Win de harten
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle
Win de harten
Op mensen met autoriteit is altijd een beroep gedaan om
de oorzaken van sociale en politieke geschillen op te
lossen. Wanneer deze wijselijk en met vrees voor Allah
worden aangepakt, dan zullen deze problemen, hoe
ernstig ze ook lijken, verholpen worden. Wanneer het met
arrogantie, ondoordachtheid en dwang wordt verholpen,
dan zal het alleen maar verergeren totdat de gehele
sociale orde vernietigd is.
‘Oemar ibn Abdoe l-‘Aziz, de “vijfde” rechtgeleide
khalief, institueerde beleidsvormen om de gemeenschap
te hervormen, zodat alle oorzaken van geweld bestreden
konden worden. Ondanks zijn korte heerschappij van
twee en een half jaar, behaalde hij hiermee verpletterende
resultaten. Ten allen tijde, indien het mogelijk was,
ontweek hij de taal van dwang en tirannie, en prefereerde
hij de dialoog en de overreding om potentiële explosieve
situaties onklaar te maken. Aldus bood hij
rechtvaardigheid en goedheid aan als de oplossing voor
de universeel wederkerende problemen van
bloedvergieten en terreur.
Hij ontmoette de Khawaaridj met zijn wijsheid en inzicht
en overtuigde hen om hun wapens voor de eerste keer
4
tijdens zijn tijdperk neer te leggen; dit gebeurde pas nadat
zij ontzettend lang tegen de Oemayyaden (Omajjaden,
ook wel Oemajjaden of Umayyaden: een Islamitische
dynastie (regerende familie), waartoe zowel de khaliefen
behoorden die het Arabisch-Islamitische Rijk van 661 tot
750 geregeerd hebben, als de uit dezen voortgekomen
Spaanse Omajjaden (756–1027). De Omajjaden ontlenen
deze naam aan de Banoe Oemayyah (Omajja), één van de
clans van de Mekkaanse stam der Koeraisjieten
(Qoeraish)) khaliefen ongehoorzaam waren, rebelleerden
en hen trotseerden.
Eén van de sekten van de Khawaaridj kwam aan het
begin van zijn regeerperiode in opstand, dus stuurde hij
een brief naar hun leider. Hij schreef: “Ik ben
geïnformeerd dat jij een opstand aan het voorbereiden
bent uit kwaadheid in de naam van Allah en Zijn
boodschapper (Allah’s vrede en zegen zij met hem)…En
ik heb hier meer recht op dan jij…Dus waarom kom jij
niet naar mij en sta mij toe om de kwestie met jou te
bespreken? Als de waarheid met ons is, accepteer het dan
en volg het. En als de waarheid bij jou ligt, dan zullen wij
onze positie overpeinzen en onze zaak kritisch
onderzoeken!”
De oprechtheid en de welbespraaktheid van de brief
beïnvloedde de leider van Khawaaridj. Hierop stuurde hij
een delegatie om met de khalief te onderhandelen.
Uiteindelijk waren zij voldoende bevredigd en kwamen
5
overeen dat zij hun wapens zouden neerleggen en terug
zouden keren naar de hoofdstroom binnen de Islamitische
gemeenschap. Zo zie je maar dat rechtvaardigheid,
zachtaardigheid en oprechtheid de harten van zijn meest
geharde vijanden kan overwinnen!
Er was nog een andere groep van de Khawaaridj,
genaamd “De Afgescheidenen van Mosul” (een stad in
Noord-Iraq), die tijdens het tijdperk van ‘Omar ibn
‘Abdoel-‘Aziez rondzwierf en die een potentieel gevaar
vormde. Dit heeft ertoe geleid dat de gouverneur van
Mosul een brief schreef en zijn toestemming vroeg om
hen te bedwingen. De rechtschapen khalief gaf de
gouverneur het volgende antwoord: “Wanneer zij het
vinden dat het voor hun noodzakelijk is om in het land
rond te zwerven zonder de mensen kwaad te doen, laat ze
dan gaan waar ze maar willen. Zouden zij een Moslim of
een Dziemmie (De niet-moslim burgers in een
Islamitische staat die hun financiële verplichting (het
betalen van djizjah - een belasting die de niet-moslims
die in een Islamitisch land verblijven is opgelegd)
nakomen) kwaad doen, vervolg hen dan (in
overeenstemming met de wetten van Allah).”
‘Oemar ibn Abdoe l-‘Azziz beschouwde het niet als zijn recht om vrijheid van gedachten te beperken,hoewel hij daarvoor de macht en autoriteit bezat en capabel was, noch beschouwde hij het als zijn recht om mensen te
6
dwingen om bepaalde opinies te accepteren of bepaalde
overtuigingen aan te hangen.
Hij richtte in plaats hiervan zijn aandacht op de
fundamentele kwesties en pakte de oorzaken van
problemen aan; aldus nam hij geen genoegen met korte
termijn maatregelen. Hij paste de Islamitische
methodologie van wederzijdse onderhandeling en
oprechte dialoog toe. Telkens wanneer van hem gevraagd
werd om geweld toe te passen als een snel middel om een
conflicterende zienswijze of ideologie de kop in te
drukken, dan was hij gewoon om de volgende verzen van
de Qor-aan te reciteren:
“Wil jij dan de mensen dwingen opdat zij gelovigen worden?” Soerat Yoenoes (10), aayah 99.
“Vermaan daarom met de Qor-aan degenen die Mijn Waarschuwing vrezen.” Soerat Qaaf (50), aayah 45.
“Waarschuw daarom: voorwaar; jij bent slechts een waarschuwer. Jij bent over hen geen heerser.” Soerat Al-Ghaashiyah (88), aayah 21-22.
‘Oemar ibn Abdoe l-‘Azziz begreep zeer goed dat amputatie (geweld) het laatste middel is voor de behandeling van een geïnfecteerd lichaamsdeel. Het is niet de eerste stap, dus gaf hij voorrang aan rechtvaardigheid en stond de vrijheid van uitdrukking,
7
onderhandeling en de mogelijkheid om te overtuigen toe; zelfs voor zijn opponenten.
Ooit schreef de gouverneur van Khoerasaan (Chorasan of Khorasan: nu een provincie in het noordoosten van Iran, grenzend aan de Sovjet-Unie) naar hem voor zijn toestemming om bij de mensen een bepaalde mate van geweld te gebruiken. In zijn brief stond: “Waarlijk, niets zal hen hervormen, behalve het zwaard en de zweep.”
Het antwoord van ‘Oemar was omzichtig en standvastig. Hij liet met diepgaand begrip zien op welke manier er gereageerd moet worden op individuele en sociale afsplitsingen. Hij schreef: “Jij hebt gelogen. Waarlijk, alleen waarheid en rechtvaardigheid zullen hen hervormen, dus bied hen dat aan. En weet dat Allah het niet toestaat dat de daden van de slechteriken tot bloei zullen komen.”
Al-Jumuah, volume 15, issue 8, Sha’baan 1424 H
“Wij Moslims” jaargang 4, nr. 1