Hoofdstuk soera 15 Al-Hidjr – Het Rotsachtige
Gedeelte Deel Guz 14
292
Soerah 15 – Al-Hidjr (Mekkaans)
Het Rotsachtige Gedeelte
In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
(1) Alif, Lām, Rā. Dit zijn d e verzen van het Boek en
een duidelijke Koran. (2) Misschien zullen degenen die
ongelovig zijn wensen dat zij moslim zouden zijn. (3)
Laat hen eten en zichzelf vermaken, en laat hen
vooringenomen zijn met (valse) hoop. Zij zullen
erachter komen! (4) En nooit hebben Wij een stad
vernietigd zonder dat er een bekend besluit voor was.
(5) Geen volk kan zijn termijn verhaasten, noch het
vertragen. (6) En zij zeggen: “O jij aan wie de
vermaning is neergezonden! Waarlijk, jij bent een
dwaze man. (7) Waarom breng je ons geen Engelen als
je waarachtig bent?” (8) Wij sturen de Engelen niet
naar beneden, behalve met de Waarheid en in dat geval
zullen zij geen uitstel hebben! (9) Waarlijk! Wij waren
het die de Vermaning (de Koran) hebben neergezonden,
dus zullen ook Wij er over waken (m.b.t.
veranderingen, verdraaiingen, toevoegingen of
weglatingen) (10) Voorwaar, Wij hebben
Boodschappers vόόr jou gezonden naar de vroegere
volken. (11) En nooit kwam er een Boodschapper tot
hen of zij dreven de spot met hen. (12) Dus laten Wij
het (ongeloof) in de harten van de misdadigers
binnentreden. (13) Zij zullen er niet in geloven en reeds
is het voorbeeld vooruit gegaan. (14) En zelfs als Wij
voor hen een hemelpoort zouden openen en zij zouden
daarin kunnen opstijgen, (15) Zouden zij zeker zeggen:
“Onze ogen zijn duizelig. Nee, wij zijn een behekst
Hoofdstuk soera 15 Al-Hidjr – Het Rotsachtige
Gedeelte Deel Guz 14
293
volk.” (16) En voorwaar, Wij hebben sterrenstelsels in
de hemel geplaatst en Wij hebben het voor
toeschouwers daarvan versierd. (17) En Wij hebben
haar bewaakt tegen elke vervloekte Satan. (18) Behalve
hij die (de Satan) heeft afgeluisterd, en door een
duidelijk vlammend vuur wordt achtervolgd. (19) En de
aarde hebben Wij uitgespreid en daarop stevige bergen
geplaatst en Wij hebben daarop allerlei zaken laten
groeien in goede verhouding. (20) En Wij hebben voor
jullie daar levensonderhoud gemaakt, en ook voor
degenen die jullie niet voorzien. (21) En er is niets of
de schatten daarvan zijn bij Ons, en Wij zenden deze
slechts volgens een vastgestelde maatgeving neer. (22)
En Wij sturen bevruchtende winden, dan laten wij het
water uit de hemel neerdalen, en Wij geven het jullie te
drinken. En jullie zijn daar niet de bewaarders van. (23)
En zeker Wij! Wij zijn het Die het leven geven en de
dood veroorzaken, en Wij zijn de Erfgenamen. (24) En
voorwaar, Wij kennen de mensen van jullie die jullie
zijn voorgegaan (in de dood) overleden is, en voorwaar
Wij kennen de huidige generatie van jullie, en ook
degenen die hierna zullen komen. (25) En waarlijk,
jullie Heer zal hen verzamelen. Waarlijk. Hij is Alwijs,
Alwetend. (26) En voorwaar, Wij schiepen (de
stamvader van) de mensheid (Adam) van droge klei;
van zwarte aarde. (27) En (de stamvader van) de Djinn
(Iblies) hebben Wij (vóór de schepping van Adam) uit
een vlammend vuur geschapen. (28) En (gedenk) toen
jullie Heer tegen de Engelen zei: “Ik zal een mens
scheppen van aangeloden klei, van veranderde zachte
zwarte aarde. (29) Toen Ik hem vervolmaakt had en
Mijn geest erin geblazen had toen knielden zij (de
Hoofdstuk soera 15 Al-Hidjr – Het Rotsachtige
Gedeelte Deel Guz 14
294
Engelen) voor hem.” (30) Dus knielden de Engelen
allemaal tezamen voor hem. (31) Behalve Iblies, hij
weigerde onder de knielenden te zijn. (32) (Allah) zei:
“O Iblies! Waarom ben jij niet onder de knielenden?”
(33) (Iblies) zei: “Ik ben niet degene die voor een mens
neerknielt, die U van aangeloden klei, van zachte
zwarte aarde heeft gemaakt.” (34) (Allah) zei: “Ga hier
(het Paradijs) weg, want waarlijk, jij bent een
verworpene.” (35) En voorwaar, de vloek rust op jou
tot aan de Dag der Vergelding. (36) (Iblies) zei: “O
mijn Heer! Geef mij uitstel tot de dag dat (de doden)
worden opgewekt.” (37) (Allah) zei: “(Goed dan), jij
behoort tot diegenen die Ik uitstel heb verleend. (38)
Tot aan de Dag waarvan het tijdstip vaststaat (en de
eerste bazuinstoot zal weerklinken).” (39) (Iblies) zei:
“O mijn Heer! Omdat U mij hebt laten dwalen zal ik
voor hen (hun zondes) verfraaien op de aarde en zal ik
ze allen misleiden. (40) Behalve Uw uitverkorenen, de
(oprechte) dienaren onder hen.” (41) (Allah) zei: “Dit is
de weg die recht naar Mij leidt.” (42) Voorzeker, jij zal
geen gezag hebben over Mijn (oprechte) dienaren,
behalve over de afgodenaanbidders die jou (al
dwalende) volgen. (43) En zeker, de Hel is de beloofde
plaats voor hen allen. (44) Zij heeft zeven poorten, aan
iedere poort is er een klasse toegewezen. (45) Waarlijk!
De godvrezenden zullen in de Tuinen en bij de bronnen
zijn. (46) (Er zal tegen hen gezegd worden): “Treed
daarin binnen in vrede en veiligheid.” (47) En Wij
zullen alle wrok uit hun hart uitroeien, (dus het zal zijn
alsof) broeders tegenover elkaar op rustbanken zitten.
(48) Geen gevoel van vermoeidheid zal hen raken noch
zal hen gevraagd worden het te verlaten. (49) Verklaar
Hoofdstuk soera 15 Al-Hidjr – Het Rotsachtige
Gedeelte Deel Guz 14
295
aan Mijn slaven (O Mohamed) dat waarlijk Ik, de
Vergevingsgezinde, de Genadevolle ben. (50) En dat
Mijn bestraffing zeker de pijnlijkste bestraffing is. (51)
En vertel hen over de gasten van Ibrahim. (52) Toen zij
op hem toetraden en zeiden: “Vrede voor u! (Ibrahim)
zei: “Voorwaar! Wij zijn bang voor jullie.” (53) Zij
zeiden: “Wees niet bang! Wij brengen goed nieuws
(over de geboorte) van een jongen die veel wijsheid en
kennis bezit.” (54) (Ibrahim) zei: “Brengen jullie mij
goed nieuws als ik al oud ben! Waarover geven jullie
mij dan goed nieuws?” (55) Zij zeiden: “Wij brengen
jou goed nieuws in waarheid. Behoor dus niet tot de
wanhopigen.” (56) (Ibrahim) zei: “En wie wanhoopt
van de genade van zijn Heer behalve die afgedwaald
is?” (57) (Ibrahim) zei: “Wat is die zaak waarvoor jullie
zijn gekomen, O Boodschappers?” (58) Zij zeiden:
“Wij zijn naar een volk gestuurd dat misdadig is. (59)
(Allen) behalve de familie van Loeth. Hen zullen wij
allen beslist redden. (60) Behalve zijn vrouw, voor wie
Wij besloten hebben dat zij onder degenen zal zijn die
achterblijven. (61) En toen de Boodschappers naar de
familie van Loeth kwamen. (62) Hij zei: “Waarlijk!
Jullie zijn onbekenden voor mij.” (63) Zij (de Engelen)
zeiden: “Nee, wij zijn tot jullie gekomen met dat
waarover zij twijfelden. (64) En wij hebben jou de
Waarheid gebracht en zeker, wij spreken de waarheid.
(65) Reis dan af in een deel van de nacht met je familie
en jij sluit de achterhoede af, en laat niemand onder
jullie achterom kijken, maar ga naar de plaats waar je
bevolen bent te gaan.” (66) En Wij maakten dit besluit
aan hem bekend, dat de levenswortels van degenen in
de vroege ochtend zouden worden afgesneden. (67) En
Hoofdstuk soera 15 Al-Hidjr – Het Rotsachtige
Gedeelte Deel Guz 14
296
de inwoners van de stad (Sodom) kwamen zich
verheugen. (68) (Loeth) zei: “Waarlijk! Dit zijn mijn
gasten, beschaam mij dus niet.” (69) En vrees Allah en
breng geen schande over mij.” (70) Zij zeiden:
“Hebben wij jou niet verboden (over ons te praten)
tegen de mensen?” (71) (Loeth) zei: “Dit (de meisjes
van het volk) zijn mijn dochters als jullie zo moeten
handelen.” (72) Waarlijk, bij jouw leven (O
Mohammed) in hun wilde roes, lopen zij blind rond.
(73) Dus overviel de straf hen bij de zonsopkomst; (74)
En Wij keerden haar (de stad Sodom in Palestina) om
en lieten er stenen van gebakken klei op vallen. (75)
Zeker! Hierin zijn Tekenen voor degenen die zien. (76)
En waarlijk! Zij (de stad) ligt aan een bestaande weg.
(van Mekka naar Syrië) (77) Zeker! Daarin is beslist
een Teken voor de gelovigen. (78) En de bewoners van
het Woud waren ook onrechtvaardigen. (79) Wij namen
dus wraak op hen. En zij liggen beiden op een openlijke
weg, goed te zien. (80) En waarlijk, de bewoners van
de rotsvallei (Hidjr) ontkenden de Boodschappers. (81)
En Wij gaven hen Onze Tekenen, maar zij hadden daar
een afkeer van. (82) En zij hieuwen woningen uit de
rotsen (en voelden zich) veilig. (83) Toch greep de straf
hen in de vroege ochtend. (84) En alles wat zij plachten
te verdienen, baatten hen niet. (85) En Wij hebben de
hemelen en de aarde en alles wat daar tussen is niet
geschapen behalve met de Waarheid. En het Uur zal
zeker komen, vergeef hun fouten met een passende
vergiffenis. (86) Waarlijk, jullie Heer is de Alwetende
Schepper. (87) En voorwaar, Wij hebben jou de zeven
vaak herhaalde verzen gegeven en de grote Koran. (88)
Kijk niet verlangend met jullie ogen naar datgene wat
Hoofdstuk soera 15 Al-Hidjr – Het Rotsachtige
Gedeelte Deel Guz 14
297
Wij bepaalde groepen van hen hebben gegeven, noch
wees bedroefd over hen. En sla jullie ogen neer voor de
gelovigen. (89) En zeg (O Mohammed): “Ik ben zeker
een duidelijke waarschuwer.” (90) Zoals Wij (de
bestraffing) over de verdelers hebben neergezonden.
(91) Die de Koran in gedeelte hebben onderverdeeld.
(92) Bij jouw Heer, Wij zullen hen allen zeker tot de
verantwoording roepen. (93) Voor alles wat zij gedaan
hebben. (94) Verkondig daarom openlijk, dat wat je
opgedragen is en keer je af van afgodenaanbidders. (95)
Waarlijk! Wij zullen voor jullie voldoende zijn tegen de
spotters! (96) Die naast Allah een andere god plaatsen,
zij zullen het te weten komen. (97) Voorwaar, Wij
weten dat jouw borst benauwd is door wat zij zeggen.
(98) Verheerlijk jouw Heer met de lof die Hem toekomt
en wees één van degenen die (voor Hem) knielen. (99)
En aanbid jouw Heer totdat het zekere (de dood) tot
jullie komt.
Soerah 16 – An-Nahl (Mekkaans)
De Bij
In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
(1) De beslissing van Allah komt (zeker), probeer het
dus niet te versnellen. Verheerlijkt en verheven is Hij
boven alles wat zij als deelgenoten met Hem verenigen.
(2) Hij stuurt de Engelen naar beneden met de
openbaring van Zijn bevel, aan naar wie Hij wil van
Zijn dienaren (zeggende): “Waarschuw de mensheid
dat geen het recht heeft aanbeden te worden behalve Ik,
vrees Mij dus.” (3) Hij schiep de hemelen en de aarde
in de Waarheid. Hoog is Hij verheven boven alles wat
Hoofdstuk soera 16 An-Nahl – De Bij Deel Guz 14
298
zij als deelgenoten aan Hem toekennen. (4) Hij schiep
de mens uit een levenskiem en zie, dezelfde (mens)
wordt een duidelijke tegenstander. (5) En het vee, Hij
schiep het voor jullie; in hen is warmte en talloze
voordelen en van hen eten jullie. (6) En waar
schoonheid voor jullie in is, als jullie hen in de avond
naar huis brengen en jullie hen in de ochtend naar de
weide leiden. (7) En zij dragen jullie lasten naar een
land dat jullie niet kunnen bereiken behalve met grote
moeilijkheden voor jullie zelf. Waarlijk, jullie Heer is
Genadig, Meest Barmhartig. (8) En (Hij heeft) paarden,
muildieren en ezels voor jullie (geschapen) om op te
rijden en (zij zijn) als een sierraad. En Hij schept
(andere) zaken waar jullie geen kennis van hebben. (9)
En op Allah rust de verantwoordelijkheid om het
Rechte Pad uit te leggen maar er zijn wegen die
afdwalen. En als Hij gewild had, had Hij hen allen
kunnen leiden. (10) Hij is het Die het water neerzendt
uit de hemel; waarvan jullie drinken en waarvan de
planten groeien op de weide waar jullie je vee op
sturen. (11) Daarom laat Hij voor jullie de oogst
groeien, de olijven, de dadelpalmen, de druiven en alle
soorten fruit. Waarlijk! Hierin is zeker een duidelijk
bewijs en een openlijk Teken voor de mensen die
nadenken. (12) En Hij heeft door Zijn gebod de nacht
en de dag, de zon en de maan en de sterren voor jullie
in dienst gesteld. Zeker, hierin zijn Bewijzen voor een
volk dat begrijpt. (13) En in de dingen die Hij in
verschillende kleuren voor jullie geschapen heeft op
deze aarde.Waarlijk! Hierin is een teken voor een volk
dat zich laat vermanen. (14) En Hij is Degene Die de
zee dienstbaar heeft gemaakt, opdat jullie uit haar vers,
zacht vlees kunnen eten en jullie halen sieraden uit haar
Hoofdstuk soera 16 An-Nahl – De Bij Deel Guz 14
299
om te dragen. En jullie zien de schepen op haar varen.
En opdat jullie Zijn overvloed zoeken en dat jullie
dankbaar moge zijn. (15) En Hij heeft op de aarde
bergen vastgezet die stevig staan zodat jullie niet met
haar beven, en rivieren en wegen zodat jullie jezelf
kunnen leiden. (16) En kenmerken en door de sterren,
laten zij (de mensheid) zich de weg wijzen. (17) Is Hij
die schept dan gelijk aan degene die niet schept? Zullen
jullie je dan niet laten vermanen? (18) En als jullie de
gunsten van Allah willen optellen, zullen jullie nooit in
staat zijn hen te tellen. Waarlijk! Allah is
Vergevingsgezind, Genadevol. (19) En Allah weet wat
jullie verbergen en in de openbaarheid brengen. (20)
Degenen die zij aanroepen naast Allah hebben niets
geschapen, maar zij zijn zelf geschapen. (21) (Zij zijn)
dood, levenloos en zij weten niet wanneer zij zullen
herrijzen. (22) Jullie god is één God. Geen heeft het
recht aanbeden te worden behalve Hij. Maar degenen
die niet in het Hiernamaals geloven, hun harten
ontkennen en zij zijn trots. (23) Zeker, Allah weet wat
zij verbergen en wat zij in de openheid brengen.
Waarlijk, Hij houdt niet van de trotsen. (24) En als er
tegen hen gezegd wordt: “Wat is het wat jullie Heer
neer heeft gezonden?” Zeggen zij: “Legendes van de
ouderen!” (25) Zij zullen op de Dag der Opstanding
hun eigen last volledig dragen en ook de last van
degenen die zij zonder kennis misleiden. Kwaad is het
zeker wat zij zullen dragen! (26) Degenen vόόr hen
hebben ook zeker samengespannen, maar Allah heeft
de fundering van hun gebouwen weggeslagen en toen
viel het dak boven op hen, en de bestraffing kwam over
hen uit richtingen die zij niet konden zien. (27) Dan, op
de Dag der Opstanding zal Hij hen vernederen en
Hoofdstuk soera 16 An-Nahl – De Bij Deel Guz 14
300
zeggen: “Waar zijn Mijn deelgenoten waarover jullie
(met de gelovigen) van mening verschilden en
redetwisten?” Degenen die de kennis is gegeven zullen
zeggen: “Waarlijk! Op deze Dag is er vernedering en
ellende voor de ongelovigen.” (28) De Engelen nemen
degenen weg die zichzelf onrecht aandoen. Dan zullen
zij zich overgeven (en zeggen) :“Wij hebben geen
kwaad gedaan.” (De Engelen zullen antwoorden):
“Nee! Waarlijk, Allah is Alwetend van wat jullie
gedaan hebben. (29) Ga de poorten van de Hel binnen
om daarin te verblijven en voorwaar wat een kwade
verblijfplaats zal het voor de arroganten zijn.” (30) En
(wanneer) er tot degenen die godvrezend zijn gezegd
wordt: “Wat is het wat jullie Heer neer heeft
gezonden?” Zij zullen zeggen: “Dat wat goed is.” Voor
degenen die in deze wereld het goede doen, is er (in het
Hiernamaals) het goede. En het huis van het
Hiernamaals zal beter zijn. En uitmuntend zal het huis
zeker zijn van de godvrezenden. (31) De Tuinen der
eeuwigheid zullen zij binnentreden waar rivieren
onderdoor stromen, zij zullen daar alles hebben wat zij
wensen. Zo beloont Allah de godvrezenden. (32) (Zij
zijn) degenen die de Engelen als reinen wegnemen,
terwijl zij zeggen: “Vrede zij met jullie, ga het Paradijs
binnen vanwege datgene wat jullie verricht hebben.”
(33) Zij (de ongelovigen) wachten of de Engelen ook
naar hen komen, of dat het bevel van jullie Heer hen
treft. Zo deden degenen vόόr hen. En Allah doet hen
geen onrecht aan, maar zij doen zichzelf onrecht aan.
(34) Dan nemen de kwade gevolgen van hun daden hen
over, en datgene wat zij bespotten omringt hen. (35) En
degenen die deelgenoten in de aanbidding aan Allah
toekenden, zeggen: “Als Allah gewild had, hadden wij
Hoofdstuk soera 16 An-Nahl – De Bij Deel Guz 14
301
niets naast Hem aanbeden, wij noch onze vaderen, en
hadden wij niets verboden zonder (bevel van) Hem.”
Zo deden degenen vóór hen. En de Boodschappers zijn
met niets (anders) belast dan het duidelijk verkondigen
van de Boodschap. (36) En waarlijk, Wij hebben naar
iedere gemeenschap een Boodschapper gezonden
(verkondigend): “Aanbidt alleen Allah en vermijdt
degene die overschrijdt. En er zijn er onder hen die
Allah geleid heeft en sommigen waarvoor de dwaling
gerechtvaardigd was. Reis dus door het land en zie wat
het einde was van degenen die (de Waarheid)
ontkenden. (37) Ook al verlang jij (O Mohammed) er
hevig naar hen te leiden: Allah leidt niet degenen die
Hij laat dwalen. En zij zullen geen helpers hebben. (38)
En zij leggen bij Allah hun plechtigste geloftes af,
(bewerende) dat Allah degene die gestorven is, niet (uit
de dood) zal doen herrijzen. integendeel, het is als een
belofte waar Hij zich aan heeft verbonden, maar het
grootste deel van de mensheid weet het niet. (39) Zodat
Hij de waarheid waarover zij van mening verschillen
voor hen duidelijk maakt, en dat degenen die ongelovig
zijn weten dat zij leugenaars zijn. (40) Waarlijk! Ons
Woord tegen iets wat Wij ons hebben voorgenomen is
dat Wij er slechts tegen zeggen: “Wees!” En het is. (41)
En voor degenen die voor de Zaak van Allah
geëmigreerd zijn nadat zij aan onderdrukking geleden
hebben, Wij zullen hen zeker een goede verblijfplaats
in deze wereld geven, maar de beloning van het
Hiernamaals zal groter zijn, als zij dat maar wisten!
(42) (Zij zijn) degenen die geduldig blijven en hun
vertrouwen in hun Heer leggen. (43) En vόόr jou (O
Mohammed) zonden Wij slechts mannen aan wie Wij
openbaarden. Vraag het aan degenen die de Boeken
Hoofdstuk soera 16 An-Nahl – De Bij Deel Guz 14
302
kennen als jullie het niet weten. (44) Met duidelijke
Tekenen en Boeken. En Wij hebben ook aan jou een
herinnering en een advies (de Koran) neergezonden, om
aan de mensen duidelijk te maken wat aan hen
neergezonden is. En hopelijk zullen zij nadenken. (45)
Voelen dan degenen die kwade plannen smeden zich
veilig (zodat Allah hen niet) in de aarde laat verdwijnen
of dat de bestraffing hen van kanten treft die zij niet
kunnen zien? (46) Of dat Hij hen te midden van hun
gaan of komen zal treffen, zodat er geen ontsnapping
voor hen mogelijk is? (47) Of dat Hij hen geleidelijk
ten onder zal brengen. Waarlijk! Jullie Heer is zeker vol
Vriendelijkheid, Genadevol. (48) Hebben zij niet de
zaken gezien die Allah geschapen heeft, (hoe) hun
schaduwen van links naar rechts gaan, terwijl zij
knielen voor Allah maken en nederig zijn? (49) En voor
Allah knielt alles van de levende wezens in de hemelen
en wat op aarde, en (ook) de Engelen, en zij zijn niet
trots. (50) Zij vrezen hun Heer boven hen, en zij doen
wat hun bevolen wordt. (51) En Allah zegt: “(O
Mensheid)! Neem geen twee goden in aanbidding.
Waarlijk, Hij (Allah) is de enige god. Vrees daarom
Mij alleen.” (52) Aan Hem behoort alles wat in de
hemelen en op aarde is. En Hem behoort de godsdienst
(gehoorzaamheid) altijd toe. Zullen jullie dan iemand
anders dan Allah vrezen? (53) En jullie hebben geen
gunst of het komt van Allah. En wanneer jullie dan
door tegenspoed geraakt worden, is Hij het tot wie
jullie je nederig om hulp wenden. (54) Als Hij dan het
kwade van jullie heeft weggehaald, zie! Sommigen van
jullie kennen hun Heer in aanbidding deelgenoten toe.
(55) Om ondankbaarheid te tonen voor wat Wij hen
hebben gegeven. Vermaak je zelf dan maar, spoedig
Hoofdstuk soera 16 An-Nahl – De Bij Deel Guz 14
303
zullen jullie weten. (56) En zij kennen een deel van
datgene waar Wij hen in voorzien hebben toe aan dat
wat zij niet kennen. Bij Allah, jullie zullen beslist
ondervraagd worden over alles wat jullie bedacht
hebben. (57) Zij kennen dochters aan Allah toe!
Verheerlijkt is Hij boven alles wat zij aan Hem
toekennen! En voor henzelf kennen zij toe wat zij
wensen. (58) En als het nieuws van een meisje hen
bereikt, wordt zijn gezicht donker en hij is gevuld met
innerlijke droefenis! (59) Hij verbergt zich voor de
mensen vanwege het kwaad waarover hij is ingelicht.
Zal hij haar in oneer houden of zal hij haar in de aarde
begraven? Zeker, kwaad is hun beslissing. (60) Voor
degenen die niet in het Hiernamaals geloven is er een
kwade beschrijving en voor Allah is de hoogste
beschrijving. En Hij is de Almachtige, de Alwijze. (61)
En als Allah de mensheid voor hun zonden zou straffen,
dan zou Hij op de (aarde) geen enkel levend schepsel
overlaten, maar Hij geeft hen uitstel voor een
vastgestelde termijn. En wanneer hun tijd komt zijn zij
niet in staat (de bestraffing) een uur te vertragen noch
zijn zij in staat om te vervroegen. (62) Zij kennen aan
Allah datgene toe waar zij een afkeer van hebben
(dochters), en hun tongen uiten de leugen dat er voor
hen het mooiste is. Zonder twijfel is voor hen het Vuur,
en zij zullen de eerste zijn die zich daarin haasten en
waaraan zij worden overgeleverd. (63) Bij Allah, Wij
hebben beslist (Boodschappers) gestuurd naar de
volkeren die aan jou zijn voorafgegaan. Maar Sjaitaan
‘verfraaide’ (en verdraaide) hun daden (dus zagen ze
hun zonden als goede daden en verloochenden ze de
profeten). Dus hij (Sheitan) is hun voogd op deze
wereld. En voor hen zal er een pijnlijke bestraffing zijn.
Hoofdstuk soera 16 An-Nahl – De Bij Deel Guz 14
304
(64) En Wij hebben aan jou (O Mohammed) alleen
maar het Boek gestuurd zodat je hen die zaken kan
uitleggen waarover zij van mening verschillen, en als
een Leiding en Genade voor een volk dat gelooft. (65)
En Allah heeft water uit de hemel gestuurd, en Hij doet
de aarde daarmee herleven na haar dood. Waarlijk, in
dit is een Teken voor mensen die luisteren. (66) En
waarlijk! In het vee is er zeker een les voor jullie. Wij
geven jullie te drinken van wat in hun buiken is, van
tussen de mest en het bloed, zuivere melk; aangenaam
voor de drinkers. (67) En van de vruchten van de
dadelpalm en de druiven maken jullie een
bedwelmende drank en een goede voorziening.
Waarlijk, daarin is beslist een Teken voor de mensen
die wijsheid bezitten. (68) En jullie Heer heeft de bij
geïnspireerd, zeggende: “Neem je woonplaats in de
bergen en in de bomen en in wat zij (de mensen)
oprichten.” (69) Eet dan van al het fruit en volg de
wegen die jouw Heer gemakkelijk maakt.” Uit hun
buiken komt een drank voort (honing) – variërend van
kleur – waarin genezing ligt voor de mensheid.
Waarlijk, hierin is beslist een Teken voor de mensen
die denken. (70) En Allah heeft jullie geschapen en dan
laat Hij jullie sterven, en van jullie zijn er die terug
worden gebracht naar een vernederende leeftijd, zodat
hij niets meer weet na geweten te hebben. Waarlijk!
Allah is Alwetend, Almachtig. (71) En Allah heeft
enkelen van jullie wat betreft weelde en eigendommen
boven anderen bevoorrecht. Dan zullen degenen die
bevoorrecht zijn in geen geval hun welvaart en
eigendommen overdragen aan degenen (slaven) die hun
rechterhand bezitten, zodat zij er gelijk in kunnen
worden. Ontkennen zij dan de gunsten van Allah? (72)
Hoofdstuk soera 16 An-Nahl – De Bij Deel Guz 14
305
En (alléén) Allah heeft jullie vrouwen geschonken van
jullie eigen soort (om bij hun tot rust te komen), en (het
is Hij) die uit jullie vrouwen zonen en kleinzonen heeft
voortgebracht. (Net zoals Hij) jullie heeft voorzien van
al de goede (en toegestane levensmiddelen). Geloven
jullie dan in valse goden en ontkennen jullie de gunst
van Allah? (73) En zij aanbidden dat naast Allah wat
hun niets van levensonderhoud kan verschaffen uit de
hemelen of de aarde. En zij zijn nergens toe in staat.
(74) Stel dus niets gelijk aan Allah. Waarlijk! Allah
weet en jullie weten niet. (75) Allah geeft een
voorbeeld; een slaaf in bezit van een ander heeft geen
macht, en (de ander is) een man die Wij een goed
levensonderhoud van Ons hebben gegeven, en hij
besteed daarvan in het geheim en in de openheid.
Kunnen zij gelijk zijn? Alle lof en dank is voor Allah.
Nee! (Maar) de meesten van hen weten niet. (76) En
Allah geeft een voorbeeld van twee mannen, één van
hen is stom, heeft nergens macht over en hij is een last
voor zijn meester, welke kant die hem ook opstuurt, hij
kan niets goed doen. Is zo iemand gelijk aan degene die
rechtvaardigheid beveelt en zelf op het Rechte Pad
verkeerd? (77) En aan Allah behoort het onzichtbare
van de hemelen en de aarde. En de zaak van het Uur is
niets dan het knipperen van het oog of zelfs minder.
Waarlijk! Allah is tot alle zaken in staat. (78) En Allah
heeft jullie voortgebracht uit de baarmoeders van jullie
moeders terwijl jullie niets wisten. En Hij heeft jullie
het gehoor, en het zien en harten gegeven zodat jullie
Hem kunnen danken. (79) Zien zij niet, dat de vogels in
de hemel in onderdanigheid worden gehouden?
Niemand houdt hen vast behalve Allah. Waarlijk, hierin
zijn bewijzen en Tekenen voor de mensen die geloven.
Hoofdstuk soera 16 An-Nahl – De Bij Deel Guz 14
306
(80) En Allah heeft van jullie huizen een rustplaats
gemaakt en maakte voor jullie uit de huiden van het vee
(tenten voor) bewoning, die licht zijn wanneer jullie
reizen en op de dag dat jullie je vestigen (en Hij
maakte) hun wol, vacht en haar tot gebruikszaken, en
als een gemak voor een korte tijd. (81) En Allah heeft
voor jullie datgene gemaakt wat schaduw geeft en Hij
heeft voor jullie toevluchtsoorden in de bergen
gemaakt. Hij gaf jullie kleding om jullie tegen de hitte
te beschermen en harnassen om jullie tegen het geweld
te beschermen. Zo heeft Hij Zijn genade voor jullie
geperfectioneerd, dat jullie jezelf aan Zijn wil
onderwerpen. (82) Dan, als zij zich afkeren, is jouw
taak (O Mohammed) slechts om (de Boodschap) op een
duidelijke manier te verkondigen. (83) Zij (h)erkennen
de gunsten van Allah, maar toch blijven zij in staat van
ontkenning (door anderen dan Hem te aanbidden). en
de meesten van hen zijn ongelovigen. (84) En (gedenk)
de Dag wanneer Wij voor elk volk een getuige zullen
laten herrijzen, dan zullen degenen die ongelovig waren
geen mogelijkheid krijgen (om zich te
verontschuldigen) noch zal hun toegestaan worden om
spijt te betuigen en om Allah’s vergiffenis te vragen.
(85) En als de zondaren de bestraffing zien, dan zal het
niet voor hen verlicht worden, noch zullen zij uitstel
krijgen. (86) En wanneer degenen die aan Allah
deelgenoten toekenden hun deelgenoten zien, zullen zij
zeggen: “Onze Heer! Dit zijn Uw deelgenoten die wij
naast U aanriepen.” Maar zij (de deelgenoten) zullen
hun woord op hen terug gooien (en zeggen): “Zeker!
Jullie zijn beslist leugenaars!” (87) En zij zullen (hun
volledige) onderwerping aan Allah alleen aanbieden op
die Dag en wat zij plachten te verzinnen zal van hen
Hoofdstuk soera 16 An-Nahl – De Bij Deel Guz 14
307
verdwijnen. (88) Degenen die ongelovig waren en (de
mensheid) van het Pad van Allah afhielden, voor hen
zullen Wij een bestraffing aan de bestraffing
toevoegen; omdat zij corruptie plachtten te verspreiden.
(89) En (gedenk) de Dag waarop Wij voor ieder volk
een getuige zullen laten herrijzen onder henzelf. En Wij
zullen jou als getuige tegen hen brengen. En Wij
hebben aan jou een Boek neergezonden als een
aanwijzing voor alles, een Leiding en een Genade en
goed nieuws voor degenen die zichzelf onderworpen
hebben. (90) Waarlijk, Allah beveelt rechtvaardigheid
en het goede. En Hij (beveelt) hulp aan de verwanten
en verbiedt onzedelijkheden, het verwerpelijke en
opstandigheid. Hij waarschuwt jullie, zodat jullie daar
acht op slaan. (91) En vervul het verbond van Allah als
jullie een verbond hebben gesloten en breek jullie eden
niet nadat jullie ze bekrachtigd hebben. En zeker, jullie
hebben Allah aangewezen voor jullie veiligheid.
Waarlijk! Allah weet wat jullie doen. (92) En wees niet
zoals zij, die de draad die zij gesponnen heeft uitrafelt
nadat het sterk geworden is. Jullie maken de eden
onderling als middel van bedrog, omdat één volk
talrijker is dan een ander volk. Allah beproeft jullie hier
slechts mee. En op de Dag der Opstanding zal Hij jullie
zeker duidelijk maken waarover jullie van mening
verschilden. (93) En als Allah het gewild had, had Hij
jullie (allen) tot één volk kunnen maken, maar Hij
stuurt wie Hij wil op dwaling en Hij leidt wie Hij wil.
Maar jullie zullen zeker ter verantwoording worden
geroepen over de daden die jullie plachtten te
verrichten. (94) En laat jullie eden niet middelen voor
bedrog zijn onder elkaar, zodat er geen voet weg kan
glijden nadat hij stevig is neergezet, en jullie zullen het
Hoofdstuk soera 16 An-Nahl – De Bij Deel Guz 14
308
kwaad proeven omdat jullie ook anderen verhinderd
hebben het Pad van Allah te volgen en voor jullie zal er
een grote bestraffing zijn. (95) En verhandel niet een
kleine winst ten koste van Allah’s verbond. Waarlijk!
Wat bij Allah is, is beter voor jullie als jullie dat maar
wisten. (96) En wat bij jullie is, zal uitgeput raken en
wat bij Allah is zal blijven. En degenen die geduldig
zijn, zullen Wij zeker beloninen et hun beloning
volgens het beste wat zij verricht hebben. (97) Al wie
goede daden verricht, man of vrouw, en hij gelooft: aan
hem schenken Wij een goed leven (gevuld met
voldoening en toegestane voorzieningen). En (in het
Hiernamaals) zullen Wij hen belonen met hun beloning,
volgens het beste van wat zij plachten te doen. (98) En
wanneer jullie de Koran reciteren, zoek dan toevlucht
bij Allah tegen (de vervloekte) Sjaitaan, de
verworpene.*7F
8 (99) Waarlijk! Hij heeft geen macht
over degenen die geloven en (vervolgens) hun
vertrouwen uitsluitend op hun Heer stellen. (100)
Waarlijk! Zijn (duivels) gezag is slechts (effectief) op
degenen die hem gehoorzamen en volgen, en die
deelgenoten (in hun aanbidding) aan Hem toekennen
(de polytheïsten). (101) En als Wij een vers van de
Koran vervangen door een ander vers, en Allah weet
beter wat Hij neerzendt, zeggen zij: “Jij (Mohammed)
bent niets anders dan een leugenaar.” Nee, de meesten
van hen weten niet. (102) Zeg (O Mohammed): “De
Helige Geest (Jibriël) heeft het in Waarheid van zijn
*8 Dit vers duidt duidelijk op een bevel waarnaar gehoorzaamd dient te worden en
dus zeggen we voor de aanvang van de recitatie: “A’oedzoe bi Lahi mina sjaitaani
radjiem” – “Ik zoek mijn toevlucht bij Allah tegen (de vervloekte) sjaitaan, de
verworpene.”
Hoofdstuk soera 16 An-Nahl – De Bij Deel Guz 14
309
Heer gebracht, om (het geloof van) degenen die
geloven te versterken, en als een Leiding en goed
nieuws voor degenen die zich onderworpen hebben.”
(103) En voorwaar, Wij weten dat zij zeggen: “Het is
slechts een mens die hem (de Profeet) onderricht.” De
taal van degenen waar zij valselijk naar verwijzen is
vreemd, terwijl dit in zuiver Arabisch is. (104)
Waarlijk! Degenen die niet in de Tekenen van Allah
geloven: Allah zal hen niet leiden en voor hen zal er
een pijnlijke bestraffing zijn. (105) Degenen die de
leugen verzinne geloven niet in de verzen van Allah. En
zij zijn de leugenaars. (106) Iedereen die ongelovig aan
Allah is nadat hij geloofd heeft, behalve die ertoe
gedwongen wordt en in wiens hart nog geloof is – maar
wie zijn hart voor het ongeloof openstelde – over hen is
de Wraak van Allah en voor hen is een geweldige
bestraffing. (107) Dat is omdat zij het leven van deze
wereld liefhebben en daar de voorkeur aan geven boven
dat van het Hiernamaals. En Allah leidt geen volk dat
ongelovig is. (108) Allah heeft over hun harten, oren en
ogen, een zegel geplaatst. En zij zijn de achtelozen!
(109) Geen twijfel, in het Hiernamaals zullen zij de
verliezers zijn. (110) Dan waarlijk! Jullie Heer is voor
degenen die emigreerden nadat zij beproefd zijn en
daarna hard streefden en vochten en geduldig waren;
waarlijk, jullie Heer is daarna Vergevingsgezind,
Genadevol. (111) (Gedenk) de Dag wanneer ieder
persoon voor zichzelf zal pleiten, en iedereen volledig
beloond word voor wat hij gedaan heeft en zij zullen
niet onrechtvaardig behandeld worden. (112) En Allah
geeft het voorbeeld van de stad waar het veilig en
tevreden wonen is; haar voorziening komt in overvloed
van iedere plaats, maar zij ontkennen de gunsten van
Hoofdstuk soera 16 An-Nahl – De Bij Deel Guz 14
310
Allah. Dus laat Allah hun een geweldige honger
proeven en vrees vanwege wat zij verricht hadden.
(113) En waarlijk, er kwam een Boodschapper vanuit
hun midden tot hen, maar zij ontkenden hem, dus de
bestraffing kwam over hen toen zij onrechtvaardig
waren. (114) Eet dus van het wettige en goede voedsel
waar Allah jullie van voorzien heeft. En wees dankbaar
voor de gunsten van Allah als jullie alleen Hem
aanbidden. (115) Hij heeft jullie slechts het kadaver en
het bloed en het vlees van het varken en hetgeen
waarover anders dan (de Naam van) Allah afgeroepen
is verboden. Maar voor hem, die door noodzaak wordt
gedreven, terwijl hij niet wil, noch de grens wil
overschrijden, is Allah voorzeker Vergevingsgezind,
Genadevol. (116) En zeg niet door de leugen die jullie
tongen beschrijven: “Dat is wettig en dit is verboden”
om zo leugens over Allah te verzinnen. Waarlijk,
degenen die leugens over Allah verzinnen zullen nooit
voortvarend zijn. (117) En een kort, tijdelijk vermaak
maar zij zullen een pijnlijke bestraffing hebben. (118)
En de Joden hebben Wij zaken verboden die Wij aan
jou al eerder genoemd hebben. En Wij hebben hen geen
onrecht aangedaan, maar zij hebben zichzelf onrecht
aangedaan. (119) Dan waarlijk! Jullie Heer is voor
degenen die in onwetendheid kwaad doen en daarna
berouw vertonen en goede daden verrichten
Vergevingsgezind, Genadevol. (120) Waarlijk, Ibrahim
was een voorbeeld van deugd, gehoorzaam aan Allah,
en aanbad niemand anders dan Allah, en hij behoorde
niet tot de afgodendienaars. (121) (Hij was) dankbaar
voor Zijn gunsten. Hij koos hem uit en leidde hem op
het rechte Pad. (122) En Wij gaven hem het goede in
deze wereld en in het Hiernamaals zal hij tot de
Hoofdstuk soera 16 An-Nahl – De Bij Deel Guz 14
311
rechtvaardigen behoren. (123) Toen hebben Wij jou
geopenbaard (O Mohamed) (zeggende): “Volg de
godsdienst van Ibrahim, de oprechte, die geen
afgodendienaar was. (124) De Sabbat is slechts
gemaakt voor degenen die van mening verschilden over
haar (die dag). En waarlijk, jullie Heer zal tussen hen
op de Dag der Opstanding oordelen over datgene
waarover zij van mening verschilden. (125) (O
Mohammed), nodig uit tot de Weg van jouw Heer, met
wijsheid (van de Koran) en weloverwogen
bewoordingen, en redetwist met hen op de beste
manier. Waarlijk, jullie Heer weet het beste wie
afdwaalt van Zijn Pad en Hij weet beter wie de
rechtgeleiden zijn. (126) En als jullie straffen, bestraf
hen dan in verhouding waarmee zij jullie kwaad hebben
gedaan. Maar als jullie het geduldig dragen, waarlijk
het is beter geduldig te zijn. (127) En wees geduldig (O
Mohammed), en jij bent slechts geduldig door Allah.
En wees niet bedroefd over hen (die zich in
ongehoorzaamheid van jou hebben afgewend), en raak
niet van streek door de snode plannen die zij smeden.
(128) Waarlijk, Allah (staat aan de zijde) van degenen
die ontzag voor Hem hebben, en met degenen die
weldoeners zijn. ۞
Soerah 17 – Al-Isrā’ (Mekkaans)
De Nachtreis
In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
(1) Verheerlijkt is Hij Die ’s nachts Zijn dienaar
(Mohammed) van de Al-Masjid al-Haram (de Gewijde
Moskee te Mekka) naar de Verste Moskee heeft