Artikelen




Hoofdstuk soera 29 Al-‘Ankabōet – De Spin Deel Guz 21


433


tot hen komen terwijl zij het niet voorzien! (54) Zij


vragen je om de bestraffing te laten bespoedigen. En


waarlijk! Hel zal de ongelovigen zeker omsluiten. (55)


Op de Dag waarop de bestraffing hen van boven en van


onder hun voeten zal bedekken. En Hij zal zeggen:


“Proef wat jullie gewoonlijk deden.” (56) O Mijn


slaven die geloven! Zeker, Mijn aarde is uitgestrekt.


Aanbidt mij daarom slechts Mij. (57) Iedereen zal de


dood proeven. Daarna zullen jullie tot Ons terugkeren.


(58) En degenen die geloven en goede daden


verrichten, hen zullen Wij zeker liefelijke verblijven


geven in het Paradijs, waaronder rivieren stromen, om


daar voor altijd in te wonen.Voortreffelijk is de


beloning voor hen die (goede) werken verrichten. (59)


Degenen die geduldig zijn en hun vertrouwen (alleen)


bij hun Heer leggen. (60) En hoeveel levende


schepselen zijn er niet, die niet voor hun eigen


voorziening zorgen! Allah geeft hen de voorziening en


jullie ook. En Hij is de Alhorende, de Alwetende. (61)


Als jij hen zou vragen: “Wie heeft de hemelen en de


aarde geschapen en de zon en de maan geschapen,” dan


zullen zij zeker antwoorden: “Allah.” Hoe kunnen zij


dan afwijken? (62) Allah vergroot de voorziening voor


wie Hij wil van Zijn slaven en beperkt het voor hen.


Waarlijk, Allah is van alle zaken Alwetend. (63) Als jij


hen zou vragen: “Wie stuurt de regen van de hemel


naar beneden en wie brengt daarmee de aarde tot leven


na haar dood?” Dan zouden zij zeker antwoorden:


“Allah.” Zeg: Alle lofprijzingen en dank is aan Allah!”


Nee! De meesten van hen begrijpen het niet. (64) En dit


wereldse leven is slechts vermaak en spel! Waarlijk, het


Huis van het Hiernamaals, dat is het echte leven, als zij


dat maar wisten. (65) En als zij aan boord gaan van een


Hoofdstuk soera 29 Al-‘Ankabōet – De Spin Deel Guz 21


434


schip, dan roepen zij Allah aan, Hem zuiver


aanbiddend. Maar zodra Hij hen veilig terug aan land


brengt (nadat zij ter nauwernood aan de


verdrinkingsdood waren ontsnapt), kennen zij (toch)


deelgenoten aan Allah toe. (66) Dus worden zij


ondankbaar voor datgene wat Wij hen gegeven hebben,


en om te geniten. Maar zij zullen er wel achter komen.


(67) Hebben zij niet gezien dat Wij een veilig


Heiligdom hebben gemaakt, terwijl de mensen om hen


heen worden verdreven? Geloven zij in de leugen en


ontkennen zij de gunsten van Allah? (68) En wie begaat


er een grotere zonde dan degene die een leugen over


Allah verzint of de Waarheid ontkend, wanneer die tot


hem komt? Is er geen verblijfplaats in de Hel voor


ongelovigen? (69) En wat betreft degenen die hard voor


Ons streven, Wij zullen hen zeker naar Onze Paden


leiden. En waarlijk, Allah is zeker met de weldoeners.”


Soerah 30 – Ar-Rōem (Mekkaans)


De Romeinen


In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.


(1) Alif Lām Mīm. (2) De Romeinen zijn verslagen. (3)


In een buurland en zij zullen na hun verlies de


overwinnaars zijn. (4) Tussen drie en negen jaar. Het


besluit over deze zaak, voor en na (deze gebeurtenis)


ligt uitsluitend bij Allah. En op die dag zullen de


gelovigen zich verheugen. (5) Met de hulp van Allah,


Hij helpt wie Hij wil en Hij is de Almachtige, de


Genadevolle. (6) (Het is) een belofte van Allah, en


Allah verzaakt Zijn belofte niet, maar de meeste


mensen weten het niet. (7) Zij kennen slechts de


Hoofdstuk soera 30 Ar-Rōem – De Romeinen Deel Guz 21


435


uiterlijke schijn van het wereldse leven en zij zijn


achteloos voor het Hiernamaals. (8) Denken zij dan niet


diep na over zichzelf? Allah heeft de hemelen en de


aarde en alles wat daar tussen is, niet geschapen dan in


Waarheid en voor een aangewezen termijn. En


voorwaar, velen van de mensheid ontkennen de


ontmoeting met hun Heer. (9) Reizen zij niet over land,


zodat zij zien wat het einde is van degenen die vóór hen


waren? Zij waren sterker in kracht en zij bewerkten de


aarde en bebouwden haar meer dan deze (heidenen) dat


gedaan hebben. En tot hen kwamen hun Boodschappers


met duidelijke bewijzen. Zeker, Allah heeft hen geen


onrecht aangedaan, maar zij hebben zichzelf onrecht


aangedaan. (10) Kwaad was toen het einde van degenen


die zondigden, omdat zij de Tekenen Allah


verloochenden en het bespotten. (11) (Alleen) Allah


vormt de schepping, dan zal Hij het herhalen en tot


Hem zullen jullie terugkeren. (12) En op de Dag


waarop het Uur ingesteld is, zullen de misdadigers zich


met diepe spijt, berouw en wanhoop in de vernietiging


storten. (13) Zij zullen geen bemiddelaars hebben van


degenen (afgoden) die zij aan Allah gelijk hebben


gesteld en zij zullen (zichzelf) verwerpen en hun


deelgenoten ontkennen. (14) En op de Dag waarop het


Uur is ingesteld, op die Dag zullen zij (alle mensen)


gegroepeerd worden. (15) Wat betreft degenen die


geloven en goede daden verrichten: zij zullen een


gelukkig leven in de Tuinen der Vreugde gaan leiden.


(16) Wat betreft degenen die ongelovig waren en Onze


Tekenen en de Ontmoeting in het Hiernamaals


verloochenden: zij zullen naar de bestraffing gebracht


worden. (17) Verheerlijk daarom (en gedenk) Allah (in


het gebed), als jullie de avond ingaan (door het


Hoofdstuk soera 30 Ar-Rōem – De Romeinen Deel Guz 21


436


maghrib- en ‘isjaa` gebed te verrichten) en wanneer


jullie de ochtend ingaan (door het fadjr gebed te


verrichten). (18) En Hem komen alle lofprijzingen en


dank toe: zowel in de hemelen als op aarde, (gedenk


Hem dus ook) tijdens het afnemen van de dag (de


tijdspanne tussen het namiddaggebed en het maghrib


gebed) en het ‘groeien’ van de dag (de tijdspanne


tussen het ochtendgebed en het middaggebed). (19) Hij


brengt het levende voort uit het dode (een mens uit een


zaad- en eicel, een vogel uit een ei; en een gelovige uit


een ongelovige) en Hij brengt het dode voort uit het


levende. En Hij doet (d.m.v. regenwater) de (dorre)


aarde (na een periode van droogte) herleven na haar


dood. Zo worden jullie (na jullie dood) opgewekt. (20)


En het behoort tot Zijn Tekenen dat Hij jullie


geschapen heeft uit stof waarna jullie je toen als


mensen verspreidden. (21) En het behoort tot Zijn


Tekenen dat Hij voor jullie van jullie eigen soort


echtgenotes heeft geschapen. opdat jullie rust bij haar


vinden en Hij bracht tussen jullie (echtparen) liefde en


genade. Waarlijk, dat zijn zeker Tekenen voor mensen


die nadenken. (22) En tot Zijn Tekenen behoren de


schepping van de hemelen en de aarde, en het verschil


in jullie talen en (huids)kleuren. Waarlijk, daarin zijn


zeker Tekenen voor mensen met kennis. (23) En tot


Zijn Tekenen behoort jullie slaap ‘s nachts, en jullie


zoektocht naar Zijn overvloed overdag. Waarlijk, hierin


zijn zeker Tekenen voor mensen die luisteren. (24) En


tot Zijn Tekenen behoort dat Hij jullie de bliksem toont,


om hoop en vrees op te wekken. En Hij laat het water


uit de hemel vallen en daarmee doet Hij de aarde na


haar dood herleven. Waarlijk, hierin zijn zeker Tekenen


voor mensen die begrijpen. (25) En tot Zijn Tekenen


Hoofdstuk soera 30 Ar-Rōem – De Romeinen Deel Guz 21


437


behoort dat de hemel en de aarde onder Zijn bevel


staan. Daarna, wanneer Hij jullie met één enkele roep


uit de aarde doet oproepen, dan zullen jullie


tevoorschijn komen. (26) Aan Hem behoort alles wat in


de hemelen en op aarde is. Allen zijn Hem gehoorzaam.


(27) En Hij is Degene Die de schepping vormt, en het


daarna herhaalt en dat is voor Hem nog gemakkelijker.


Aan Hem behoren de meest verheven eigenschappen in


de hemelen en op aarde. En Hij is de Almachtige, de


Alwijze. (28) Hij geeft jullie een vergelijking met


julliezelf. Hebben jullie onder degenen die jullie


rechterhand bezitten deelgenoten in de voorzieningen


die Wij jullie hebben geschonken, zodat jullie daarin


gelijk zijn? Die jullie vrezen als jullie elkaar vrezen?


Zo leggen Wij de Tekenen nauwkeurig uit aan de


mensen die begrijpen. (29) Maar degenen die zondigen


volgen zonder kennis hun eigen lusten. Wie zal dan


degenen leiden die Allah doet dwalen? En voor hen


zullen er geen helpers zijn. (30) (O Mohammed) keer je


gezicht dus in de richting van de (zuivere) godsdienst


als een rechtzinnige (samen met jouw volgelingen).


(Volg) De natuurlijke aanleg waarmee Allah de


mensheid heeft geschapen. De schepping van Allah


kent geen verandering. Dat is de juiste godsdienst, maar


de meeste (ongelovige) mensen weten het niet! (31)


(Wendt jullie) als berouwvollen tot Hem en vrees Hem


en onderhoudt de gebeden en behoor niet tot de


afgodendienaars. (32) Behorend tot degenen die hun


godsdienst hebben opgesplitst en en tot sekten zijn


geworden, iedere sekte verheugd zich met wat het


heeft. (33) En als de het kwaad de mensen raakt, dan


roepen zij oprecht om alleen hun Heer, zich tot Hem in


berouw kerend, maar als Hij hen Zijn genade laat


Hoofdstuk soera 30 Ar-Rōem – De Romeinen Deel Guz 21


438


proeven, zie! Een deel Dan kent een groep van


deelgenoten in de aanbidding aan hun Heer toe. (34)


Om ondankbaar te tonen zijn voor de gunsten die Wij


hen gegeven hebben. Geniet dan; maar jullie zullen het


te weten komen. (35) Hebben Wij aan hen een geschrift


geopenbaard wat spreekt over datgene wat zij met Hem


verenigen? (36) En als Wij de mensheid onze genade


laten proeven verheugen zij zich daarin, maar als iets


kwaads hen treft, wegens wat zij bedreven, dan


wanhopen zij. (37) Zien zij dan niet dat Allah de


voorziening vergroot voor wie Hij wil en dat Hij


beperkt? Waarlijk, hierin zijn Tekenen voor een volk


dat gelooft. (38) Geef de verwant dus zijn deel en de


behoeftige en de reiziger (zonder proviand). Dat is het


beste voor degenen die Allah’s goedkeuring zoeken, en


zij zijn het die zullen slagen. (39) Wat jullie van


eigendommen van de mensen gegeven hebben als rente


om te vermeerderen: het vermeerdert niets bij Allah.


Maar wat jullie als liefdadigheid weggeven om Allah’s


goedkeuring te zoeken: dan zal dat veelvoudig


vermeerderd worden. (40) Allah is Degene die jullie


geschapen heeft en jullie daarna van voedsel heeft


voorzien. Vervolgens doet Hij jullie sterven en daarna


doet Hij jullie weer leven. Is er één van jullie


deelgenoten die zoiets kan doen? Verheerlijkt zij Hij!


En Verheven is Hij boven al dat (kwade) wat zij (met


Hem) verenigen. (41) Het verderf is op het land en de


zee verschenen vanwege wat de handen van de mensen


verdiend hebben, zodat Allah hen een deel laat proeven


van wat zij gedaan hebben. Hopelijk zullen zij berouw


tonen. (42) Zeg: “Reis door het land en zie wat het


einde was van degenen vóór (jullie)! De meesten van


hen waren afgodendienaars. (43) Keer je gezicht dus


Hoofdstuk soera 30 Ar-Rōem – De Romeinen Deel Guz 21


439


naar de goede en juiste godsdienst, want er komt van


Allah een Dag die niemand kan ontwijken. En op die


Dag zal de mens verdeeld worden. (44) Iedereen die


ongelovig was zal van zijn ongeloof te lijden hebben.


En degenen die goede daden doen, bereiden dit voor


hun eigen ziel. (45) Opdat Hij degenen die geloven en


goede daden doen uit Zijn Overvloed mogen belonen.


Waarlijk, Hij houdt niet van de ongelovigen. (46) En


tot Zijn tekenen behoort dat Hij de winden stuurt met


goede berichten, en om jullie van Zijn genade te doen


proeven. En dat de schepen op Zijn bevel mogen varen.


En dat jullie Zijn overvloed zoeken zodat jullie


dankbaar zullen zijn. (47) En voorwaar, Wij hebben


Boodschappers vóór jou gestuurd tot hun volkeren. Zij


kwamen met duidelijke bewijzen tot hen, waarna Wij


Ons hebben gewroken op degenen die misdaden


plachten te doen. En het was Onze plicht de gelovigen


te helpen. (48) Allah is Degene Die de winden stuurt,


zodat zij wolken voortdrijven, waarna Hij hen over de


hemel uitspreidt zoals Hij wil en hen dan in delen


opbreekt, tot jullie uit hun midden regendruppels zien


voortkomen! En wanneer deze neerkomt op wie Hij wil


van Zijn dienaren, verheugen zij zich! (49) Hoewel zij,


vόόrdat deze op hen neer wordt gezonden, zeker


wanhoopten. (50) Zie dan de sporen van Allah’s


Genade: hoe Hij de aarde na haar dood doet herleven.


Waarlijk! Zo is Hij Die de doden zeker doet leven. En


Hij is tot alle dingen in staat. (51) En als Wij een


(droge) wind sturen, en zij zien (hun akkerland) geel


worden, dan blijven zij zeker daarna ongelovig. (52)


Voorwaar, jij kunt de doden noch de doven de oproep


laten horen wanneer zij hun ruggen laten zien, zich


afkerend. (53) En jij kunt de blinden niet van hun


Hoofdstuk soera 30 Ar-Rōem – De Romeinen Deel Guz 21


440


dwaling leiden; jij kunt slechts degenen die in Onze


Tekenen geloven en zich aan Allah in de islam hebben


overgegeven, laten horen. (54) Allah is Degene Die jou


uit een zwak vocht heeft geschapen, daarop gaf Hij jou


kracht (als volwassene) na de zwakheid (van jouw


kinderjaren), vervolgens (nam Hij) de (levens)kracht


(weer weg) en gaf Hij jou zwakte en ouderdom en grijs


haar. Hij schept wat Hij wil. En Hij is de Alwetende, de


Almachtige. (55) En op de Dag dat het Uur is ingesteld


zullen de misdadigers zweren dat zij niet langer dan een


uur (in hun graven) zijn gebleven, zo werden zij


bedrogen. (56) En degenen die kennis en geloof is


gegeven zullen zeggen: “Voorwaar, jullie zijn volgens


het Besluit van Allah gebleven tot de Dag der


Opstanding, maar jullie wisten het niet.” (57) Op die


Dag zullen de verontschuldigingen voor degenen die


zondigden hun niet baten, noch zal het hen toegestaan


zijn om terug te keren om Allah’s genoegen te zoeken.


(58) En voorwaar, Wij hebben voor de mensheid in


deze Koran allerlei soorten gelijkenissen gegeven.


Maar als jij hen wat voor Teken dan ook brengt, zullen


de ongelovigen zeker zeggen: “Jullie volgen niets


anders dan leugens en tovenarij.” (59) Dus verzegelt


Allah de harten van degenen die niet weten. (60) Wees


dus geduldig. Waarlijk, de belofte van Allah is waar, en


laat degenen die geen zekerheid over het geloof


hebben, je niet ontmoedigen van de verkondiging van


Allah’s Boodschap.


Hoofdstuk soera 31 Loeqmān – Loeqman Deel Guz 21


441


Soerah 31 – Loeqmān (Mekkaans)


Loeqman


In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.


(1) Alif, Lām, Mīm. (2) Dit zijn de Verzen van het


wijze Boek. (3) Als leiding en een Genade voor de


weldoeners. (4) Degenen die hun gebeden perfect


verrichten en de Zakat betalen en een zeker geloof


hebben in het Hiernamaals. (5) Zij zijn het die de


leiding van hun Heer volgen, en zij zijn de geslaagden.


(6) En onder de mensheid is hij die ijdele praat


verkoopt om (de mens) van het Pad van Allah te


misleiden, zonder kennis, en die het bespot. Voor hen


zal er een vernederende bestraffing zijn. (7) En als


Onze verzen aan hem worden gereciteerd, keert hij zich


trots af, alsof hij ze niet hoort, alsof er doofheid in zijn


oor is. Verkondig dus aan hem een pijnlijke bestraffing.


(8) Waarlijk, degenen die geloven en goede werken


verrichten, voor hen zijn de Tuinen der Vreugde. (9)


Om daarin eeuwig te verblijven. Het is een ware belofte


van Allah. En Hij is de Almachtige, de Alwijze. (10)


Hij heeft de hemelen en de aarde geschapen, zonder


pilaren die jullie kunnen zien, en Hij heeft op aarde


stevige bergen geplaatst, opdat zij jullie niet zou doen


wankelen. Hij heeft daarop allerlei soorten dieren


verspreid. En Wij sturen water uit de hemel en Wij


zorgen ervoor dat er allerlei goede soorten (planten)


groeien. (11) Dit is de schepping van Allah. Laat Mij


dus zien wat degenen (die jullie) naast Hem


(aanbidden) geschapen hebben. Nee, de


onrechtvaardigen verkeren in een duidelijke dwaling.


Hoofdstuk soera 31 Loeqmān – Loeqman Deel Guz 21


442


(12) En voorwaar, Wij hebben Loeqman wijsheid en


religieus begrip gegeven, zeggende: “Wees Allah


dankbaar,” en iedereen die dankt, hij dankt voor


zichzelf. En iedereen die ondankbaar is, dan waarlijk


Allah is Behoefteloos, Geprezen. (13) En (gedenk) toen


Loeqman tegen zijn zoon zei toen hij hem goede raad


gaf: “O mijn zoon! Verenig geen anderen in de


aanbidding met Allah. Waarlijk! Het verenigen van


anderen in de aanbidding van Allah is zeker een grote


fout.” (14) En Wij hebben de mens verplicht om (goed


en plichtsgetrouw) voor zijn ouders te zijn. Zijn moeder


droeg hem in zwakheid op zwakheid en het zogen van


hem duurde twee jaren. Dank Mij en jullie ouders, en


bij Mij is de uiteindelijke bestemming. (15) Maar als zij


(beiden) erop aandringen dat jij iets aan Mij toekent


waarvan je geen kennis hebben, gehoorzaam hen dan


niet, maar behandel hen vriendelijk in de wereld en


volg het Pad van degene die zich in berouw en


gehoorzaamheid tot Mij keert. Tot Mij zal dan jullie


terugkeer zijn en Ik zal jullie dan vertellen wat jullie


gedaan hebben. (16) (Loeqman zei:) “O mijn zoon!


Ook al is er iets dat slechts het gewicht van een


mosterdzaadje heeft, dat zich in een rots bevindt, of in


de hemelen of in de aarde: Allah zal het voortbrengen.


Waarlijk, Allah is Zachtmoedig, Alwetend. (17) O mijn


zoon! Verricht de gebeden perfect, moedig aan tot al


het goede en verbiedt het verwerpelijke. En draag


geduldig (de beproevingen) die jullie overkomen


(tijdens het uitnodigen naar de Waarheid). Waarlijk, dit


zijn een paar van de belangrijke bevelen (die Allah


zonder uitzondering heeft gegeven). (18) En keer jullie


gezichten niet af van de mensen, en wandel niet vol


hoogmoed over de aarde. Want Allah houdt van geen


Hoofdstuk soera 31 Loeqmān – Loeqman Deel Guz 21


443


enkele verwaande opschepper. (19) En wees gematigd


in jullie (manier van) lopen en spreek zacht. Waarlijk,


de meest onaangename stem is de stem van een ezel.


(20) Zien jullie niet dat Allah alles wat in de hemelen


en alles wat op aarde is aan jullie heeft onderworpen?


En Hij heeft Zijn gunsten voor jullie voltooid, zichtbaar


en onzichtbaar. Toch behoort tot de mensheid degene


die over Allah redetwist zonder kennis of Leiding of


een verlichtend Boek. (21) En als er tegen hen gezegd


wordt: “Volg dat wat Allah heeft neergezonden,”


zeggen zij: “Nee, wij zullen volgen wat onze


voorvaderen (gevolgd) hebben.” Zelfs als Sheitan hen


tot de bestraffing van het Vuur uitnodigt? (22) En


iedereen die zich overgeeft aan Allah terwijl hij een


weldoener is: dan heeft hij inderdaad een sterk houvast


gegrepen. En tot Allah keren alle zaken terug voor een


beslissing. (23) En iedereen die ongelovig is, laat zijn


ongeloof je niet bedroeven, tot Ons is hun terugkeer. En


Daarop zullen Wij hen vertellen wat zij gedaan hebben.


Waarlijk, Allah is de Alwetende van wat zich in de


harten bevindt. (24) En laat hen korte tijd genieten, dan,


op het einde zullen Wij hen verplichten tot een grote


bestraffing. (25) En als jij hen vraagt: “Wie heeft de


hemelen en de aarde geschapen?” zullen zij zeker


“Allah” zeggen. Zeg: “Al de lofprijzing en dank is voor


Allah!” Maar de meesten van hen weten het niet. (26)


Aan Allah behoort wat in de hemelen en op aarde is.


Waarlijk, Allah, Hij is Behoefteloos, Geprezen. (27) En


als alle bomen op aarde pennen waren en de zee (van


inkt) met daarachter nog zeven zeeën om aan te vullen,


dan nog zouden de Woorden van Allah niet uitgeput


raken.Waarlijk, Allah is Almachtig, Alwijs (waaraan


niemand kan ontsnappen). (28) De schepping van jullie


Hoofdstuk soera 31 Loeqmān – Loeqman Deel Guz 21


444


en de herrijzenis van jullie is (voor Allah) slechts als


die van één enkel persoon. Waarlijk, Allah is Alhorend,


Alziend. (29) Zie je niet dat Allah de nacht laat


overgaan in de dag, en de dag laat overgaan in de nacht


en Hij de zon en de maan dienstbaar heeft gemaakt, en


dat allen tot een vastgesteld tijdstip bewegen? En dat


Allah Alwetend is over wat jullie doen? (30) Dat is


omdat Allah de Waarheid is en omdat alles wat zij


naast Hem aanroepen een leugen is, en omdat Allah de


Allerhoogste, de Allergrootste is. (31) Zien jullie dan


niet dat de schepen over de zee varen door Allahs


gunsten? Opdat Hij jullie van Zijn Tekenen laat zien?


Waarlijk, hierin zijn Tekenen voor iedere geduldige,


dankbare. (32) En als een golf hen als een schaduw


bedekt, roepen zij Allah aan, en laten hun aanroepingen


alleen voor Hem zijn. Maar als Hij hen veilig op het


land brengt, dan zijn zij onder degenen die gematigd


zijn. (tussen geloof en ongeloof). Maar niemand anders


ontkent Onze Tekenen dan iedere verrader en


ondankbare. (33) O mensheid. Vrees jullie Heer en


vrees een Dag waarop geen vader iets voor zijn zoon


kan betekenen of de zoon iets kan betekenen voor zijn


vader. Waarlijk, de belofte van Allah is waar, laat dit


huidige leven jullie niet bedriegen, en laat de verleider


jullie niet van Allah weghouden. (34) Waarlijk Allah!


Bij Hem (alleen) is de kennis over het Uur, Hij laat de


regen vallen en Hij kent wat zich in de schoten bevindt.


Niemand weet wat hij morgen zal doen. En niemand


weet in welk land hij zal sterven. Waarlijk, Allah is


Alwetend, Bewust van alle (zaken).


Hoofdstuk soera 32 As-Sadjdah – De


Aanbidding Deel Guz 21


445


Soerah 32 – As-Sadjdah (Mekkaans)


De Aanbidding


In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.


(1) Alif, Lām, Mīm. (2) De openbaring van het Boek is


van de Heer der werelden waarover geen twijfel is. (3)


Of zeggen zij: “Hij (Mohammed) heeft het verzonnen!”


Nee, het is de Waarheid van jouw Heer, zodat je de


mensen kunt waarschuwen waarvoor nog geen


waarschuwer vόόr jou is gekomen, zodat zij geleid zijn.


(4) Allah is Degene Die de hemelen en de aarde en


alles wat daartussen is heeft geschapen in zes dagen.


Toen zetelde Hij zich op de Troon. Er is voor jullie


buiten Allah geen beschermer of bemiddelaar. Laten


jullie je dan niet vermanen? (5) Hij regelt (alle) zaken


vanuit de hemel naar de aarde, dan zal het (de zaak) op


een dag, die een duizend jaar van jullie berekening


duurt, naar Hem opstijgen. (6) Dat is Hij, de Alwetende


van het onzichtbare en het zichtbare, de Almachtige, de


Genadevolste. (7) Degene Die alles wat Hij heeft


geschapen, in de beste vorm heeft gegoten. En Hij


begon de schepping van de mens uit klei. (8) Toen


maakte Hij zijn nageslacht van een uitttreksel van


nederig water (sperma). (9) Vervolgens voltooide Hij


zijn schepping (in de juiste maten en verhoudingen),


waarop Hij (een Engel zond om) hem te bezielen (met


de levensadem) en Hij gaf jullie het gehoor (om


geluiden op te vangen), het gezichtsvermogen (om


kleuren te onderscheiden) en harten (om af te wegen


tussen goed en slecht, nut en schade). (En toch) is de


dank die jullie betuigen (voor deze gunsten) gering!


Hoofdstuk soera 32 As-Sadjdah – De


Aanbidding Deel Guz 21


446


(10) En zij zeiden: “Als wij in de aarde zijn vergaan,


zullen wij dan echt opnieuw geschapen worden?” Nee,


maar zij ontkennen de ontmoeting met hun Heer! (11)


Zeg (O Mohammed): “De Engel des doods die over


jullie beschikt zal jullie zielen nemen. Dan zullen jullie


tot jullie Heer gebracht worden.” (12) En als jullie maar


konden zien wanneer de misdadigers hun hoofd voor


hun Heer lieten hangen (zeggende): “Onze Heer! Wij


hebben het nu gezien en gehoord, stuur ons dus terug,


wij zullen goede daden verrichten. Waarlijk! Wij


geloven nu met zekerheid.” (13) En als Wij wilden,


zeker! Dan zouden Wij iedere ziel haar Leiding geven,


Maar het Woord is door Mij bepaald: dat Ik de Hel met


zowel Djinn als mensen zal vullen. (14) Proeven jullie


dan (de bestraffing) omdat jullie de ontmoeting van


deze Dag vergaten. Wij zullen jullie ook vergeten.


Proef dus de eeuwige bestraffing voor wat jullie


plachten te doen. (15) Gelovig aan Onze Tekenen zijn


slechts die, wanneer zij ermee vermaand worden op


hun knieën vallen, en hun Heer verheerlijken en prijzen


en zij, die niet trots zijn. (16) Hun zijden verzaken hun


bedden, Zij roepen hun Heer aan vol hoop en vrees, en


geven uit (aan liefdadigheid) van hetgeen waarmee Wij


hen hebben voorzien.. (17) Niemand weet wat voor hen


verborgen blijft voor plezier, als een beloning voor wat


zij plachten te doen. (18) Is wie een gelovige is gelijk


aan degene die verdorven is? Zij zijn niet gelijk. (19)


Wat betreft degenen die geloven en goede daden


verrichten: voor hen zijn er de Tuinen (het Paradijs) als


verblijfplaats, als ontvangst voor wat zij plachten te


doen. (20) En voor degenen die verdorven zijn: hun


verblijfplaats zal het Vuur zijn. Iedere keer als zij


Hoofdstuk soera 32 As-Sadjdah – De


Aanbidding Deel Guz 21


447


daarvan weg willen, worden zij daar teruggebracht, en


er zal tegen hen gezegd worden: “Proef de bestraffing


van het Vuur die jullie plachten te ontkennen.” (21) En


waarlijk, Wij zullen hen de lichte bestraffing laten


proeven, vόόr de overweldigende bestraffing. Hopelijk


zullen zij terugkeren. (22) En wie zondigt er meer dan


degene die aan de Tekenen van zijn Heer wordt


herinnerd en zich dan daarvan afkeert? Waarlijk, Wij


zullen de misdadigers vergelden. (23) En voorwaar,


Wij gaven Mozes het Boek (de Thora). Twijfel dus niet


aan de ontvangst ervan (de Koran). En Wij hebben het


(de Thora) tot een Leiding voor de Kinderen van Israël


gemaakt. (24) En Wij stelden onder hen leiders aan, die


leiding gaven volgens Ons bevel toen zij geduldig


waren en met zekerheid in Onze Tekenen geloofden.


(25) Waarlijk, jullie Heer zal op de Dag der Opstanding


tussen hen oordelen over datgene waarover zij van


mening verschilden. (26) Is er geen leiding voor hen in


hoeveel generaties Wij vóór hen hebben vernietigd?


Waarlijk, daarin zijn zeker Tekenen. Willen zij dan niet


luisteren? (27) Hebben zij dan niet gezien hoe Wij het


water (in de wolken) naar het droge land zonder


plantengroei drijven, en daarmee oogsten tevoorschijn


doen komen waarvan hun vee en zij zelf eten? Zullen


zij dan niet zien? (28) Zij zeggen: “Wanneer zal dit


Besluit zijn, als jij de waarheid vertelt?” (29) Zeg: “Op


de Dag van het Besluit zal het geloof van degenen die


ongelovig zijn niet meer baten, noch zal hen uitstel


verleend worden.” (30) Keer je dus af van hen en


wacht, waarlijk zij wachten (ook).


Hoofdstuk soera 33 Al-Ahzāb – De Partijen Deel Guz 21


448


Soerah 33 – Al-Ahzāb (Medinish)


De Partijen


In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.


(1) O Profeet! Onderhoud je verplichtingen tot Allah en


gehoorzaam de ongelovigen en de hypocrieten niet.


Waarlijk! Allah is altijd Alwetend, Alwijs. (2) En volg


dat wat aan jou is geopenbaard van jouw Heer.


Waarlijk, Allah is zich goedbewust van wat jij doet. (3)


En leg je vertrouwen in Allah en Allah is voldoende als


Beschermer. (4) Allah heeft geen enkel mens twee


harten in zijn lichaam gegeven (wat dus wil zeggen dat


ongeloof en geloof niet in hetzelfde hart kunnen


huizen). Noch heeft Hij jullie vrouwen van wie jij


wegblijft door haar ‘moeder’ te noemen, tot uw


moeders gemaakt. Noch heeft Hij jullie geadopteerde


zonen tot jullie (echte) zonen gemaakt. Dat zijn slechts


woorden uit jullie monden. Maar Allah spreekt de


Waarheid en Hij leidt naar de (juiste) Weg. (5) Noem


hen bij (de namen van) hun vaders, dat is juister (en


rechtvaardiger) in het aangezicht van Allah. Maar als


jullie hun (echte) vaders niet kennen (noem hen dan)


jullie broeders in geloof (waarin jullie werden


samengebracht) of jullie vrienden. En er rust geen


zonde op jullie als jullie (onbewust) een fout begaan,


maar wel in wat jullie harten zich hebben


voorgenomen. En Allah is Vergevingsgezind,


Genadevol. (6) De Profeet is dichter bij de gelovigen


Hoofdstuk soera 33 Al-Ahzāb – De Partijen Deel Guz 21


449


dan zijzelf. En zijn vrouwen zijn hun moeders *12F


13. En


bloedverwanten zijn meer nabij (in erfrecht) volgens


het Boek van Allah dan de (broederschap der)


gelovigen en de emigranten, behalve wanneer jullie


voor jullie broeders (in het geloof) een goede daad


willen verrichten (in het testament). Dat staat in


(Allah’s boek van goddelijke) besluiten


neergeschreven. (7) En (gedenk) toen Wij met de


Profeten hun verbond aangingen en met jou (O


Mohammed), en met Noah, Ibrahim, Mozes en Isa, de


zoon van Maryam. Wij gingen met hen een plechtig


verbond aan. (8) Opdat Hij de waarachtigen over hun


waarachtigheid zal ondervragen. En Hij heeft voor de


ongelovigen een pijnlijke bestraffing voorbereid. (9) O


jullie die geloven! Gedenk Allah’s gunst aan jullie toen


jullie een leger tegenkwamen en Wij wind en een leger


(van Engelen) tegen hen stuurden die jullie niet gezien


hebben. En Allah is Alziende van wat jullie doen. (10)


En toen zij tot jullie kwamen, van boven jullie en van


onder jullie, en toen de ogen staarden en de harten in


hun kelen klopten, en toen jullie twijfels over Allah


hadden. (11) Daar werden de gelovigen beproefd en


door een zware beproeving door elkaar geschud. (12)


En toen de hypocrieten en degenen in wiens harten een


ziekte is zeiden: “Allah en Zijn Boodschapper hebben


ons niets dan ontgoocheling beloofd!” (13) En toen een


deel van hen zei: “O mensen van Yatrib! Jullie kunnen


hier geen stand houden, trek je daarom terug!” En een


deel van hen vroeg ontheffing van de Profeet


(zeggende): “Waarlijk onze huizen liggen open.” En zij


*13 Moeders in de zin van dat zij, na het overlijden van de Profeet, niet met hen


mogen trouwen.


Hoofdstuk soera 33 Al-Ahzāb – De Partijen Deel Guz 21


450


lagen niet open. Maar zij wensten te vluchten. (14) En


als de vijand van alle kanten naar binnen was gekomen


en zij gevraagd zouden worden de beproeving (te


doorstaan), dan zouden zij dat gedaan hebben en zij


hadden daarvoor maar weinig getwijfeld. (15) En


voorwaar, zij hadden reeds een verdrag met Allah


afgesloten: dat zij niet hun ruggen zouden toekeren. En


het verdrag met Allah moet opgevolgd worden. (16)


Zeg (O Mohammed): ”Vluchten zal jullie niet baten.


Als jullie zouden vluchten voor de dood of het doden,


dan zullen jullie niet meer dan een korte stonde daarvan


genieten!” (17) Zeg : “Wie is het die jullie tegen Allah


kan beschermen als Hij zich voorgenomen heeft om


jullie te kwetsen, of als Hij voor jullie genade wenst?


En zij zullen voor zichzelf naast Allah geen beschermer


of helper vinden. (18) Allah kent reeds degenen onder


jullie die de (mannen) van het vechten voor Allah’s


zaak tegenhouden en die tegen hun broeders zeggen:


“Kom hier naar ons,” terwijl zij (zelf) maar weinig tot


de strijd komen. (19) Zij (de huichelaars) zijn gierig


tegenover jullie. Als de vrees dan komt, zie jij hen naar


jou kijken, hun ogen zoals (iemand) die vreest, omdat


hij de dood in de ogen ziet, maar als de vrees verdwijnt,


dan zullen zij jullie met scherpe tongen beschimpen,


terwijl zij gierig zijn met het goede. Zij zijn degenen


die niet geloven. Daarom maakt Allah hun daden


vruchteloos en dat is altijd gemakkelijk voor Allah.


(20) Zij denken dat de partijen nog niet zijn


weggetrokken. En als de partijen (weer) zouden


terugkomen, dan zouden zij wensen dat zij zich bij de


zwervende Arabieren in de woestijn bevonden, vragend


naar nieuws over jullie. En als zij zich onder jullie


zouden bevinden, dan zouden zij niet strijden. (21)


Hoofdstuk soera 33 Al-Ahzāb – De Partijen Deel Guz 21


451


Voorzeker, de Boodschapper van Allah is (in elk


opzicht) een lichtend voorbeeld voor (zowel de


gelovigen als de hypocrieten onder) jullie, voor wie op


(de veelbelovende ontmoeting met) Allah en de Laatste


Dag hoopt. En voor wie Allah veelvuldig gedenkt. (22)


En toen de gelovigen de bondgenoten zagen (naderen),


zeiden zij: “Dit is wat Allah en Zijn Boodschapper ons


hebben beloofd, en Allah en Zijn Boodschapper komen


hun beloftes (altijd) na.” En het doet hen slechts


toenemen in geloof en onderwerping. (23) Onder de


gelovigen zijn er (standvastige) mannen die trouw


blijven aan de belofte die zij aan Allah hebben gedaan.


Onder hen (mannen) zijn er wiens (vurige) wens (om


ter wille van Allah te sterven) vervuld is, en onder hen


zijn anderen die (daar ongeduldig op) wachten. En (aan


deze belofte) hebben zij niets veranderd. (24) Opdat


Allah de waarachtigen zal belonen voor hun


waarachtigheid en Hij de hypocrieten zal bestraffen als


Hij wil, (met de Hel) of hun berouw aanvaarden.


Voorwaar, Allah is Vergevingsgezind, meest


Barmhartig. (25) Allah weerhield de ongelovigen in


hun woede; zij verwierven geen voordeel. En Allah was


toereikend (als Beschermer) voor de gelovigen in de


slag. Allah is Sterk, Almachtig. (26) En Hij zond


degenen die hen (de bondgenoten) steunden van de


Lieden van de Schrift van hun forten naar beneden. En


vervulde hun hart met ontzetting. Jullie doodden een


groep (mannen) en jullie namen een groep (vrouwen en


kinderen) gevangen. (27) En Hij heeft jullie aangesteld


over hun landerijen, hun huizen en hun bezittingen


(waaronder hun wapens en hun kuddes) en een land dat


jullie nooit (eerder) hebben betreden (het land van


Khaybar). En Allah is Almachtig over alle zaken. (28)


Hoofdstuk soera 33 Al-Ahzāb – De Partijen Deel Guz 21


452


O Profeet! Zeg tegen jouw vrouwen: “Als jullie het


leven van deze wereld wensen, en haar schijn, - Kom


dan! Ik zal jullie een geschenk geven en jullie op een


mooie manier bevrijden. (29) Maar als jullie (het


welbehagen van) Allah en Zijn Boodschapper wensen


en het Huis in het hiernamaals” dan waarlijk, Allah


heeft voor weldoensters onder jullie een geweldige


beloning voorbereid.” (30) O vrouwen van de Profeet!


Wie van jullie een openlijke onwettige seksuele


handeling pleegt, voor haar zal de straf verdubbeld


worden, en dat is altijd gemakkelijk voor Allah. ۞


(31) En wie van jullie Allah en Zijn Boodschapper


gehoorzaamt en goede daden verricht, zullen Wij een


dubbele beloning geven en Wij hebben voor haar een


edele voorziening voorbereid. (32) O vrouwen van de


Profeet! Jullie zijn niet als andere vrouwen, als jullie


Allah vrezen. Wees daarom niet minzaam (verleidelijk)


in jullie manier van spreken, waardoor degene in wiens


hart een ziekte is begeerte gaat voelen, en spreek op een


eerbare manier. (33) En blijf in jullie huizen. En stel je


(schoonheid) niet tentoon zoals in de tijden van de


onwetendheid werd gedaan. En onderhoudt de gebeden


en geef Zakat en gehoorzaam Allah en Zijn


Boodschapper. Allah wenst slechts de onreinheid van


jullie weg te nemen, o Lieden van het huis, en jullie


schoon en zuiver te maken. (34) En gedenk dat, wat in


jullie huizen van de Verzen van Allah en van de


wijsheid gereciteerd wordt. Waarlijk Allah is de


Vriendelijkste, Welbewust van alle zaken. (35)


Waarlijk, de mannen die zich hebben overgegeven (aan


Allah) en de vrouwen die zich hebben overgegeven, en


de gelovige mannen en de gelovige vrouwen, en de


mannen en vrouwen die (Allah en Zijn Profeet)



Recente berichten

EEN BOODSCHAP VAN EEN ...

EEN BOODSCHAP VAN EEN MOSLIMPREKER AAN EEN CHRISTEN

Zwangerschap en borst ...

Zwangerschap en borstvoeding tijdens de Ramadan

Een aantal regels ove ...

Een aantal regels over zedelijkheidsnormen bij een bezoek aan een zieke