Godsvrees is het hoofdkapitaal
Het hoofdkapitaal is godsvrees
De Leringen - Ibn Qayyim
Ibn Awn nam afscheid van een man en zei tegen hem: ‘Hou je
vast aan de Taqwa, want degene die Allah vreest zal nooit
eenzaam zijn.’ Zayd Ibn Aslam zei gewoonlijk: ‘Wie Allah vreest,
zal geliefd zijn bij de mensen ook al haten zij het.’
Ath-Thawrie zei tegen Ibn Abie Dzi‘b: ‘Als jij Allah vreest, zal Allah
jou tegen de mensen beschermen. Als jij de mensen vreest, zullen
zij jou niet tegen Allah kunnen helpen.’
Soelaymaan Ibn Daawoed zei: ‘Wij hebben dat gekregen wat de
mensen ook hebben gekregen en wat zij niet hebben gekregen.
Wij weten datgene wat de mensen ook weten en wat zij niet
weten. Wij hebben niets beters gevonden dan het vrezen van
Allah, zowel in de verborgenheid en in het openbaar, en de
rechtvaardigheid tijdens de toestand van boosheid en de toestand
van vreugde, en matigheid in tijden van armoede en in tijden van
rijkdom.
In het boek Az-Zohd van imam Ahmed staat deze Goddelijke
overlevering: ‘Als een schepsel zich vastklampt aan een
schepsel i.p.v. aan Mij, dan zal Ik alle hemelse en aardse
aanvoeren aan hem verbreken. Als hij Mij iets vraagt, zal Ik
het hem niet geven. Als hij Mij aanroept, zal Ik zijn
4
aanroep niet verhoren. Als hij Mij om vergeving vraagt, zal
Ik hem niet vergeven. Als een schepsel zich aan Mij
vastklampt i.p.v. aan een schepsel van Mij, dan zullen de
hemelen en de aarde zijn voorziening garanderen. Als hij
Mij iets vraagt, geef Ik het hem. Als hij Mij aanroept, zal Ik
zijn smeekbede verhoren. Als hij Mij om vergeving vraagt,
zal Ik hem vergeven.’
Punt 31: Uit het boek Al-Fawaid van Imam ibn Al-Qayyim Al-Jawziyyah.
Het bezit van godsvrees en goede omgangsvormen
De profeet (vrede zij met hem) had zowel godsvrees als goede
omgangsvormen, want godsvrees is goed voor de relatie tussen
de dienaar en zijn Heer en goede omgangsvormen is goed voor de
relatie tussen de dienaar en Zijn schepsels. Godsvrees levert hem
Allahs liefde voor hem. Goede omgangsvormen roept de mensen
op tot de liefde voor hem (de dienaar).
Punt 32: Uit het boek Al-Fawaid van Imam ibn Al-Qayyim Al-Jawziyyah