sambhuti betekent gemaakte dingen, zoals een tafel, stoel, idool etc.”
[Yajurved 40 : 9]7
iv) Het vermeldt ook een gebed waarin wordt gezegd:
"Leid ons naar het goed pad en verwijder onze zonden die ons laten dwalen"
[Yajurveda chapter 40 :16]8
2. Atharva ved
Beschouw de volgende verzen van Atharva ved :-
i) “Dev maha osi”
"God is waarlijk groot"
[Atharvaveda 20 58 :3]
“Voorwaar, Surya, Gij zijt groot; waarlijk, aditya, Gij zijt groot. Net als gij groot zijt voorzeker Uwe grootheid is bewonderenswaardig. Ja waarlijk, groot zij Gij O God”.
(Atharveda Samhiti vol 2 William Dmight Whitney pg 910)
Een éénzelfde boodschap is gegeven in de Edele Koran in Surah Rad :
“Hij is de Grote, de Verhevene.”
[De Edele Koran 13 :9]
3. Rig Ved
i) De oudste van alle vedas is de Rig veda. Het wordt ook wel gezien als het meest heilige geschrift door de Hindoes. The Rig Ved vermeld dat "Wijzen (geleerde priesters) één God bij vele namen noemen".
[Rigveda 1:164:46)]
ii) The Rigveda geeft niet minder dan 33 verschillende benamingen aan de Almachtige God, Velen van deze worden vermeld in het Rigveda boek 2 hymn 1
Onder de variërende benamingen die worden gegeven in Rigveda is één van de mooie benamingen ‘Brahma’. Deze wordt genoemd in Subh II vers 3 en betekent de Schepper. Vertaald naar het Arabisch betekent dit “Khaliq’. Moslims hebben er geen bezwaar tegen wanneer de Almachtige God wordt benoemd als ‘Khaliq’, ‘de Schepper’ of ‘Brahma’. Hoewel Moslims niet
voorschrijven dat ‘Brahma’ de God is die vier hoofden heeft (aoedubillah), Moslims keuren dit sterk af.
Een beschrijving geven aan de Almachtige God in antropomorfische termen druist ook in tegen het volgende vers van Yajurveda:
“Na tasya Pratima asti’
(Er is geen afbeelding van Hem)
[Yajur Ved 32 : 3]
Een andere mooie eigenschap die genoemd wordt in het Rigveda Boek II hymn 1 vers 3 (R.V. 2:1:3) is Vishnu. ‘Vishnu’ betekent ‘De Schenker van onderhoud’. Vertaald in het Arabisch betekent dit ‘Rabb’. Nogmaals, Moslims hebben er geen bezwaar tegen als de Almachtige God wordt aangeduid als ‘Rabb’ of ‘De Schenker van onderhoud’ of ‘Vishnu’. Maar het populaire beeld van Vishu onder de Hindoes is dat van een God met vier armen, waarvan één van de rechter armen de ‘Chakra’ (een discus) vasthoudt. Verder wordt gezegd dat één van de linker armen een schelp draagt en dat de Vishnu op een vogel rijdt of rust op een stoel van slangen. Moslims kunnen dit beeld van God nooit accepteren. Zoals eerder genoemd druist dit ook in tegen Yajurveda hoofdstuk 40 vers 19.
iii) Beschouw de volgende verzen van Rigved:
“Ma chidanyadvi shansata”
“O vrienden, richt uw aanbidding tot niemand anders dan Hem, de Goddelijke”.
[Rigveda Book 8 :1:1]10
[Rigveda samhiti vol ix, pagina 1 en 2 geschreven door Swami Satyaprakash Sarasvati en satyakam Vidhya Lankar]
iv) “De wijze Yogis concentreren hun gedachten, en richten hun gedachten zowel in de Algehele Realiteit, welke omnipresent (overal aanwezig), Groot en omniscient (Alwetend) is. Hij alleen, die hun functies kent, geeft opdracht aan de zintuigelijke organen om hun respectievelijke taken uit te voeren. Voorwaar, groot is de heerlijkheid van de Goddelijke Schepper”.
[Rigveda 5:81] 11
[Rigveda Samhiti deel 6 pagina 1802 en 1803 geschrevene door Swami SatyaPrakash Saraswati en Satyakam Vidhyalanka]
Brahma Sutra ovan de Hindoe Vedanta:
De Brahma Sutra van de Hindoe Vedanta is:
“Ekam Brahm, dvitiya naste neh na naste kinchan”
"Er is alleen maar één God, niet een tweede, helemaal niet, helemaal niet, zelfs niet in de kleinste soort”.
Dus alleen een kalme bestudering van de Hindoeïstische geschriften kan iemand helpen om het concept van God binnen het Hindoeïsme te begrijpen.
CONCEPT VAN GOD IN HET SIKHISME:
Het Sikhisme is een niet-Semitsche, Arische, niet-Vedische religie. Hoewel het Sikhisme niet één van de grote wereldreligies is, is het een tak van het Hindoeïsme die is opgericht door Guru Nanak aan het eind van de 15e eeuw. Het is ontstaan in Punjab, een gebied in de omgeving van Pakistan en Noord West India. Punjab betekent het land van de vijf rivieren. Guru Nanak is geboren in een Kshatriya (krijgers kaste) van een Hindoeïstische familie maar was sterk beïnvloed door de Islam en Moslims.
DEFINITIE VAN SIKH EN HET SIKHISME
Het woord ‘Sikh’ is afgeleid van het woord ‘Sisya’ wat dicipel of volgeling betekent. Het Sikhisme is een religie van 10 Gurus, waarvan de eerste Guru Nanak was en de laatste Guru Gobind Singh. Het heilige boek van het Sikhisme is Sri Guru Granth, ook wel Adi Granth Sahib genoemd.
DE VIJF – ‘K’S
Elke Sikh wordt geacht zich te houden aan de vijf K’s, die ook wel dienst doen als zijn identiteit.
(i) Kesh – ongeknipt haar; waar alle Gurus zich aan houden
(ii) Kangha – kam; deze wordt gebruikt om het haar schoon te houden
(iii) Kada – metalen of stalen armband; voor kracht en om je impulsen te bedwingen
(iv) Kirpan – dolk; voor zelfverdediging
(v) Kaccha – speciale lendendoek dat tot de knieën reikt en behendigheid bevordert
MUL MANTRA :- DE FUNDAMENTELE BELIJDENIS VAN HET SIKHISME
De beste definitie die een Sikh kan geven wat betreft het concept van God in het Sikhisme, is het opzeggen van de “Mul Mantra”. Dit is de fundamentele belijdenis van het Sikhisme die ontstond met de komst van Guru Granth Sahib.
In Sri Guru Granth Sahib deel 1 Japuji, eerste vers staat:
“Er bestaat maar één God, Hij wordt de ware Schepper genoemd, vrij van angst en haat, onsterfelijk en niet verwekt, zelf bestaand, Groot en barmhartig”.
Het Sikhisme beveelt zijn volgelingen het strenge monotheïsme op. Het
gelooft in de Enige Opperste God, die in de niet gemanifesteerde vorm ‘ek omkara’ wordt genoemd.
In de herkenbare vorm wordt Hij Omkara genoemd en heeft Hij verschillende eigenschappen zoals:
Kartar – De Schepper
Sahib – De Koning
Akal – De Eeuwige
Sattanama – De Heilige
Parvardigar – De Liefhebbende Rahim – De Barmhartige
Karim – De Welwillende
Hij wordt ook wel ‘Wahe Guru’ genoemd – De Enige Ware God.
Naast het feit dat het Sikhisme een strict monotheïstische religie is, gelooft het niet in Avataravada (incarnatie). De Almachtige God heeft zichzelf niet geïncarneerd zoals dat bekend is in Avatara. Het Sikhisme is daarnaast ook sterk tegen afgoderij.
Guru Nanak beïnvloed door Kabir
Guru Nanak was zodanig beïnvloed door de uitspraken van Sant Kabir dat verschillende hoofdstukken van Shri Guru Nanak Sahib coupletten bevatten van Sant Kabir.
Één van de bekende coupletten van Sant Kabir is:
“Dukh mein Sumirana sabh karein Sukh mein karein na koya Jo sukh mein sumirana karein To dukh kaye hoye”
(Iedereen gedenkt God wanneer er problemen zijn, maar niemand gedenkt hem in tijden van vrede en blijdschap. Degene die God gedenkt in tijden van vrede en blijdschap, waarom zal hij problemen moeten hebben?).
Vergelijk dit met het volgende vers uit de Edele Koran.
“En als tegenspoed de mens treft, dan roept Hij zijn Heer aan, tot Hem terugkerend; maar wanneer hem daarna een genieting van Hem geschonken wordt, dan vergeet hij (de tegenspoed) waarvoor hij Hem voorheen aanriep, en kent hij deelgenoten naast Allah toe om van Zijn Weg te doen afdwalen. Zeg (O Moehammad): “Geniet maar even van je ongeloof: voorwaar, jij behoort tot de bewoners van de Hel”.
[Edele Koran 39:8]
CONCEPT VAN GOD IN HET ZOROASTRISME:
Het Zoroastrisme is een oude Arische religie die zijn oorsprong 2500 jaar terug in Perzië kent. Hoewel het relatief weinig volgelingen kent, minder dan 130.000 in de hele wereld, is het één van de oudste religies.De Iraanse Profeet Zoroaster was de grondlegger van het Zoroastrisme (ook bekend als Parsisme). De heilige geschriften van het Parsisme zijn de Dasatir en Avesta.
God in het Zoroastrisme staat bekend als ‘Ahura Mazda’. ‘Ahura’ betekent ‘de God’ en ‘Mazda’ betekent ‘de Wijze’. Zo wordt Ahura Mazda vertaald als ‘de Wijze Heer’ of ‘de Wijze God’. Ahura Mazda staat voor een strikte vorm van een monotheïstische God.
De kwaliteiten van God volgens Dasatir :
Volgens Dasatir, heeft Ahura Mazda de volgende kwaliteiten:
(i) Hij is Één.
(ii) Niets lijkt op Hem.
(iii) Hij is zonder begin of einde.
(iv) Hij heeft geen vader of moeder, vrouw of zoon.
(v) Hij is zonder lichaam of vorm.
(vi) Noch het oog kan Hem aanschouwen, noch is de kracht van het denken in staat hem bevatten
(vii) Hij staat boven alles wat iemand zich kan inbeelden.
(viii) Hij staat dichter bij jou dan jijzelf.
Kwaliteiten van God volgens Avesta
Volgens Avesta, geven de Gathas en de Yasna verschillende karakteristieken aan Ahura Mazda zoals
(i) Schepper
(Yasna 31:7 & 11) (Yasna 44:7) (Yasna 50:11) (Yasna 51:7)
(ii) De Meest Machtige – de Grootste
(Yasna33:11) (Yasna 45:6)
(iii) Weldadig –‘Hudai’.
(Yasna 33:11) (Yasna 48:3)
(iv) Overvloedig – ‘Spenta’;
(Yasna 43:4,5,7,9,11,13,15) (Yasna 44:2) (Yasna 45:5) (Yasn 46:9) (Yasna 48:3)
CONCEPT VAN GOD IN HET JODENDOM:
Het Jodendom is één van de grote Semitische religies. De volgelingen staan bekend als Joden en zij volgen de profetische missie van de Profeet Mozes (vzmh).
(i) Het volgende vers van Deuteronomium bevat een vermaning van Mozes (vzmh).
“Shama Israelu Adonai Ila Hayno Adna Ikhad”
Dit is een Hebreeuws citaat wat betekent:
“Hoor, Israël! de HEERE, onze God, is een enig HEERE! [Statenvertaling Bijbel, Deut 6:4]
(ii) Beschouw de volgende verzen van het Boek van Jesaja:
“Ik, Ik ben de HEERE, en er is geen Heiland behalve Mij.”
[Statenvertaling Bijbel, Jesajah 43:11]
(iii)“Ik ben de HEERE, en niemand meer, buiten Mij is er geen God.”
[Statenvertaling Bijbel, Jesajah 45 : 5]
(iv)“Gedenkt dat Ik God ben, en er is geen God meer, en er is niemand gelijk aan Mij.”
[Statenvertaling Bijbel, Jesajah 46:9]
(iv) Het Jodendom veroordeelt afgoderij in de volgende verzen:
“Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. Gij zult u geen gesneden beeld, noch enige gelijkenis maken, van hetgeen boven in den hemel is, noch van hetgeen onder op de aarde is, noch van hetgeen in de wateren onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de HEERE uw God, ben een ijverig God, Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde, en aan het vierde lid dergenen, die Mij haten..” [Statenvertaling Bijbel, Exodus 20:3-5]
(iv) Eenzelfde boodschap wordt herhaald in het boek Deuteronomium:
“Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. Gij zult u geen gesneden beeld maken, noch enige gelijkenis, van hetgeen boven in den hemel, of onder op de aarde is; of in het water onder de aarde is; Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de
HEERE, uw God, ben een ijverig God, Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, en aan het derde, en aan het vierde lid dergenen, die Mij haten..”
[Statenvertaling Bijbel, Deut 5:7-9]
CONCEPT VAN GOD IN HET CHRISTENDOM:
Het Christendom is een Semitische religie, die beweert bijna twee miljard aanhangers te hebben over de hele wereld. Het Christendom dankt zijn naam aan Jezus Christus (Vrede zij met hem). Jezus (vzmh) is ook een gerespecteerd figuur in de Islam. Islam is de enige niet-Christelijke religie die het geloof in Jezus (vzmh) voorschrijft:
Voordat we het concept van God in het Christendom gaan bespreken, onderzoeken we eerst de positie van Jezus (vzmh) in de Islam:
(i) Islam is de enige niet-Christelijke religie die het geloof in Jezus (vzmh) onderschrijft. Een moslim kan geen moslim zijn wanneer hij niet gelooft in Jezus (vzmh).
(ii) Wij geloven dat hij één van de machtigste boodschappers van Allah (SWT) is.
(iii) Wij geloven dat hij op miraculeuze wijze is geboren, zonder tussenkomst van een man. Vele moderne Christenen geloven dit niet.
(iv) Wij geloven dat Hij met Gods toestemming leven gaf aan de doden.
(v) Wij geloven dat Hij met Gods toestemming de blinden en melaatsen kon genezen.
Men kan zich afvragen, als zowel Moslims als Christenen Jezus (vzmh) liefhebben en respecteren, waar precies het verschil tussen beide groepen zit. Het grote verschil tussen Islam en Christendom is het geloof van Christenen in de veronderstelde Goddelijkheid van Jezus (vzmh). Het bestuderen van de Christelijke geschriften laat zien dat Jezus (vzmh) deze Goddelijkheid nooit heeft beweerd. Sterker nog, er is geen enkele ondubbelzinnige verklaring in de gehele Bijbel waarin Jezus (vzmh) zegt: “Ik ben God” of waar hij zegt, “Aanbid mij”. De Bijbel bevat juist verklaringen toegeschreven aan Jezus (vzmh) waarin hij het tegendeel predikt. Beschouw de volgende verklaringen uit de Bijbel, die zijn toegeschreven aan Jezus (vzmh):
“Mijn Vader is Meerder dan Ik”
(Statenvertaling Bijbel, Johannes 14:28)
“Mijn Vader, die ze Mij gegeven heeft, is meerder dan allen”
(Statenvertaling Bijbel, Johannes 10:29)
“Maar indien Ik door den Geest Gods de duivelen uitwerp….”
(Statenvertaling Bijbel, Mattheüs 12:28)
“…. door de vinger Gods de duivelen uitwerp..…”
(Statenvertaling Bijbel, Lukas 11:20)
“Ik kan van Mijzelven niets doen. Gelijk Ik hoor, oordeel Ik, en Mijn oordeel is rechtvaardig; want Ik zoek niet Mijn wil, maar den wil des Vaders, Die Mij gezonden heeft.” ( Statenvertaling Bijbel, Johannes 5:30)
De missie van Jezus Christus (vzmh) – hij kwam om de wet te volbrengen:
Jezus (vzmh) heeft nooit beweerd zelf goddelijk te zijn. Hij heeft de aard van zijn missie duidelijk aangekondigd. Jezus (vzmh) is door God gezonden om de voorgaande Joodse wet te bevestigen. Dit staat duidelijk in de volgende uitspraken die aan Jezus (vzmh) worden toegeschreven in het Evangelie van Mattheüs:
Meent niet, dat Ik gekomen ben, om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen, om die te ontbinden, maar te vervullen. Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet een jota noch een tittel van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied. Zo wie dan een van deze minste geboden zal ontbonden, en de mensen alzo zal geleerd hebben, die zal de minste genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar zo wie dezelve zal gedaan en geleerd hebben, die zal groot genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen. Want Ik zeg u: Tenzij uw gerechtigheid overvloediger zij, dan der Schriftgeleerden en der Farizeën, dat gij in het Koninkrijk der hemelen geenszins zult ingaan.
(Statenvertaling Bijbel, Matheüs 5: 17-20)
God heeft Jezus (vzmh) gestuurd:
De Bijbel noemt de profetische aard van de missie van Jezus (vzmh) in de volgende verzen:
“… en het woord dat gijlieden hoort, is het Mijne niet, maar des Vaders, Die Mij gezonden heeft..
(Statenvertaling Bijbel, Johannes 14:24)
“En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtigen God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt..”
(Statenvertaling Bijbel,Johannes 17:3)
Jezus (vzmh) weerlegt zelfs een suggestie wat betreft zijn goddelijkheid.
Beschouw de volgende gebeurtenis die in de Bijbel wordt genoemd.
“En ziet, er kwam een tot Hem, en zeide tot Hem: Goede Meester! wat zal ik goeds doen, opdat ik het eeuwige leven hebbe? En Hij zeide tot hem: Wat noemt gij Mij goed? Niemand is goed dan Een, namelijk God. Doch wilt gij in het leven ingaan, onderhoud de geboden.” (Statenvertaling Bijbel, Mattheüs 19: 16 17)
Bovenstaande uitspraken in de Bijbel weerleggen de Christelijke stelling dat Jezus (vzmh) Goddelijk is. Ook wordt de verlossing door het offer van Jezus weerlegd. Jesus (vzmh) vermaant het volgen van de geboden als middel om gered te worden.
Jezus (vzmh) van Nazareth – een man van God:
De volgende uitspraak in de Bijbel ondersteunt het Islamitische geloof dat Jezus (vzmh) een profeet van God was. “Gij Israëlietische mannen, hoort deze woorden: Jezus den Nazarener, een Man van God, onder ulieden betoond door krachten, en wonderen, en tekenen, die God door Hem gedaan heeft, in het midden van u, gelijk ook gijzelven weet; (Statenvertaling Bijbel, Handelingen 2: 22)
Het eerste gebod is dat God één is:
De bijbel ondersteunt het Christelijke geloof in de drie-eenheid helemaal niet. Één van de schriftgeleerden vroeg Jezus (vzmh) eens wat het eerste gebod van alle geboden was, waarop Jezus (vzmh) meerdere malen herhaalde wat Mozes (vzmh) eerder had gezegd, namelijk:
“Shama Israelu Adonai Ila Hayno Adna Ikhat”.
Dit is een Hebreeuws citaat, wat betekent:
“Hoor, O Israël: De HEERE, onze God, is een enig HEERE.”
(Statenvertaling Bijbel, Marcus 12:29)
CONCEPT VAN GOD IN DE ISLAM:
De Islam is een Semitische religie, die meer dan 1.2 miljard aanhangers heeft over de hele wereld. Het woord ‘Islam’ betekent “overgave aan de wil van Allah”. Moslims accepteren de Koran als het woord van God, wat is overgeleverd aan de Profeet Mohammed (vrede zij met hem). Islam zegt dat Allah door de jaren heen profeten en boodschappers heeft gestuurd met het bericht van de Eénheid van God, en verantwoording in het Hiernamaals. In Islam is een onderdeel van de religie het geloof in de vroegere profeten, beginnend bij Adam, en vervolgens Noach, Abraham, Ismaël, Izaäk, Jacob, Mozes, David, Johannes, Jezus en vele anderen (vrede zij met hen allen).
De meest beknopte definitie van God:
De meest beknopte definitie van God in Islam is gegeven in de vier verzen van Surah Ikhlas. Dit is hoofdstuk 112 van de Edele Koran:
1. “Zeg: “Hij is Allah, de Enige.
2. Allah is de Enige van Wie al het geschapene afhankelijk is.
3. Hij heeft niet verwekt en is niet verwekt.
4. En niet één is aan Hem gelijkwaardig.”
[Edele Koran 112:1-4]
Het woord ‘Assamad’ is moeilijk te vertalen. Het betekent ‘het absolute bestaan’, wat alleen kan worden toegeschreven aan Allah. Al het andere bestaat tijdelijk of voorwaardelijk, niet eeuwig. Het betekent daarnaast dat Allah van niets of niemand afhankelijk is. Alles en iedereen is afhankelijk van Allah.
Surah Ikhlas - de toetssteen van de theologie:
Surah Ikhlas (Hoofdtuk 112) van de Edele Koran, is de toetssteen van de theologie. ‘Theo’ betekent in het Griek God en logie betekent studie. Zodoende betekent Theologie het bestuderen van God en voor moslims geven de vier zinnen van Surah Ikhlas de definitie van God weer. Daarom dient deze Surah als de toetssteen van het bestuderen van God. Een ieder die zegt Goddelijk te zijn moet worden onderworpen aan deze toetssteen. Gezien de eigenschappen van Allah zoals in deze Surah beschreven uniek zijn, kunnen valse goden en degenen die zeggen Goddelijk te zijn makkelijk worden uitgesloten.
Wat zegt Islam over ‘menselijke goden’?
India wordt vaak het land van de menselijke goden genoemd. Dit heeft te maken met de vele zogenaamde spirituele meesters in India. Veel van deze ‘baba’s’ en ‘heiligen’ hebben een grote groep volgelingen in verschillende landen. Islam verafschuwt de vergoddelijking van elk menselijk wezen.
Om de Islamitische kijk op dergelijke menselijke goden te begrijpen, nemen we één van hen als voorbeeld: Osho Rajneesh. Rajneesh was één van de vele spirituele meesters die India heeft gehad. In Mei 1981 is hij naar de Verenigde Staten gegaan en heeft daar een stad opgezet genaamd ‘Rajneeshpuram’. Later viel hij door de mand in het Westen en werd uiteindelijk gearresteerd en het land uitgezet. Teruggekomen in India startte hij een gemeenschap in Pune die nu bekend staat als de ‘Osho’ gemeenschap. Rajneesh overleed in 1990. De volgelingen van Osho Rajneesh geloven dat hij de Almachtige God is. Wanneer je de ‘Osho gemeenschap’ in Pune bezoekt, vind je de volgende tekst op zijn grafsteen:
“Osho - nooit geboren, nooit gestorven; heeft alleen planeet ‘de aarde’ bezocht tussen 11 december 1931 en 19 januari 1990”.
Ze vergeten alleen te vermelden dat hij voor 21 verschillende landen nooit een visa heeft gekregen. De volgelingen van Rajneesh zien geen probleem in het feit dat hun ‘god’ die de aarde bezocht een visum nodig had om een land te mogen binnentreden! De aardsbischop van Griekenland zei dat als Rajneesh niet gedeporteerd was, ze zijn huis zouden hebben verbrand en ook zijn discipelen.
Let us put this candidate to divinity, Bhagwan Rajneesh, to the test of Surah Ikhlas, the touchstone of theology:
Laten we kijken of deze persoon die beweert Goddelijk te zijn, Rajneesh, voldoet aan de toetssteen van theologie: Surah Ikhlas:
i) Het eerste criterium is “Zeg, Hij is Allah, de Enige”. Is Rajneesh de enige? Nee! Er zijn vele mensen zoals Rajneesh die beweren Goddelijk te zijn. Sommige discipelen van Rajneesh geloven misschien nog steeds dat hij de enige is.
ii) Het tweede criterium is, “Allah is absoluut en eeuwig”. Rajneesh was dit overduidelijk niet. Hij is namelijk gestorven in 1990. Door zijn biografie is bekend dat hij leidde aan diabetes, astma en chronische rugpijn. Hij beweerde dat de regering van de Verenigde Staten hem in de gevangenis langzaam vergiftigde. Stel je voor, de Almachtige God die
vergiftigd wordt! Rajneesh was absoluut noch eeuwig.
iii) Het derde criterium is “Hij heeft niet verwekt en is niet verwekt”. We weten dat Rajneesh geboren is in Jabalpur in India en zowel een vader als moeder had die later beide discipelen van hem werden.
De vierde test, welke het meest strict is, is “Er is niets aan Hem gelijkwaardig”. Op het moment dat je kunt inbeelden hoe “God” eruit ziet of iets kunt vergelijken met Hem, dan is de persoon die Goddelijk claimt te zijn niet God. Het is niet mogelijk om je een beeld van de Ene Ware God te vormen. We weten dat Rajneesh een mens was met een witte golvende baard. Hij had 2 ogen, 2 oren, 1 neus en 1 mond. Er zijn vele foto’s en posters van Rajneesh beschikbaar. Het moment waarop je God kunt inbeelden, is datgene of diegene niet God.
Velen zijn geneigd om antropomorfe vergelijkingen te maken zoals de titel ‘Mr. Universe’ of ‘de sterkste man ter wereld’. Wat is de conclusie uit dit gedeelte van de toetssteen? Niemand kan voor deze test slagen behalve de Enige Ware God.
Met welke naam roepen we God aan?
Moslims preferen het woord Allah te gebruiken in plaats van het Nederlandse woord “God”. Het Arabische woord Allah is puur en uniek, in tegenstelling tot het woord God, die ook een andere betekenis of associatie kan hebben.
Wanneer je 'en' toevoegt aan het woord God, staat er Goden. Dit is het meervoud van God. Allah is enkelvoud, er bestaat geen meervoud van dit woord. En als je 'in' toevoegt aan God, staat er Godin. Dit is een vrouwelijke God. Er bestaat niets zoals een mannelijke Allah of een vrouwelijke Allah. Allah heeft geen geslacht. Als je 'nep' voor het woord God plaatst, staat er nepgod. Het woord Allah is uniek, wat niet veranderd kan worden en waarbij iemand zich geen beeld kan vormen. Om die reden preferen Moslims het woord Allah boven het woord God. Echter, wanneer met niet-moslims wordt gesproken gebruiken we het woord God in plaats van Allah. Aangezien de doelgroep van dit boek van algemene aard is en bestaat uit zowel moslims als niet-moslims, heb ik op sommige plaatsen in dit boek het woord God gebruikt in plaats van Allah.
God neemt geen menselijke vorm aan:
Sommige mensen zeggen: als God alles kan, waarom kan Hij dan geen menselijke vorm aannemen? Als God zou willen kan hij een mens worden. Maar dan zou hij niet langer God zijn, omdat de eigenschappen
van God en de eigenschappen van mensen totaal verschillend zijn. In de volgende paragrafen wordt beschreven hoe absurd het is wanneer God een mens zou worden.
God is onsterfelijk en de mens niet. Je kunt niet een menselijke God hebben die op hetzelfde moment onsterfelijk is. Dat is nietszeggend. God heeft geen begin, terwijl mensen dit wel hebben. Je kunt geen mens hebben zonder begin, en die op hetzelfde moment wel een begin heeft. Mensen hebben een eind. Je kunt geen mens hebben zonder eind, die op hetzelfde moment wel een eind heeft. Het is nietszeggend.
De Almachtige God heeft geen voedsel nodig om in leven te blijven, terwijl de mensheid dit wel nodig heeft.
“Hij is Degene die voedt, maar Hij wordt niet gevoed ”
[Edele Koran 6 :14]
God heeft geen rust of slaap nodig, terwijl de mensheid niet oneindig zonder slaap kan.
“Maar Hij - de Levende, De Zelfstandige, de Eeuwige. Sluimer noch slaap kan Hem treffen, aan Hem behoort toe wat er in de hemelen en wat er op de aarde is.”
[Edele Koran2:255]
Het aanbidden van andere mensen is nutteloos:
Als het idee van God die een mens wordt onacceptabel is, moeten we het er ook over eens zijn dat het om die reden geen nut heeft een mens te aanbidden. Als God een menselijke vorm aanneemt, is Hij geen God meer en heeft Hij alle eigenschappen van een mens. Een voorbeeld: Wanneer een briljante professor een ongeluk krijgt waarbij hij onherstelbaar geheugenverlies oploopt, zou het niet slim zijn als studenten lessen van hem blijven volgen over dat onderwerp waarover Hij geen kennis meer heeft.
Sterker nog, wanneer God de vorm van een mens aanneemt, kan deze persoon daarna nooit weer God worden. Dit omdat de mensheid per definitie niet over de krachten beschikt om in God te veranderen. Het aanbidden van God in menselijke vorm is daarom logischerwijs fout en zou in alle opzichten verafschuwd moeten worden.
Dat is de reden waarom de Edele Koran alle vormen van antropomorfisme tegenspreekt. De Edele Koran zegt in het volgende vers:
"Niets is aan Hem gelijk"
(Edele Koran 42:11)
God voert geen niet-Goddelijke handelingen uit:
De eigenschappen van de Almachtige God sluiten al het kwaad uit aangezien God de bron is van gerechtigheid, barmhartigheid en de waarheid. God zal nooit iets niet-goddelijks doen. Daarom kunnen wij ons niet voorstellen dat God ooit zou liegen, een fout maakt, iets vergeet en dergelijke andere menselijke fouten begaat. Tegelijkertijd kan God onrecht doen wanneer Hij dat wil, echter zou Hij dit nooit doen gezien onrechtvaardig zijn een niet-goddelijke daad is.
De Edele Koran zegt:
“Voorwaar Allah behandelt niemand in de geringste mate onrechtvaardig”
([Edele Koran 4:40)
God vergeet niet en Hij maakt geen fouten:
God zal nooit iets vergeten omdat vergeten een niet-goddelijke eigenschap is, die riekt naar menselijke beperkingen en falen. Tegelijkertijd zal God nooit een fout maken omdat fouten maken ook een niet-goddelijke eigenschap is.
“…… Mijn Heer maakt geen fouten en vergeet niet”.
[Edele Koran (20:52)]
God voert Goddelijke daden:
Hij heeft macht over alles. Het Islamitische concept van God is dat god macht heft over alles. De Heilige Koran zegt op meerdere plaatsen:
“Voorwaar, Allah is Almachtig over alle zaken”
[Edele Koran (2:106)]
[Edele Koran (2:109)]
[Edele Koran (2:284)]
[Edele Koran (3:29)]
[Edele Koran (16:77)]
[Edele Koran (35:1)]
Verder zegt de Glorieuze Koran:
“Allah is de Uitvoerder van wat Hij wil”
[Edele Koran (85:16)]
We moeten niet vergeten dat Allah alleen Goddelijke daden uitvoert en geen niet-goddelijke.
Vele religies geloven ergens, direct of indirect, in de filosofie van het antropomorfisme. Dit wil zeggen dat God een menselijke vorm aanneemt. Zij stellen dat de Almachtige God zo puur en heilig is dat Hij zich niet bewust is van de moeilijkheden, tekortkomingen en gevoelens van mensen. Om de mensheid beter te begrijpen kwam Hij naar de aarde in een menselijke vorm. Deze misleidende logica heeft door de eeuwen heen miljoenen mensen van het rechte pad geleid. Laten we deze stelling analyseren en kijken of het logisch is.
De Schepper bereidt de handleiding voor:
Allah (swt) heeft ons begunstigd met verstand en intelligentie. We produceren en vinden gebruiksvoorwerpen uit voor specifieke doeleinden. Videorecorders bijvoorbeeld, worden in grote aantallen gemaakt. Niemand heeft ooit gesuggereerd dat de fabrikant die dergelijke videorecorders maakt, zelf een
videorecorder moet worden om te begrijpen hoe dit product werkt. Een ieder gaat er vanuit dat de fabrikant een handleiding zal publiceren, gezien hij de volledige kennis heeft over het product. De handleiding geeft in het kort de ‘do's en dont's’ weer van het product.
Als je de mens gaat zien als een product of machine, is het inderdaad een complexe creatie van Allah (swt). Onze Heer en Schepper Allah (swt) hoeft niet in de vorm van een mens naar de aarde te komen om te weten wat goed en slecht is voor de mensheid. Hij hoeft alleen de handleiding aan de mensheid te geven. De Edele Koran wordt gezien als een dergelijke handleiding voor de mens om te weten wat goed en slecht voor hem is.
Bovendien zal Allah de mensheid op de Dag des Oordeels ter verantwoording roepen. Het is dan ook logisch dat de Schepper ons informeert over wat wel en niet toegestaan is in het leven.
Allah heeft Boodschappers uitgekozen:
Allah (swt) hoeft niet persoonlijk naar de aarde te komen om deze handleiding te schrijven. Door de jaren heen heeft Allah in elke natie mensen uitgekozen om deze Goddelijke boodschap over te brengen aan de andere mensen. Deze gekozen mensen worden boodschappers en profeten van God genoemd.
Sommige mensen zijn ‘blind’ en ‘doof’::
Ondanks dat de filosofie van het antropomorfisme absurd is, geloven en prediken volgelingen van vele religies het. Is dit geen belediging voor de
intelligentie van de mens en de Schepper die ons deze intelligentie heeft gegeven? Dergelijke mensen zijn waarlijk ‘doof’ en ‘blind’ ondanks dat zei gehoor en zicht hebben gekregen van Allah. De Edele Koran zegt:
“(Zij zijn) doof, stom, en blind (van hart), daarom keren zij niet terug.”
[Edele Koran 2:18]
De Bijbel geeft eenzelfde boodschap in Mattheüs:
“Daarom spreek Ik tot hen door gelijkenissen, omdat zij ziende niet zien, en horende niet horen, noch ook verstaan.”
[Statenvertaling Bijbel, Mattheüs13:13]
Eenzelfde boodschap wordt ook gegeven in de Hindu Geschriften in de Rigveda
“Er kan iemand zijn die de wereld ziet, en toch niet ziet; er kan een ander zijn die deze woorden hoort, maar ze toch niet hoort”.
[Rigveda 10:71:4]
Al deze geschriften vertellen hun lezer dat er, hoewel aan hen de zaken duidelijk zijn gemaakt, toch veel mensen zijn die afdwalen van de waarheid.
Eigenschappen van God:
Aan Allah behoren de mooiste namen toe:
De Edele Koran zegt:
“Zeg: “Roept Allah aan of roept de Barmhartige aan. Waarbij jullie jullie Hem ook aanroepen: aan Hem behoren de Schone namen.”
[Edele Koran 17:110]
Een soortgelijke boodschap over de mooie namen van Allah wordt herhaald in de Edele Koran:
Surah Al-Aaraf (7:180), in Surah Taha (20:8) en in Surah Al-Hashr (59:23-24)
De Koran kent niet minder dan 99 verschillende eigenschappen aan de Almachtige God toe. De mooiste en belangrijkste naam is Allah. De Koran refereert onder andere naar Allah met de namen Ar-Rahman (De
Barmhartige), Ar-Raheem (De Genadevolle) en Al-Hakaam (De Alwijze). Je kunt Allah bij elke naam aanroepen die je wilt, maar het moet een mooie naam zijn en het mag niet verwijzen naar een beeld.
Elke eigenschap van God is uniek en alleen Hij kan erover beschikken:
Niet alleen beschikt God over deze unieke eigenschappen, iedere eigenschap is ook toereikend om God te identificeren. Ik zal dit verduidelijken. Laten we als voorbeeld Neil Armstrong nemen, een bekendheid.
Als iemand zegt dat Neil Armstrong een Amerikaan is dan bezit hij deze eigenschap, echter is deze eigenschap niet voldoende om hem te identificeren. Hetzelfde geldt voor de eigenschap ‘astronaut’. Neil Armstrong is een astronaut maar hij is niet uniek hierin. Om de persoon te identificeren moeten we op zoek naar een unieke eigenschap die alleen op hem van toepassing is. Bijvoorbeeld, Neil Armstrong is de eerste mens die op de maan is geweest. Dus als iemand vraagt wie de eerste persoon is die op de maan is geweest, is het enige antwoord Neil Armstrong. Hetzelfde geldt voor de eigenschappen van de Almachtige God, deze moeten uniek zijn. Zoals bijvoorbeeld Schepper van het Universum. Als ik zeg, maker van een gebouw, is dit mogelijk maar niet uniek. Duizenden mensen kunnen gebouwen maken, dus dan zou er geen verschil zijn tussen de mens en God. Maar elke eigenschap van Allah, kan alleen maar terugwijzen naar Hem, en naar niemand anders.
Bijvoorbeeld:
“Ar-Raheem”, de Meest Genadevolle
“Ar-Rahman”, de Meest Barmhartige
“Al-Hakeem”, de Alwijze
Dus wanneer iemand vraagt wie ‘Ar-Raheem” is, de Meest Genadevolle, is er maar één juist antwoord: Ar-Raheem is Allah.
Een eigenschap van God mag niet tegenstrijdig zijn met zijn andere eigenschappen:
We nemen weer het voorbeeld van Neil Armstrong. Stel iemand zegt dat Neil Armstrong een Amerikaanse astronaut is en hij maar 1.20 meter lang is. De eerste eigenschap (Amerikaanse astronaut) klopt, maar de tweede eigenschap (1.20 meter lang) die hier ook genoemd wordt klopt niet en is fout. Hetzelfde geldt wanneer iemand zegt dat God de Schepper van het
Universum is en Hij één hoofd, twee handen, twee voeten etc heeft. De eerste eigenschap (Schepper van het Universum) klopt, maar de daarmee geassocieerde eigenschap (één hoofd, twee handen, twee voeten etc) klopt niet en is fout.
Alle eigenschappen moeten wijzen naar één en dezelfde God:
Aangezien er maar één God is, moeten alle eigenschappen naar Hem en Hem alleen verwijzen. Door te zeggen dat Neil Armstrong een Amerikaanse astronaut was die als eerste mens op de maan is geweest, maar de tweede man Edwin Aldrin was, maak je een fout. Beide hebben unieke eigenschappen. Hetzelfde geldt wanneer wordt gezegd dat de Schepper één God is en dat de Liefhebbende een andere God is. Dit is absurd want er is maar één God, en Hij heeft al deze eigenschappen tezamen.
De Eénheid van God:
Sommige polytheïsten beweren dat het bestaan van meer dan één God niet onlogisch is. Laten we hen erop wijzen dat als er meer dan één God zou zijn, deze Goden met elkaar zullen concurreren omdat elke God zal proberen zijn wil op te leggen aan de andere Goden. Dit kan worden gezien in de mythologie van de polytheïstische en pantheïstische religies. Als een ‘God’ verslagen wordt of niet in staat is om anderen te verslaan, is hij zeker niet de enige ware God. Een denkwijze die ook populair is onder polytheïsten is het idee van meerdere Goden waarbij elke God zijn eigen taak en verantwoordelijkheid heeft. Elke God is verantwoordelijk voor een deel van het menselijk bestaan. Zo geloven ze in de Zonnegod, de God van regen etc. Dit geeft aan dat één God niet in staat is bepaalde taken uit te voeren en het laat ook zijn dat Hij onwetend is over de taken en verantwoordelijkheden van andere Goden. Er kan geen onwetende God zijn. Wanneer er meer dan één God zou zijn, zou dit leiden tot verwarring, wanorde en chaos. Maar het Universum is in totale harmonie.
De Edele Koran zegt:
“Als er (andere) goden dan Allah zouden zijn, dan zouden zij (de hemelen en de aarde) zeker vergaan: maar Heilig is Allah, Heer van de Troon, boven wat zij Hem toeschrijven!”
[De Edele Koran 21:22]
Als er meer dan één God zou zijn, zouden ze van elkaar wegnemen wat ze hebben gecreëerd. De Edele Koran zegt:
“Allah heeft zich geen kind genomen en er is geen god naar Hem! Dan zou iedere god weggaan met wat hij schiep en zouden zij elkaar overweldigen. Heilig is Allah boven wat zij (Hem) toeschrijven!”
[De Edele Koran (23:91)]
Zodoende is het bestaan van één Ware, Hoogste Almachtige God het enige logische concept van God.
Er zijn een paar agnostische religies zoals het Boeddhisme en confucianisme. Zij hebben geen uitgesproken mening over God. Enerzijds bevestigen ze Zijn bestaan niet, en anderzijds ontkennen ze het ook niet. Er zijn andere religies zoals het Jainisme. Dit zijn atheïstische religies die niet geloven in het bestaan van God.
(In sha Allah zal ik een boek uitgeven met de titel “Is de Koran het Woord van God?” Dit boek kan Alhamdulilah het bestaan van God bewijzen tegenover atheïsten en agnosten door middel van rede, logica en wetenschap op basis van de Edele Koran.
UITEINDELIJK GELOVEN ALLE RELIGIES IN HET MONOTHEÍSME:
Alle grote religies die in het bestaan van God geloven, op een hoger niveau, geloven uiteindelijk in één allerhoogste God. Alle religieuze geschriften spreken over monotheïsme, dat wil zeggen, het geloof in één ware God.
Mensen veranderen de geschriften in hun eigen voordeel:
Bij het verstrijken van de tijd zijn de meeste religieuze geschriften veranderd door mensen op een manier dat het in hun eigen voordeel is. Het motto van vele religies is zodoende veranderd van monotheïsme naar pantheïsme of polytheïsme. De Edele Koran zegt:
“Wee dan degenen die de Schrift met hun eigen handen schrijven en vervolgens zeggen: “Dit komt van Allah”. Om het te verruilen voor iets van geringe waarde. Wee dan hen vanwege wat hun handen geschreven hebben en wee hen vanwege wat zij verrichtten.”
[Edele Koran 2:79]
TAWHEED:
Definitie en categorieën:
Islam gelooft in ‘Tawheed’ wat niet alleen staat voor het monotheïsme (geloven in één God), maar veel meer. ‘Tawheed’ betekent letterlijk ‘eenwording’ of ‘verklaring van éénheid’ en stamt af van het Arabische werkwoord ‘Wahhada’. Dit betekent verenigen of consolideren.
Tawheed kan worden verdeeld in 3 categorieën.
(i) Tawheed ar-Ruboobeeyah
(ii) Tawheed al-Asmaa-was-sifaat
(iii) Tawheed al-Ibaadah.
a. Tawheed ar-Ruboobeeyah (behouden van de eenheid van de heerschappij)
De eerste categorie is ‘Tawheed ar-Ruboobeeyah’. ‘Ruboobeeyah’ stamt af van de wortel ‘Rabb’ wat Koning, Onderhouder en Liefhebbende betekent.
Daarom betekent ‘Tawheed-ar-Ruboobeeyah’ behouden van de eenheid van Heerschappij. Deze categorie is gebaseerd op het fundamentele concept dat alleen Allah al het levende heeft gemaakt toen er nog niks was. Hij heeft alles wat er bestaat uit het niets gemaakt en gecreëerd. Hij was de enige Schepper, Onderhouder en Liefhebbende van het gehele universum en alles daartussen, zonder dat Hij hier enige noodzaak voor heeft.
b. Tawheed al-Asmaa was-sifaat (Behouden van de eenheid van Allah’s naam en Zijn eigenschappen):
De tweede categorie is ‘Tawheed al Asmaa was Sifaat’ wat het behouden van Allah’s naam en eigenschappen betekent. Deze categorie is verdeeld in vijf aspecten:
(i) Allah zou moeten worden aangeduid zoals Hij Zichzelf beschreef en de Profeet dat deed:
Allah moet worden aangeduid zoals Hij Zichzelf en de Profeet dat deden. Zijn namen en eigenschappen moeten alleen worden uitgelegd bij hun duidelijke betekenis en behoren dus geen dubbelzinnige betekenissen te krijgen.
(ii) Allah moet worden beschreven zoals Hij Zichzelf heeft beschreven
Allah moet worden beschreven op een manier zonder dat Hij daarbij nieuwe namen of eigenschappen toebedeeld krijgt. Bijvoorbeeld, aan Allah mag de naam al-Ghaadib (de Boze) niet worden gegeven. Allah heeft wel gezegd dat Hij boos wordt maar noch Hij noch de Profeet hebben Hem deze naam ooit gegeven.
(iii)Allah moet worden beschreven zonder Hem eigenschappen te geven die Zijn creatie toebehoren,
Bij het verwijzen naar God moeten we er goed op letten dat we Hem geen eigenschappen toekennen die behoren aan datgene wat Hij heeft gecreëerd. Bijvoorbeeld in de Bijbel wordt God beschreven als iemand die spijt heeft van zijn slechte gedachten op dezelfde manier als mensen dat hebben wanneer zij fouten maken. Dit druist compleet tegen het principe van Tawheed in. God heeft geen berouw en Hij begaat geen fouten of vergissingen.
Het belangrijkste principe wanneer we het hebben over Allah’s eigenschappen, wordt gegeven in de Edele Koran in Surah Ash-Shurah:
“Niets is aan Hem gelijk. En Hij is de Alhorende, de Alziende.”
Hoewel horen en zien menselijke eigenschappen zijn, als ze worden toegeschreven aan het Goddelijk Wezen zijn ze perfect. Wanneer ze worden toegeschreven aan de mens die er oren en ogen voor nodig heeft, zijn ze dus niet perfect. Bovendien zijn sommige mensen beperkt in hun zicht en gehoor.
(iv) Er zou geen enkele eigenschap van God aan de mens mogen worden gegeven:
Het refereren naar een mens met éen van de eigenschappen van God is ook tegen het principe van Tawheed. Bijvoorbeeld, zeggen dat een persoon geen begin en geen einde heeft en dus eeuwig is.
(v) Allah’s namen mogen niet aan zijn schepselen worden gegeven. Sommige goddelijke namen zoals ‘Raoof’ en ‘Raheem’ zijn toegestane namen voor mensen zoals Allah ze aan een aantal profeten heeft gegeven. Maar Ar-Raoof (meest Vrome) en Ar-Raheem (meest Genadevolle) kunnen alleen gebruikt worden wanneer er ‘Abd’ voor wordt gezet. Dit betekent ‘slaaf van’ of ‘dienaar van’. Dan zou het dus Abdur-Raoof en Abdur-Raheem worden.
[Edele Koran (42:11)]
c. Tawheed al-Ibaadah (Behouden van de éénheid van aanbidding):
(i) Definitie en betekenis van 'Ibadaah':
'Tawheed al-Ibaadah' betekent het behouden van de éénheid van aanbidding of ‘Ibaadah’. Ibaadah stamt af van het Arabische woord ‘Abd’ wat slaaf of dienaar betekent. Zodoende betekent Ibaadah dienstbaarheid en aanbidding. Salaah (prayer) is één van de hoogste vormen van Ibaadah, maar het is niet de enige vorm. Mensen hebben het idee dat het aanbidden van de Almachtige God alleen het rituele gebed inhoudt, maar het concept van aanbidding in Islam betreft totale gehoorzaamheid, overgave en dienstbaarheid. Het volgen van de geboden van God en je onthouden van de dingen die Hij verboden heeft is Ibaadah (aanbidding) en om zo aanbeden te worden verdient alleen Allah en niemand anders.
(ii) Alle drie de categorieën tegelijkertijd volgen.
Alleen geloven in de eerste twee categorieën van Tawheed zonder Tawheed-al-Ibaadah uit te oefenen is zinloos. De Koran geeft voorbeelden van de ‘Mushrikeens’ (afgodendienaars) in de tijd van de Profeet die de eerste twee aspecten van Tawheed bevestigden. In de Edele Koran staat:
Zeg: “Wie schenkt jullie voorzieningen uit de hemel en de aarde, “of: “Wie heeft macht (over het scheppen van) het horen en het zien en wie brengt het levende voort uit het dode en wie brengt het dode voort uit het levende, en wie verordent het bestuur?” Zij zullen zeggen: “Alla.” Zeg dan: ”Zullen jullie (Allah) dan niet vrezen?”
[Edele Koran 10:31]
Eenzelfde voorbeeld wordt herhaald in Surah Zukhruf van de Edele Koran:
“En als je hun vraagt wie de hemelen en de aarde heeft geschapen en wie de zon en de maan heeft onderworpen, dan zullen zij zeker zeggen: “Allah”. Hoe komt het dan dat zij zo bedrogen worden”?
[Edele Koran 29:61]
De heidense Mekkanen wisten dat Allah hun Schepper, Onderhouder Koning en Meester was. Ondanks dat waren ze geen Moslims, omdat ze ook andere goden naast Allah aanbaden. Allah noemde hen ‘Kuffaars’ (ongelovigen) en ‘Mushrikeen (afgodendienaars en zij die partners naast God nemen).
“En de meesten van hen geloven niet in Allah zonder deelgenoten aan Hem toe te kennen!”
[Holy Qur’an 12:106]
Zodoende is Tawheed al-Ibaadah (behouden van eenheid van aanbidding) het meest belangrijke aspect van Tawheed. Hij alleen verdient het om aanbeden te worden en Hij alleen kan baat bieden aan mensen als ze Hem aanbidden.
SHIRK:
a. Definitie:
Het weglaten van één van de bovengenoemde categorieën van Tawheed, of het niet voldoende erkennen van een categorie wordt gezien als ‘shirk’. Letterlijk betekent shirk delen of associëren van partners. In Islamitische termen betekent shirk het associëren van partners aan Allah en dit is hetzelfde als afgoderij.
b. Shirk is de grootste zonde, die Allah nooit zal vergeven:
De Edele Koran beschrijft de grootste zonde in Surah Nisa:
“Voorwaar, Allah vergeeft niet dat aan Hem deelgenoten toegekend worden, maar Hij vergeeft daarnaast alles, aan wie Hij wil. En wie aan Allah deelgenoten toekent: die heeft waarlijk een geweldige zonde verzonnen”
[ Edele Koran 4:48]
Dezelfde boodschap wordt herhaald in Surah Nisa:
“Voorwaar, Allah vergeeft niet dat aan Hem deelgenoten worden toegekend, maar Hij vergeeft daarbuiten aan wie Hij wil. En wie deelgenoten aan Allah toekent, waarlijk, hij heeft ver gedwaald.”
[Edele Koran 4:116]
b. Shirk leidt naar het hellevuur:
De Koran zegt in Surah Maidah:
“Voorzeker, zij zijn ongelovig die zeggen: “Allah is de Masih, zoon van Maryam”. Hoewel de Masih zei: “O Kinderen van Israël, aanbidt Allah, mijn Heer en jullie Heer.” Voorwaar, hij die deelgenoten aan Allah toekent: Allah heeft hem waarlijk het paradijs verboden. En zijn bestemming zal de hel zijn. En voor de onrechtvaardigen zijn er geen helpers.”
[Edele Koran 5:72]
c. Aanbid en gehoorzaam niemand behalve Allah:
De Koran noemt in Surah Al-Imran:
Zeg: “O Lieden van de Schrift, komt tot een gelijkluidend woord tussen ons en jullie: dat wij niemand dan Allah aanbidden en dat wij niets naast Hem tot deelgenoot maken en dat wij elkaar niet als heren naast Allah plaatsen”. Als zij zich dan afwenden, zegt dan: “Getuigt
dat wij ons (aan Allah) overgegeven hebben”.
[ Edele Koran 3:64]