Vrouw die Pleidt Deel Guz 28
577
onder jullie die hun echtgenotes onwettig maken door
tegen hen te zeggen: “Jullie zijn als de rug van mijn
moeder,” deze zijn hun moeders niet, hun moeders zijn
slechts degenen die hun gebaard hebben. En waarlijk,
zij uiten een slecht woord en een leugen. En waarlijk,
Allah is Vergevingsgezind, Genadevol. (3) En degenen
die hen (hun echtgenotes) onwettig hebben gemaakt en
zich van hun uitspraken wensen te bevrijden: (de straf)
in dat geval (is) het vrijlaten van een slaaf voordat zij
elkaar aanraken. Dat is een vermaning voor jullie. En
Allah is Zich welbewust van wat jullie doen. (4) En wie
daartoe geen mogelijkheid vindt (het geld voor de
bevrijding van een slaaf) moet twee opeenvolgende
maanden vasten, voordat zij elkaar beiden aanraken. En
degene die hiertoe niet in staat is, moet zestig armen
voeden. Zodat jullie een volmaakt geloof in Allah en
Zijn Boodschapper mogen hebben. Dit zijn de grenzen
die door Allah zijn gesteld. En voor de ongelovigen is
er een pijnlijke bestraffing. (5) Waarlijk, degenen die
zich tegen Allah en Zijn Boodschapper verzetten,
zullen vernederd worden, zoals degenen vóór hen
vernederd werden. En Wij hebben duidelijke Tekenen
neergezonden. En voor de ongelovigen is er een
vernederende bestraffing. (6) (Gedenk) de Dag dat
Allah hen allen zal laten herrijzen en hen zal vertellen
wat zij gedaan hebben. Allah zal het nauwkeurig
opsommen, terwijl zij het vergeten zijn. En Allah is
getuige van alle zaken. (7) Hebben jullie niet gezien dat
Allah alles weet wat in de hemelen is en alles wat op
aarde is? Er is geen geheime beraadslaging tussen drie
mensen of Hij is hun vierde, en niet tussen vijf of Hij is
hun zesde en niet minder of meer dan dat, of Hij is bij
Hoofdstuk soera 58 Al-Moedjādilah – De
Vrouw die Pleidt Deel Guz 28
578
hen waar zij ook mogen zijn. En Hij zal hun op de Dag
der Opstanding vertellen wat zij gedaan hebben.
Waarlijk, Allah is Alwetend van alle zaken. (8) Hebben
jullie niet degenen gezien voor wie het verboden was
om geheime beraadslagingen te houden en daarna
terugkeerden naar datgene wat hen verboden was? En
zij voerden geheime gesprekken omwille van zonden,
vijandigheid en opstand tegen de Boodschapper. En
wanneer zij tot jou kwamen begroeten zij jou niet de
woorden waarmee Allah jou begroet, en zij zeggen
onder elkaar: “Waarom heeft Allah ons niet bestraft
voor wat wij zeiden?” De Hel zal voor hen voldoende
zijn, zij zullen daarin branden. En dat is de slechtste
plaats van terugkeer. (9) O, jullie die geloven! Als jullie
een geheime beraadslaging houden, doe het dan niet
omwille van zonde, vijandigheid en opstand tegen de
Boodschapper, maar beraadslaag over deugd en
rechtvaardigheid en vrees Allah voor Wie jullie
verzameld zullen worden. (10) Voorwaar, de (slechte)
geheime gesprekken zijn afkomstig van de Satan, om
degenen die gelovigen te bedroeven. Maar hij kan hen
niet in het minst kwetsen, behalve als Allah het
toestaat, en in Allah leggen de gelovigen hun
vertrouwen. (11) O, jullie die geloven! Als jullie
gevraagd wordt om plaats te maken in de plaatsen van
samenkomsten, maak dan ruimte. Allah zal jullie
ruimte geven. En als jullie verteld wordt om op te staan,
sta op. Allah zal degenen onder jullie die geloven en
degenen die kennis is gegeven in rangen verheffen. En
Allah is Zich welbewust van wat jullie doen. (12) O,
jullie die geloven! Wanneer jullie een persoonlijk
gesprek met de Boodschapper willen voeren, geef dan
Hoofdstuk soera 58 Al-Moedjādilah – De
Vrouw die Pleidt Deel Guz 28
579
vόόr jullie gesprek iets uit aan liefdadigheid. Dat is
beter voor jullie, en reiner. Maar als jullie de middelen
daartoe niet vinden dan waarlijk, Allah is
Vergevingsgezind, Genadevol. (13) Zijn jullie bang om
liefdadigheid te geven voor jullie gesprek? Als jullie
dat dan niet doen, dan vergeeft Allah jullie. Verricht
dan volmaakte gebeden en geef zakaat en gehoorzaam
Allah en Zijn Boodschapper. En Allah is Alwetend
over wat jullie doen. (14) Heb jij niet diegene gezien,
die de mensen waarover de toorn van Allah is, tot
vrienden nemen? Zij behoren niet tot jullie (moslims)
of tot hen (Joden) en zij zweren bij een leugen terwijl
zij het weten. (15) Allah heeft voor hen een zware
bestraffing voorbereid. Slecht was het wat zij plachten
te doen. (16) Zij hebben hun eden tot een hindernis
gemaakt (zodat zij zich beschermden). Zo hinderen zij
(de mensen) op het pad van Allah, dus zullen zij een
vernederende bestraffing krijgen. (17) Hun kinderen en
hun welvaart zullen hen niet van nut zijn tegen Allah.
Zij zullen de bewoners van het Vuur zijn, om daarin
voor altijd te verblijven. (18) Op de Dag waarop Allah
hen allen zal doen herrijzen, zullen zij tot Hem zweren
zoals zij tot jullie zweren. En zij denken dat zij iets
hebben (dat hen baat). Waarlijk, zij zijn leugenaars.
(19) Zij werden door Sjaitaan overweldigd (door hun
gehoorzaamheid aan hem), waarop hij hen de
gedenking aan Allah deed vergeten. Zij behoren tot de
groep van Sjaitaan (en zijn dus zijn volgelingen).
Waarlijk, (weet dat) de volgelingen van Sjaitaan de
(grootste) verliezers zullen zijn! (20) Degenen die
Allah en Zijn Boodschapper tegenstreven: zij zullen
onder de laagsten zijn. (21) Allah heeft bepaald:
Hoofdstuk soera 58 Al-Moedjādilah – De
Vrouw die Pleidt Deel Guz 28
580
“Waarlijk! Ik en Mijn Boodschappers zullen de
overwinnaars zijn” Waarlijk, Allah is Sterk en
Almachtig. (22) Jij zal geen volk vinden dat in Allah en
de Laatste Dag gelooft en vriendschap sluit met
degenen die tegen Allah en Zijn Boodschapper zijn,
zelfs als het hun vaders, zonen, broeders, of hun
verwanten zijn. Voor zulken heeft Hij geloof in hun
harten geschreven, en Hij versterkt hen met hulp van
Hem. En Wij zullen hen naar de Tuinen verwijzen waar
rivieren onderdoor stromen, om daarin (voor altijd) te
verblijven. Allah is vergenoegd met hen en zij zijn
vergenoegd met Hem. Zij zijn degenen die van de
groep van Allah zijn. Waarlijk, het is de groep van
Allah die zal slagen.
Soerah 59 – Al-Hasjr (Medinisch)
De Verzameling
In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
(1) Wat er in de hemelen en op aarde is prijst de Glorie
van Allah. En Hij is de Almachtige, de Alwijze. (2) Hij
is Degene Die de ongelovigen onder de mensen van het
Boek uit hun woonplaatsen heeft verdreven bij de
eerste verzameling (daartoe). Jullie dachten dat zij niet
weg zouden gaan. En zij dachten dat hun forten hen
tegen Allah zouden beschermen! Maar Allah’s
(bestraffing) bereikte hen van een plaats vanwaar zij het
niet verwachten, en Hij veroorzaakte schrik in hun
harten. Zij vewoestten hun huizen met hun eigen
handen en (die werden verwoest) door de handen van
de gelovigen. Neem het als vermaning o, jullie bezitters
van inzicht! (3) En ware het niet dat Allah de
Hoofdstuk soera 59 Al-Hasjr – De Verzameling Deel Guz 28
581
verbanning voor hen bepaald had, dan zou Hij hen
zeker hebben gestraft in het wereldse leven. En in het
Hiernamaals zal voor hen de bestraffing van het Vuur
zijn. (4) Dat is omdat zij Allah en Zijn Boodschapper
tegenwerkten. En wie Allah tegenwerkt, waarlijk, Allah
is streng in de bestraffing. (5) Wat jullie omhakken van
de palmbomen, of wat jullie op hun wortels laten staan;
het gebeurde met de toestemming van Allah. En zodat
Allah de zwaar zondigen vergeldt. (6) En wat Allah aan
buit aan Zijn Boodschapper geeft van hen: jullie hebben
daartoe geen paarden en geen lastdieren aangespoord.
Maar Allah geeft Zijn Boodschapper macht over wie
Hij wil. En Allah is Almachtig over alle zaken. (7) En
wat Allah aan buit aan Zijn Boodschapper geeft van de
mensen van de steden: het is voor Allah en Zijn
Boodschapper, de verwanten, de wezen, de armen die
bedelen en de reiziger zonder proviand, zodat het geen
fortuin wordt dat door de rijken onder jullie wordt
gebruikt. En wat de Boodschapper jullie ook geeft,
neem het en wat hij jullie ook verbiedt, onthoudt jullie
daarvan. En vrees Allah. Waarlijk, Allah is streng in de
bestraffing (8) (De buit is) voor de armen van de
uitgewekenen, degenen die zijn verdeven uit hun
woonplaatsen en van hun eigendommen, zoekend naar
een gunst en welbehagen van Allah. En zij helpen Allah
en Zijn Boodschapper. Dat zijn zeker de waarachtigen.
(9) En degenen die vóór hen huizen hadden (in Medina)
en tot het geloof gekomen waren, zij houden van
degenen die naar hen emigreerden, en zij hebben geen
jaloersheid in hun harten op wat (aan hen) gegeven is.
En zij geven aan hen de voorkeur boven henzelf, zelfs
als zij het nodig hebben. En wie zich hoedt voor zijn
eigen vrekkigheid: zij behoren zeer zeker tot de
Hoofdstuk soera 59 Al-Hasjr – De Verzameling Deel Guz 28
582
succesvollen. (10) En degenen die na hen kwamen
zeiden: “Onze Heer! Vergeef ons en onze broeders die
ons zijn voorgegaan in het geloof, en breng in onze
harten geen haat tegen de gelovigen. Onze Heer! U bent
inderdaad vol vriendelijkheid, de Genadevolle.” (11)
Heb jij de hypocrieten niet gezien, zij zeggen tot hun
broeders die ongelovig zijn onder de mensen van het
Boek: "(Bij Allah) als jullie verbannen worden, zullen
wij met jullie samen vertrekken. En wij zullen nooit
iemand die tegen jullie is gehoorzamen, en als jullie
worden aangevallen zullen wij jullie zeker helpen.”
Maar Allah getuigt dat zij zeker leugenaars zijn. (12)
Zeker, als zij verbannen worden, dan zullen zij niet met
hen wegtrekken; en als zij aangevallen worden, zullen
zij hen niet helpen. En als zij hen helpen, dan keren zij
hun rug toe, zodat zij niet geholpen worden. (13)
Waarlijk, zij hebben in hun harten meer angst voor
jullie dan voor Allah. Dat is omdat zij een volk zijn dat
niet begrijpt. (14) Zij vechten niet tegen jullie, zelfs niet
gezamenlijk, behalve in versterkte steden of achter
muren. Ofschoon zij onderling grote dapperheid tonen.
Jullie zouden denken dat zij verenigd waren, maar hun
harten zijn verdeeld, dat is omdat zij een volk zijn dat
niet begrijpt. (15) Zij zijn zoals degenen die een korte
tijd vóór hen (leden); zij hebben het kwade gevolg van
hun gedrag geproefd en voor hen is er een pijnlijke
bestraffing. (16) (De bedrieglijke uitspraken van de
hypocrieten zijn) zoals (die van) Sjaitaan toen hij tegen
de mens zei: “Geloof niet (in Allah)!” Maar zodra de
mens ongelovig werd (in Allah), zei Sjaitaan: “Ik ben
niet verantwoordelijk voor jullie en ik vrees Allah, de
Heer der Werelden.” (17) Het gevolg voor beiden (de
huichelaars en de Joden) zal zijn dat zij in de Hel zullen
Hoofdstuk soera 59 Al-Hasjr – De Verzameling Deel Guz 28
583
zijn, zij zullen daarin eeuwig levenden zijn. Dat is de
vergelding van de onrechtvaardigen. (18) O, jullie die
geloven! Vrees Allah. En laat iedereen kijken naar wat
hij voor de volgende dag vooruit heeft gestuurd, en
vrees Allah. Waarlijk, Allah is Alziend over wat jullie
doen. (19) En wees niet zoals degenen die Allah
vergaten,waarop Hij hen zichzelf deed vergeten. Dat
zijn de overtreders. (20) De bewoners van de Hel en de
bewoners van het Paradijs zijn niet gelijk. Het zijn de
bewoners van het Paradijs die zullen slagen. (21)
Hadden Wij deze Koran op een berg neergezonden, dan
had jij deze zeker zien onderwerpen en splijten uit
vrees voor Allah. Zo zijn de vergelijkingen die Wij aan
de mensheid geven, zodat zij kunnen nadenken. (22)
Hij is Allah! Naast Wie er geen god is, de Alwetende
van het onzichtbare als het zichtbare. Hij is de Meest
Barmhartige, de Meest Genadevolle. (23) Hij is Allah!
Degene naast Wie er geen god is. De Koning, de
Heilige, de Gever van veiligheid, de Vertrouwende, de
Beschermer, de Almachtige, de Onderwerper, de
Geweldige. Verheven is Allah boven hetgeen zij met
Hem vereenzelvigen. (24) Hij is Allah, de Schepper, de
Ontdekker van alle zaken, de Vormer. Aan Hem
behoren de Beste (Schone) Namen. Alles wat in de
hemelen en op aarde is verheerlijkt Hem. En Hij is de
Almachtige, de Alwijze.
Soerah 60 – Al-Moemtahanah (Medinisch)
Zij die ondervraagd wordt
In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
(1) O, jullie die geloven. Neem niet Mijn vijanden en
Hoofdstuk soera 60 Al-Moemtahanah – Zij die
ondervraagd wordt Deel Guz 28
584
jullie vijanden tot vrienden, aan wie jullie genegenheid
betonen. Zij geloofden niet in wat tot jullie is gekomen
van de Waarheid. Zij hebben de Boodschapper en jullie
verdreven, omdat jullie in Allah, jullie Heer geloven.
Als jullie uittrekken, strijdend op Mijn weg, Mijn
welbehagen zoekend, (neem dan niet de ongelovigen
tot jullie vrienden). Jullie tonen in het geheim jullie
vriendschap aan hen, maar Ik weet het beste wat jullie
verborgen hielden en wat jullie openbaar maakten. En
wie van jullie dit doet, waarlijk, die is afgedwaald van
het rechte Pad. (2) Als zij de macht over jullie krijgen,
dan zullen zij jullie als hun vijanden behandelen, en
hun handen en hun tongen tegen jullie gebruiken in het
kwaad en zij wensen dat jullie ongelovig zullen zijn. (3)
Op de Dag der Opstanding zullen jullie kinderen noch
jullie verwanten jullie van nut zijn. Hij zal over jullie
oordelen. En Allah is Alziende over wat jullie doen. (4)
Voorwaar, er was een uitmuntend voorbeeld voor jullie
in Ibrahim en degenen die met hem waren, toen zij
tegen hun volk zeiden: “Waarlijk, wij zijn niet
verantwoordelijk voor jullie en voor wat jullie naast
Allah aanbidden. Wij geloven jullie niet en er is tussen
jullie en ons een vijandschap en haat ontstaan, voor
altijd, tot jullie alleen in Allah geloven.” Behalve de
uitspraak van Ibrahim tegen zijn vader: “Waarlijk, ik
zal om vergeving voor u vragen, maar ik heb er voor u
bij Allah niets over te zeggen.” (Zij zeiden:) “Onze
Heer! In U (alleen) leggen wij ons vertrouwen en tot U
(alleen) keren wij ons in berouw en tot U (alleen) is
(onze) uiteindelijke terugkeer. (5) Onze Heer! Maak
ons niet tot een beproeving voor de ongelovigen en
vergeef ons. Onze Heer! Waarlijk U bent de
Hoofdstuk soera 60 Al-Moemtahanah – Zij die
ondervraagd wordt Deel Guz 28
585
Almachtige, de Alwijze.” (6) Zeker, er was voor jullie
in hen een uitmuntend voorbeeld, voor degenen die
zich op Allah verheugen en de Laatste Dag. Maar wie
zich afkeert: waarlijk, Allah is de Behoefteloze, de
Geprezene. (7) Misschien sticht Allah vriendschap
tussen jullie en degenen die jullie als jullie vijanden
houden. En Allah heeft macht en is Vergevingsgezind,
Genadevol. (8) Allah verbiedt jullie niet om met
degenen die jullie niet bestrijden vanwege jullie
godsdienst, en die jullie niet uit jullie huizen dreven,
goed en rechtvaardig om te gaan. Waarlijk, Allah houdt
van de rechtvaardigen. (9) Allah verbied jullie wel
degenen te bevrienden die jullie vanwege de godsdienst
bestreden en die jullie uit jullie huizen dreven, en die
(anderen) hebben geholpen om jullie te verdrijven. En
wie hen tot vriend neemt: dat zijn de onrechtvaardigen.
(10) O, jullie die geloven! Als er gelovige vrouwen, als
emigranten, tot jullie gekomen zijn, ondervraag hen
dan. Allah kent hun geloof het beste. Als jullie dan
zeker weten dat zij ware gelovigen zijn, stuur hen dan
niet terug naar de ongelovigen. Zij zijn geen wettige
(echtgenotes) voor de ongelovigen, noch zijn de
ongelovigen wettige (echtgenoten) voor hen. Maar
geeft de ongelovige mannen (het geldbedrag) wat zij
uitgegeven hebben (aan de bruidsschat). En is geen
zonde voor jullie hun hun bruidschat geven om hen te
huwen. En houdt niet vast aan de huwelijksbanden met
ongelovige vrouwen. En vraag terug van wat jullie
hebben uitgegeven (aan bruidsschat aan de ongelovige
vrouwen) en laat hen (de ongelovige mannen)
terugvragen wat zij hebben uitgegeven. Dat is het
Oordeel van Allah. Hij oordeelt tussen jullie. En Allah
Hoofdstuk soera 60 Al-Moemtahanah – Zij die
ondervraagd wordt Deel Guz 28
586
is Alwetend, Alwijs. (11) En als een van jullie
echtgenotes is weggelopen naar de ongelovigen, en
jullie (de ongelovigen) vervolgens hebben gestraft, geef
dan (van de oorlogsbuit) aan hen wiens vrouwen zijn
weggelopen, het gelijkwaardige bedrag van wat zij
uitgegeven hebben (aan bruidsschat). En vrees Allah,
Degene in Wie jullie geloven. (12) O, Profeet! Als de
gelovige vrouwen tot jou gekomen zijn om de belofte
af te leggen dat zij niemand in de aanbidding met Allah
zullen verenigen, dat zij niet zullen stelen, dat zij geen
overspel zullen plegen, dat zij hun kinderen niet zullen
doden, dat zij niet zullen lasteren, niet zullen liegen en
jou niet in het goede ongehoorzaam zullen zijn,
accepteer dan hun belofte en vraag Allah hen te
vergeven. Waarlijk, Allah is Vergevingsgezind,
Genadevol. (13) O, jullie die geloven! Neem geen volk
waarop Allah vertoornd is tot vrienden. Zeker, zij
wanhopen aan het Hiernamaals zoals de ongelovigen
wanhopen aan (de opwekking van) de bewoners van de
graven.
Soerah 61 – As-Shaff (Medinisch)
De Rij (of: de Rang)
In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
(1) Wat in de hemelen en op aarde is prijst de Glorie
van Allah. En Hij is de Almachtige, de Alwijze. (2) O,
jullie die geloven! Waarom zeggen jullie wat jullie niet
doen? (3) Groot is de woede bij Allah dat jullie zeggen
wat jullie niet doen. (4) Waarlijk, Allah houdt van
degenen, die voor Zijn zaak in rijen vechten alsof zij
een hechte muur vormen. (5) En (gedenk) toen Mozes
Hoofdstuk soera 61 As-Shaff – De Rij
(of: de Rang) Deel Guz 28
587
tegen zijn volk zei: “O mijn volk! Waarom kwetsen
jullie mij terwijl jullie zeker weten dat ik voor jullie de
Boodschapper van Allah ben?” Dus toen zij zich
afkeerden (van de Waarheid d.m.v. hun beledigingen),
liet Allah hun harten dwalen. En Allah leidt geen volk
dat verdorven is. (6) En (gedenk) toen Isa, de zoon van
Maryam zei: “O, Kinderen van Israël! Ik ben voor jullie
de Boodschapper van Allah, ter bevestiging van wat er
vóór mij is van de Thora en ik breng jullie het goede
nieuws over een Boodschapper die na mij komt, zijn
naam is Ahmed *14F
15. Maar wanneer Toen hij dan met de
duidelijke bewijzen tot hen kwam, zeiden zij: “Dat is
duidelijke toverij.” (7) En wie begaat er een grotere
zonde dan degene die een leugen over Allah verzint,
terwijl hij tot de islam wordt uitgenodigd? En Allah
leidt geen volk dat onrechtvaardig is. (8) Zij wensen het
licht van Allah met hun monden te doven. Maar Allah
zal Zijn licht vervolmaken zelfs als de ongelovigen
(het) haten. (9) Hij is Degene Die Zijn Boodschapper
heeft gezonden met de Leiding en de ware godsdienst
om deze te laten zegevieren over alle (vormen van)
godsdienst, zelfs als de afgodendienaars (het) haten.
(10) O, jullie die geloven! Zal ik jullie naar een zaak
leiden die jullie van een pijnlijke bestraffing zal
redden? (11) (Het is) Dat jullie in Allah en Zijn
Boodschapper geloven, en dat jullie hard streven en
vechten voor de Zaak van Allah, met jullie rijkdom en
jullie leven, dat is beter voor jullie, als jullie het wisten!
(12) Hij zal jullie zonden vergeven en jullie naar de
Tuinen verwijzen waar rivieren onder door stromen. En
*15 Ahmed is een andere naam van de profeet Mohammed.
Hoofdstuk soera 61 As-Shaff – De Rij (of: de
Rang) Deel Guz 28
588
(Hij schenkt) een goede woonplaats in de Tuinen der
eeuwigheid, dat is voorzeker een groot succes. (13) En
(Hij schenkt) nog iets waar jullie van houden: hulp van
Allah en een nabije overwinning. En geef goed nieuws
aan de gelovigen. (14) O, jullie die geloven! Wees
helpers van (de godsdienst van) Allah, zoals Isa, de
zoon van Maryam, tegen de metgezellen zei: "Wie zijn
mijn helpers voor (de oproep) tot Allah?” De
metgezellen zeiden: “Wij zijn Allah’s helpers.” Waarop
een deel van de Kinderen van Israël geloofde en een
ander deel niet geloofde. Maar Wij hielpen de
gelovigen tegen hun vijand en zij werden overwinnaars.
Soerah 62 – Al-Djoemoe’ah (Medinisch)
Vrijdag
In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
(1) Wat in de hemelen en op aarde is prijst de Glorie
van Allah, de Heerser, de Heilige, de Almachtige, de
Alwijze. (2) Hij is Degene Die bij de ongeletterde
(Arabieren) een Boodschapper (Mohammed) uit hun
midden zond, die hun Zijn Verzen voordroeg, en die
hen reinigde, (van polytheïsme) en die hun het Boek en
de Wijsheid onderwees, terwijl zij daarvoor in
duidelijke dwaling verkeerden. (3) En Hij heeft hem
ook voor andere (moslims) gestuurd die zich nog niet
met hem verenigd hebben. En Hij (Allah) is de
Almachtige, de Alwijze. (4) Dat is de gunst van Allah,
die Hij geeft aan wie Hij wil. En Allah is de Heer van
Grote Genade. (5) De vergelijking van degenen aan wie
de Thora is toevertrouwd, maar hierin herhaaldelijk
falen, is als de vergelijking van een ezel die grote
Hoofdstuk soera 62 Al-Djoemoe’ah – Vrijdag Deel Guz 28
589
ladingen boeken draagt. Hoe slecht is het voorbeeld van
de mensen die de Tekenen van Allah ontkennen. En
Allah leidt geen volk dat onrechtvaardig is. (6) Zeg:
“O, jullie Joden! Als jullie veronderstelden dat jullie de
vrienden van Allah waren, met uitsluiting van de
(andere) mensen: verlang dan naar de dood als jullie
waarachtig zijn.” (7) Maar zij zullen er nooit naar
verlangen, door wat hun handen vooruit hebben
gestuurd! En Allah kent de onrechtvaardigen. (8) Zeg:
“Waarlijk, de dood waarvoor jullie vluchten zal jullie
zeker ontmoeten, daarna worden jullie tot (Allah)
gestuurd, de Alwetende van het onzichtbare en het
zichtbare, en Hij zal jullie dan vertellen wat jullie
plachten te doen. (9) O, jullie die geloven! Wanneer
jullie tot het vrijdaggebed worden geroepen, haast jullie
dan naar de overdenking van Allah en laat je zaken
achter. Dat is beter voor jullie, als jullie het wisten! (10)
Als het vrijdagsgebed voltooid is, verspreid jullie dan
over het land en zoek de overvloed van Allah, en
gedenk Allah veelvuldig, hopelijk zullen jullie
welslagen. (11) En als zij handel of amusement zien,
gaan zij daarheen en laten jou staan (in het gebed). Zeg:
“Dat wat Allah heeft is beter dan het vermaak of de
handel! En Allah is de beste der Voorzieners.”
Soerah 63 – Al-Moenāfiqōen (Medinisch)
De Hypocrieten
In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
(1) Als de hypocrieten tot jou komen, zeggen zij: “Wij
getuigen dat jij werkelijk de Boodschapper van Allah
bent.” En Allah weet dat jij inderdaad Zijn
Hoofdstuk soera 63 Al-Moenāfiqōen – De
Hypocrieten Deel Guz 28
590
Boodschapper bent en Allah getuigt dat de hypocrieten
zeker leugenaars zijn. (2) Zij hebben hun eden tot een
schild gemaakt. Zo hinderen zij (de mens) op het Pad
van Allah. Waarlijk, kwaad is het wat zij plachten te
doen. (3) Dat is omdat zij geloofden, en daarna
ongelovig werden, waarna hun harten verzegeld
werden, zodat zij niet begrijpen. (4) En als je naar hen
kijkt, behaagt hun uiterlijk jou en als zij spreken, dan
luister je naar hun woorden. Zij zijn als balken die
gestut worden. Zij denken dat iedere kreet tegen hen is.
Zij zijn de vijanden, hoed jullie dus voor hen. Moge
Allah hen vervloeken! Hoe kunnen zij het rechte Pad
ontkennen (of ervan afwijken)? (5) En als er tot hen
gezegd wordt: “Kom, dan zal de Boodschapper van
Allah vergeving voor jullie vragen”, keren zij hun
hoofd af, en zie jij hen (de verkondiging) tegenhouden,
terwijl zij hoogmoedig zijn. (6) Het maakt hen niet uit
of jij voor hen vergeving vraagt of niet. Allah zal hen
nooit vergeven.Waarlijk, Allah leidt geen volk dat
verdorven is. (7) Zij zijn degenen die zeggen: “Geef
geen bijdrage aan degenen die met de Boodschapper
van Allah zijn, zodat zij weglopen (van de Profeet).”
En aan Allah behoren de schatten van de hemelen en de
aarde, maar de hypocrieten begrijpen het niet. (8) Zij
zeggen: “Als wij naar Al-Medina terugkeren dan zal het
sterke zeker het zwakke daaruit verdrijven.” En alle
macht behoort aan Allah en Zijn Boodschapper en aan
de gelovigen, maar de hypocrieten weten het niet. (9)
O, jullie die geloven! Laat jullie bezittingen of jullie
kinderen jullie niet van de overdenking van Allah
afleiden. En iedereen die dat doet, zal dan de verliezer
zijn. (10) En geef van waarvan Wij jullie voorzien
Hoofdstuk soera 63 Al-Moenāfiqōen – De
Hypocrieten Deel Guz 28
591
hebben, voordat de dood tot één van jullie komt en hij
zegt: “Mijn Heer! Als U mij slechts uitstel zal geven
voor een korte tijd dan zal ik de verplichte
liefdadigheid van mijn rijkdom geven en onder de
rechtvaardigen zijn.” (11) En Allah geeft niemand
uitstel wanneer zijn aangewezen tijd (de dood) komt.
En Allah is Alwetend over wat jullie doen.
Soerah 64 – At-Taghāboen (Medinisch)
Beider Verlies en Winst
In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
(1) Wat in de hemelen en op aarde is prijst de Glorie
van Allah. Aan Hem behoort de heerschappij en aan
Hem behoort de lofprijzing. En Hij is Almachtig over
alle zaken. (2) Hij is Degene Die jullie geschapen heeft,
sommigen van jullie zijn ongelovigen en sommigen
gelovigen. En Allah is Alziende over wat jullie doen.
(3) Hij heeft de hemelen en de aarde in Waarheid
geschapen en Hij heeft jullie gevormd en heeft jullie
vorm nauwkeurig gemaakt. En tot Hem is de
uiteindelijke terugkeer. (4) Hij weet wat er in de
hemelen en op de aarde is, en Hij weet wat jullie
verbergen en wat jullie in de openheid brengen. En
Allah is de Alwetende van wat zich in de harten
bevindt. (5) Heeft het bericht jullie niet bereikt over
degenen die in vroegere tijd ongelovig waren? Die toen
het kwaad van hun wandaden geproefd hebben? En
voor hen zal er een pijnlijke bestraffing zijn. (6) Dat is
omdat zij zeiden, toen hun Boodschappers met de
duidelijke bewijzen tot hen kwamen: “Zullen slechts
mensen ons leiden?” Waarop zij ongelovig werden en
Hoofdstuk soera 64 At-Taghāboen – Beider
Verlies en Winst Deel Guz 28
592
zich afkeerden. Maar Allah heeft (hun geloof) niet
nodig. En Allah is Behoefteloos, Geprezen. (7)
Degenen die ongelovig zijn veronderstellen dat zij
nooit zullen herrijzen. Zeg: “Ja! Bij mijn Heer, jullie
zullen zeker herrijzen en dan zal jullie verteld worden
wat jullie hebben gedaan, en dat is gemakkelijk voor
Allah.” (8) Geloof daarom in Allah en Zijn
Boodschapper en in het Licht (de Koran) dat Wij
hebben neergezonden. En Allah is Alwetend over wat
jullie doen. (9) (Gedenk) de Dag wanneer Hij jullie
(allen) bijeen zal brengen voor de Dag van de
verzameling dat zal de Dag van wederzijds verlies en
winst zijn. En wie dan in Allah gelooft en goede daden
verricht: Hij (Allah) zal zijn zonden vergeven en Hij zal
hem naar de Tuinen verwijzen waar rivieren onderdoor
stromen om daarin voor altijd te verblijven, dat zal een
groot succes zijn. (10) Maar degenen die ongelovig
waren en Onze Tekenen ontkenden: zij zullen de
bewoners van het Vuur zijn, om daarin voor altijd te
verblijven. En slecht is die bestemming zeker. (11) Er
is niemand die een ramp overkomt, zonder de (bepaling
en) toestemming van Allah. En wie in Allah gelooft (en
ervan overtuigd is dat Hij de ramp teniet kan doen): zijn
hart leidt Hij (naar het geduld). En Allah is Alwetend
over alle zaken. (12) Gehoorzaam Allah en gehoorzaam
de Boodschapper, maar als jullie je afkeren, dan is de
plicht van Onze Boodschapper slechts het duidelijk
verkondigen van de Boodschap. (13) Allah! Er is geen
god dan Hij. En laat daarom de gelovigen op Allah
vertrouwen. (14) O, jullie die geloven! Waarlijk, onder
jullie vrouwen en onder jullie kinderen zijn vijanden
voor jullie, hoed je dus voor hen! Maar als jullie
Hoofdstuk soera 64 At-Taghāboen – Beider
Verlies en Winst Deel Guz 28
593
kwijtschelden en het niet aanrekenen en hen vergeeft,
dan is Allah waarlijk, Vergevingsgezind, Genadevol.
(15) Jullie welvaart en jullie kinderen zijn slechts
beproevingen, terwijl bij Allah een grote beloning is.
(16) Vrees daarom Allah volgens jullie vermogen;
luister en gehoorzaam en geef in liefdadigheid, dat is
beter voor jullie. En wie van zijn eigen hebzucht wordt
gered, is succesvol. (17) Als jullie Allah een goede
lening geven, dan zal Hij die voor jullie verdubbelen,
en jullie vergeven. En Allah is Waarderend,
Verdraagzaam. (18) De Kenner van het
onwaarneembare en het waarneembare, de Almachtige,
de Alwijze.
Soerah 65 – At-Thalāq (Medinisch)
De Echtscheiding
In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
(1) O, Profeet! Als jullie van de vrouwen scheiden,
scheidt dan van hen met inachtneming van hun
perioden, en bereken de perioden (precies) en vrees
Allah, jullie Heer. Verwijder hen niet uit hun huizen,
noch mogen zij zelf weggaan, behalve wanneer zij
duidelijk zedeloosheden begaan. En dat zijn de Wetten
van Allah. En wie de Wetten van Allah overtschrijdt,
die heeft zichzelf zeker onrecht aangedaan. Jij weet niet
of Allah misschien daarna een nieuwe omstandigheid
zal doen ontstaan. (waardoor je haar misschien
terugneemt). (2) Als zij dan op het punt staan om de
aangewezen tijd te voltooien, neem haar dan op een
goede manier terug of scheidt van haar op een goede
manier. En neem twee rechtvaardige personen van
Hoofdstuk soera 65 At-Thalāq – De
Echtscheiding Deel Guz 28
594
jullie als getuigen. En laat dit een ware getuigenis zijn
voor Allah. Dit is een vermaning voor hem die in Allah
en de Laatste Dag gelooft. En al wie Allah vreest, die
zal Hij een oplossing geven. (3) En Hij voorziet hem
van waar hij het niet verwacht. En wie zijn vertrouwen
in Allah legt, Hij zal voor hen voldoende zijn. Allah
voert Zijn zaak uit. Voorwaar, Allah heeft voor alle
zaken een maatgeving bepaald. (4) En voor hen die
(gezien hun leeftijd) onzeker zijn omtrent de
menstruatie van jullie vrouwen: als jullie (mannen)
twijfelen is hun wachttijd drie maanden. En (dit geldt
ook voor) hen die nog geen menstruatie hebben. En
voor degenen die zwanger zijn (of zij nu van hun
echtgenoot gescheiden zijn of dat hij overleden is) geldt
de wachttijd tot zij bevallen zijn. En al wie Allah vreest
(door zich aan de regels te houden), voor hem zullen
zijn (wereldse) zaken vergemakkelijkt worden (door
Allah). (5) Dat is het bevel van Allah, dat Hij aan jullie
neerzendt. En wie Allah vreest, voor hem zal Hij zijn
zonden uitwissen en zijn beloning vergroten. (6) Laat
hen (gedurende de wachttijd) wonen zoals jullie zelf
wonen, overeenkomstig jullie middelen, en behandel
hen niet op een schadelijke manier, zodat zij verplicht
zijn weg te gaan. En als zij zwanger zijn, onderhoudt
hen dan tot zij bevallen. En als zij jullie kinderen
zogen, geef hun dan hun vergoeding en laat ieder van
jullie het advies van de ander op een goede manier
accepteren. Maar als jullie het elkaar moeilijk maken,
laat dan een andere (vrouw het kind) voor hem zogen.
(7) Laat de rijke volgens zijn middelen uitgeven en laat
de man wiens bronnen beperkt zijn volgens dat wat
Allah hem gegeven heeft uitgeven. Allah belast geen
Hoofdstuk soera 65 At-Thalāq – De
Echtscheiding Deel Guz 28
595
ziel dan volgens wat Hij hem gegeven heeft. (Voor hen
die op Allah vertrouwen) zal Allah na moeilijkheden
gemak brengen (na ergernis verlichting, na armoede
rijkdom en na elke ziekte gezondheid). (8) En hoeveel
steden hebben zich tegen het bevel van hun Heer en
Zijn Boodschapper verzet, waarop Wij met hen
afrekenden met een vreselijke bestraffing. (9) Zij
proefden toen het kwaad van hun wandaden, en het
einde van hun zaak was een verlies. (10) Allah heeft
een zware bestraffing voor hen voorbereid. Vrees
daarom Allah (en onderhoud je verplichtingen jegens
Hem) O bezitters van verstand die geloven! Allah heeft
tot jullie een Vermaning gezonden. (11) Een
Boodschapper die voor jullie de verduidelijkende
Verzen van Allah voordraagt, om degenen die geloven
en goede daden verrichten uit de duisternissen naar het
licht te voeren. En wie in Allah gelooft en goede daden
verricht: Hij zal hem naar de Tuinen verwijzen waar
rivieren onderdoor stromen, om daarin voor altijd te
verblijven. Allah heeft hem inderdaad een
voortreffelijke voorziening gegeven. (12) Allah is
Degene Die de zeven hemelen heeft geschapen en zo
ook de aarde. Zijn bevel daalt tussen hen (hemel en
aarde) neer, opdat jullie weten dat Allah Almachtig
over alle zaken is en dat Allah alle dingen in (Zijn)
kennis omsluit.
Soerah 66 – At-Tahrim (Medinisch)
Het Verbieden
In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
(1) O, Profeet! Waarom verbied jij iets wat Allah voor
Hoofdstuk soera 66 At-Tahrim – Het Verbieden Deel Guz 28
596
jou wettig heeft gemaakt? Om jouw vrouwen een
genoegen te doen? En Allah is Vergevingsgezind,
Genadevol. (2) Allah heeft reeds het verbreken van
jullie eden verordend *15F
16. En Allah is jullie Heer, en Hij
is de Alwetende, de Alwijze. (3) En (gedenk) toen de
Profeet iets vertrouwelijks tot één van zijn vrouwen zei.
En toen zij dit vertelde, en Allah hem dit liet weten,
maakte hij het deels bekend en deels hield hij het stil.
Toen hij haar (Hafsa) daarvan vertelde, zei zij: “Wie
heeft jou dit verteld?” Hij zei: “De Alwetende, de
Kenner heeft het mij verteld.” (4) Als jullie twee
(Hafsah en A’isjah) in berouw tot Allah keren (zal het
beter voor jullie zijn), dan neigen jullie harten waarlijk
(naar het goede). Maar als jullie elkaar bijstaan tegen
hem (de Boodschapper), dan is Allah waarlijk jouw
Helper, en Jibriël en de rechtvaardigen onder de
gelovigen en daarnaast zullen de Engelen helpers zijn.
(5) Het kan zijn dat wanneer hij van jullie (zijn
echtgenotes) scheidt, dat zijn Heer aan hem betere
vrouwen in de plaats van jullie zal geven, die zich
overgeven, die gelovend, gehoorzamend, berouwvol,
aanbiddend en vastend zijn, die eerder getrouwd zijn
geweest of maagd zijn. (6) O, jullie die geloven!
Behoedt julliezelf en jullie gezinnen voor de Hel,
waarvan de brandstof mensen en stenen is, waarover
strenge en hard optredende Engelen zijn aangesteld, die
Allah niet ongehoorzaam zijn in wat Hij hun beveelt,
maar doen wat hun bevolen is. (7) O, jullie die
ongelovig waren! Verontschuldig jullie op deze Dag
*16 De profeet had gezworen bij het verbieden van iets dat toegestaan (Halal)
was. Allah laat hier weten dat eden die gesloten zijn op basis van een onjuiste
inhoud verbroken moeten worden.
Hoofdstuk soera 66 At-Tahrim – Het Verbieden Deel Guz 28
597
niet: jullie wordt slechts vergolden voor wat jullie
gedaan hebben! (8) O jullie die geloven, keer jullie in
oprecht berouw tot Allah, hopelijk zal jullie Heer jullie
zonden kwijtschelden, en jullie verwijzen naar tuinen
waar rivieren onderdoor stromen op de Dag waarop
Allah de Profeet en degenen die met hem geloven niet
zal vernederen. Hun licht straalt vόόr hen en rechts van
hen. Zij zeggen: “Onze Heer! Vervolmaak ons licht
voor ons en geef ons vergiffenis. Waarlijk, U bent tot
alle dingen in staat.” (9) O, Profeet! Bestrijd de
ongelovigen en de hypocrieten en wees streng voor
hen, hun bestemming is de Hel, en slecht is die
bestemming inderdaad. (10) Allah heeft voor de
ongelovigen de vrouw van Noah en de vrouw van
Loeth als een voorbeeld gegeven. Zij verkeerden onder
twee van onze oprechte dienaren, maar beiden
bedrogen hen, toen baatten zij (Noah en Loeth) hun in
niets tegen Allah. En er werd tot hen (beide vrouwen)
gezegd: “Treedt de Hel binnen tezamen met de
binnentreders!” (11) En Allah gaf de gelovigen (die
door de afgodendienaars werden vervolgd) een lichtend
voorbeeld (de pure en onverschrokken
geloofsovertuiging van) de vrouw van de Farao
(Aasiyah bint Moezaahim), nadat zij zei: “Mijn Heer!
Bouw voor mij een huis bij U in het Paradijs (en terwijl
ze naar de hemel keek, kon ze dit ook daadwerkelijk
waarnemen), en red mij van de Farao en zijn
(godlasterlijke) werken, en red mij van het
onrechtvaardige volk.” (waarna Allah haar uit de
handen van de tiran redde) (12) En (het voorbeeld van)
Maryam, de dochter van Imran, die haar kuisheid
behoedde, waarop Wij in haar van Onze geest bliezen
en zij getuigde van de Waarheid van de Woorden van
Hoofdstuk soera 66 At-Tahrim – Het Verbieden Deel Guz 28
598
haar Heer en (geloofde ook in) Zijn Boeken en zij
behoorde tot de degenen die gehoorzaam zijn aan
Allah. ۞
Soerah 67 – Al-Moelk (Mekkaans)
De Heerschappij
In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
(1) Gezegend is Degene in Wiens hand de heerschappij
is. En Hij is Almachtig over alle zaken. (2) Degene Die
de dood en het leven heeft geschapen, zodat Hij jullie
kan beproeven (en om te tonen) wie van jullie de beste
daden verricht. En Hij is de Almachtige (over de
ongehoorzamen), de Vergevingsgezinde (voor de
berouwvollen). (3) Degene Die zeven hemelen in lagen
geschapen heeft. Jij ziet in de schepping van de Meest
Barmhartige geen onevenwichtigheid. Kijk dan nog een
keer: Zie jij een afwijking? (4) Kijk dan opnieuw en
weer, jouw blik zal zich in een nederige en vermoeide
staat weer tot je keren. (5) En voorwaar, Wij hebben de
nabije hemel met lampen versierd, en Wij maakten die
om er de duivels mee te verdrijven. En Wij hebben
voor hen een bestraffing in het laaiende Vuur
voorbereid. (6) En voor degenen die niet in hun Heer
geloven, is er de bestraffing van de Hel. En dat is de
slechtste bestemming. (7) Wanneer zij daarin geworpen
worden dan horen zij het (vreselijke) gebrul ervan,
terwijl zij (de Hel) raast. (8) Zij barst bijna in woede
uit. Iedere keer dat daar een groep in wordt geworpen,
zal zijn bewaker vragen: “Is er geen waarschuwer tot
jullie gekomen?” (9) Zij zullen zeggen: “Ja voorwaar,
er is een waarschuwer tot ons gekomen maar wij