Artikelen




Hoofdstuk soera 8 Al-Anfāl – De Oorlogsbuit Deel Guz 10


218


zaken terug. (45) O, jullie die geloven! Wanneer jullie


op een leger stuiten, sta dan ferm tegen hen en gedenk


Allah veelvuldig, zodat jullie zullen slagen. (46) En


gehoorzaam Allah en Zijn Boodschapper en redetwist


niet onderling, waardoor jullie ontmoedigd raken en


jullie kracht verdwijnt. En wees geduldig (in hulp en


ondersteuning). Weet dat Allah aan de kant van de


geduldigen staat. (47) En wees niet zoals degenen die


trots uit hun huizen komen om door de mensen gezien


te worden en die de (mensen) op het Pad van Allah


tegenhouden. En Allah omvat al hetgeen zij doen. (48)


(En gedenk) toen Iblies hun (kwade) daden voor hen


juist deed lijken (door hen op te hitsen tegen de


moslims) en zei: “Op deze dag zal geen méns de


overhand krijgen over jullie (troepen) want ik (zal jullie


bijstaan) zoals het een goede buur (betaamt).” Maar


toen de twee legers (van moslims en ongelovigen)


elkaar in het oog kregen, keerde hij op zijn schreden


terug en zei: “Waarlijk, ik heb niets met jullie te maken.


Voorwaar, ik zie wat jullie niet zien. Waarlijk! Ik vrees


(dat) Allah (mij zal vernietigen), want Allah is streng in


de bestraffing.” (49) Toen de hypocrieten en degenen in


wiens harten een ziekte was, zeiden: ”Deze mensen zijn


door hun godsdienst misleid.” Maar iedereen die zijn


vertrouwen in Allah legt, dan zeker, Allah is


Almachtig, Alwijs. (50) En als jij kon zien wanneer de


Engelen (de zielen van) de ongelovigen wegnamen, zij


beukten op hun gezichten en hun ruggen (zeggende):


“Proef de bestraffing van het laaiende vuur.” (51) Dit is


vanwege wat jullie handen vooruit hebben gestuurd. En


waarlijk, Allah is niet onrechtvaardig voor Zijn slaven.


(52) (Hun gedrag is) gelijk aan het gedrag van de


mensen van de Farao en van degenen vóór hen, zij


Hoofdstuk soera 8 Al-Anfāl – De Oorlogsbuit Deel Guz 10


219


verwierpen de Tekenen van Allah, dus strafte Allah hen


voor hun zonden. Waarlijk, Allah is sterk, streng in de


bestraffing. (53) Dit is omdat Allah nooit een gunst


verandert wanneer Hij het aan een volk gegeven heeft,


totdat zij veranderen wat in henzelf is. En waarlijk,


Allah is Alhorend, Alwetend. (54) (Hun gedrag is)


gelijk aan het gedrag van de mensen van de Farao en


van degenen vóór hen. Zij verloochenden de Tekenen


van hun Heer, dus hebben Wij hen voor hun zonden


vernietigd en Wij verdronken de mensen van de Farao,


want zij waren allen onrechtvaardig. (55) Waarlijk, de


ergste van de levende wezens in de ogen van Allah zijn


degenen die ongelovig zijn, omdat zij niet geloven. (56)


Zij zijn degenen met wie jij (O Mohammed) een


verbond afgesloten hebt, maar zij verbraken het


verbond steeds weer en zij vreesden Allah niet. (57) Als


jullie hen dus in de oorlog treffen, straf hen dan streng


om degenen die achter hen staan uiteen te drijven, zodat


zij een les moge leren. (58) Als jij verraad vreest van


mensen, hef het verbond dan met wederzijdse


duidelijkheid op. Zeker, Allah houdt niet van de


verraders. (59) En laat degenen die ongelovig zijn niet


denken dat zij de bestraffing van Allah kunnen


tegenhouden. Waarlijk, zij zullen nooit in staat zijn


zichzelf te redden. (60) En zet alles in wat jullie hebben


aan machtsmiddelen, ook strijdrossen, om de vijand


van Allah en jullie vijand en de anderen bij hen angst


aan te jagen, en ook anderen die jullie niet kennen (en)


die Allah wel kent. En alles wat jullie voor de Zaak van


Allah uitgeven, zal jullie vergoed worden en jullie


zullen niet onrechtvaardig behandeld worden. (61)


Maar als zij neigen naar het behoud van vrede, wees


dan ook daartoe geneigd en vertrouw op Allah.


Hoofdstuk soera 8 Al-Anfāl – De Oorlogsbuit Deel Guz 10


220


Waarlijk, Hij is de Alhorende Alwetende. (62) En als


zij van plan zijn jullie te bedriegen, dan waarlijk, is


Allah voldoende voor jullie. Hij is het die jullie


ondersteund heeft met Zijn hulp en met die der


gelovigen. (63) En Hij heeft hun harten verenigd. En


als jij alles wat op aarde is zou uitgeven, dan had jij hun


harten niet kunnen verenigen, maar Allah heeft hen


verenigd. Zeker, Hij is de Almachtige, Alwijze. (64) O,


Profeet! Allah is voldoende voor jou en ook voor de


gelovigen jou volgen. (65) O, Profeet! Moedig de


gelovigen aan tot vechten. Als er twintig standvastigen


onder jullie zijn, zullen zij er tweehonderd verslaan en


als er honderd standvastigen onder jullie zijn dan zullen


zij er duizend verslaan van degenen die ongelovig zijn,


(want zij) zijn mensen die niet begrijpen. (66) Nu heeft


Allah jullie (taak) verlicht want Hij weet dat er


zwakheid in jullie is. Als er dus bij jullie honderd


standvastigen zijn, dan zullen zij er tweehonderd


verslaan en als er duizend onder jullie zijn, dan zullen


zij er met de toestemming van Allah tweeduizend


verslaan. En Allah is met de geduldigen. (67) Het past


een Profeet niet dat hij krijgsgevangenen heeft, totdat


hij (de vijanden) op aarde heeft onderworpen. Jullie


wensen de wereldse vergankelijkheden, maar Allah


wenst (voor jullie) het Hiernamaals. En Allah is


Almachtig, Alwijs. (68) Als het niet een voorafgaand


gebod van Allah was geweest, dan zou een zware


bestraffing jullie geraakt hebben voor wat jullie


genomen hebben. (69) Eet dus van de oorlogsbuit die


jullie hebben genomen, wettig en goed. En vrees Allah,


zeker, Allah is Genadevol, Barmhartig. (70) O, Profeet!


Zeg tegen de gevangenen die in jouw handen zijn: “Als


Allah iets goeds in jullie harten kent, dan geeft Hij


Hoofdstuk soera 8 Al-Anfāl – De Oorlogsbuit Deel Guz 10


221


jullie iets beters dan wat van jullie is afgenomen en Hij


zal jullie vergeven.” En Allah is Genadevol,


Barmhartig. (71) Maar als zij de bedoeling hebben jou


(O Mohammed) te bedriegen, dan hebben zij reeds


Allah bedrogen. Dus gaf Hij (jou) macht over hen. En


Allah is Alwetend, Alwijs. (72) Waarlijk, degenen die


geloven, emigreerden en hard streefden en met hun


bezit en met hun leven vochten voor de zaak van Allah


en degenen die onderdak boden en hulp verleenden: dit


zijn allen bondgenoten van elkaar. En voor degenen die


geloven en niet emigreerden; jullie zijn niet verplicht


hen te beschermen totdat zij emigreren, maar als zij


jullie hulp in de godsdienst zoeken, is het jullie plicht


hen te helpen, behalve tegen de mensen, waarmee jullie


een verdrag van wederzijdse verbondenheid hebben


afgesloten. En Allah is Alziende van wat jullie doen.


(73) En de ongelovigen zijn bondgenoten voor elkaar.


Als jullie dat niet doen (elkaar steunen en beschermen)


dan zal er chaos en onderdrukking op aarde zijn en


groot onheil en corruptie. (74) En degenen die geloven


en zijn uitgeweken en hebben gestreden voor de Zaak


van Allah, en degenen die onderdak hebben gegeven en


hulp hebben verleend: dit zijn de oprechte gelovigen.


Voor hen is er vergiffenis en een waardige voorziening


(in het Paradijs). (75) En degenen die daarna gelovig


zijn geworden en zijn uitgeweken en die samen met


jullie hebben gestreden; zij behoren tot jullie. Maar


bloedverwanten staan nader tot elkaar in het besluit van


Allah. Waarlijk, Allah is Alwetend van alle zaken.


Hoofdstuk soera 9 At-Taubah – Het Berouw Deel Guz 10


222


Soerah 9 – At-Taubah (Medinisch)


Het Berouw


(1) (Dit is een verklaring over) een verbreking van de


banden van Allah en Zijn Boodschapper, gericht tot de


afgodenaanbidders waarmee jullie (gelovigen) een


verdrag hebben afgesloten. (2) Reis dus vrij gedurende


vier maanden door het land, maar weet dat jullie niet


kunnen ontsnappen aan Allah. En Allah zal de


ongelovigen vernederen. (3) En (dit is) een verklaring


van Allah en Zijn Boodschapper aan de mensheid op de


dag van de grote bedevaart (al Haddj al Akbar)


(inhoudende) dat Allah en Zijn Boodschappers niets te


maken hebben met de afgodenaanbidders. Dus als jullie


spijt betuigen, is dat beter voor jullie, maar als jullie je


afkeren, weet dan dat jullie niet kunnen ontsnappen aan


Allah. En geef het bericht van een pijnlijke bestraffing


aan degenen die niet geloven. (4) Behalve degenen van


de afgodenaanbidders waar jullie een verdrag mee


hebben afgesloten, en die niet voortdurend in enig


opzicht gefaald hebben en die niemand tegen jullie


hebben geholpen. Kom hun verdrag dus na tot het einde


van de afgesproken tijd. Zeker, Allah houdt van de


godvrezenden. (5) Als dan de heilige maanden voorbij


zijn, doodt dan de afgodenaanbidders waar jullie hen


ook vinden en neem hen gevangen, en overwin hen en


bereidt voor ieder van hen een overval voor. Maar als


zij spijt betuigen en de gebeden perfect verrichten en


zakaat geven, laat hun weg dan vrij. Waarlijk, Allah is


Genadevol, Barmhartig. (6) En als iemand van de


afgodsaanbidders jullie bescherming zoekt, geef hem


dan bescherming, zodat hij het Woord van Allah moge


Hoofdstuk soera 9 At-Taubah – Het Berouw Deel Guz 10


223


horen. En begeleid hem tot hij in veiligheid is. Dat is


omdat zij mensen zijn die niet weten. (7) Hoe kan er


een verbond bij Allah en bij Zijn Boodschapper zijn


voor de veelgodenaanbidders, behalve met degenen met


wie jullie in de buurt van de Masjied al-Haram een


verbond hebben gesloten? Zolang zij eerlijk voor jullie


zijn, wees ook eerlijk voor hen. Waarlijk, Allah houdt


van de godvrezenden. (8) Hoe kan het zijn, dat wanneer


jullie door hen overwonnen worden, zij niet waken over


de verwantschapsbanden met jullie, noch over de


afspraken? Zij behagen jullie met hun monden, maar


hun harten zijn tegen jullie en de meesten van hen zijn


verdorvenen. (9) Zij hebben de Tekenen van Allah


tegen een kleine winst verkocht en zij hinderen de


mensen op Zijn Weg; slecht is het wat zij plachten te


doen. (10) Zij respecteren de banden met de gelovigen


niet, noch die van verwantschap, noch die van het


verbond! Zij zijn het die de overtreders zijn. (11) Maar


als zij berouw tonen, de gebeden perfect verrichten en


zakaat geven, dan zijn zij jullie broeders in het geloof.


(Op deze manier) hebben Wij de Tekenen nauwkeurig


uitgelegd aan een volk dat weet. (12) Maar als zij hun


eden geweld aandoen, nadat het verbond is aangegaan


en jullie godsdienst aanvallen met afwijzing en kritiek,


bevecht dan de leiders van het ongeloof. Voorwaar, bij


hen hebben eden geen waarde. (13) Willen jullie niet


tegen een volk vechten wat zijn eden verbroken heeft


en de bedoeling had om de Boodschapper te verbannen,


terwijl zij jullie eerst aanvallen? Zijn jullie bang voor


hen? Terwijl Allah er meer recht op heeft dat jullie


Hem vrezen, als jullie gelovigen zijn. (14) Bevecht hen,


zodat Allah hen door jullie handen bestraft en


vernederd en Hij zal jullie helpen tegen hen en Hij zal


Hoofdstuk soera 9 At-Taubah – Het Berouw Deel Guz 10


224


de harten van de gelovige mensen helen. (15) En Hij


zal de woede uit hun harten doen verwijderen. Allah


accepteert het berouw van wie Hij wil. Allah is


Alwetend, Alwijs. (16) Denken jullie dat jullie alleen


worden gelaten, terwijl Allah nog niet heeft doen


weten, wie van jullie strijden en geen vertrouwelingen


nemen naast Allah en Zijn Boodschapper, en de


gelovigen? Allah is Alwetend over wat jullie doen. (17)


En het past de veelgodenaanbidders niet om de


moskeeën van Allah te onderhouden, terwijl zij over


zichzelf getuigen dat zij ongelovig zijn. Dit zijn


nutteloze werken en in het Vuur zullen zij verblijven.


(18) De moskeeën van Allah zullen alleen onderhouden


worden door degenen die in Allah en de Laatste Dag


geloven, en die het gebed onderhoud en zakaat geeft en


die niemand vreest behalve Allah. Zij zijn het die tot de


rechtgeleiden behoren. (19) Beschouwen jullie de


verstrekking van drinkwater aan pelgrims en het


onderhouden van de Masjied al-Haram gelijk aan


degenen die in Allah en de Laatste Dag geloven en hard


streven en vechten voor de Zaak van Allah? In de ogen


van Allah zijn zij niet gelijkwaardig. Allah leidt geen


mensen die onrechtvaardig zijn. (20) Degenen die


geloven en die zijn uitgeweken en die strijden op de


Weg van Allah met hun bezittingen en hun levens


zijnhoger in rang bij Allah. Zij zijn de overwinnaars!


(21) Hun Heer geeft hun goede berichten over Genade


van Hem en dat Hij verheugd (met hen) is en over de


Tuinen waarin voor hen een blijvende gelukzaligheid


is. (22) Zij zullen daarin voor altijd verblijven.


Waarlijk, bij Allah is een grote beloning. (23) O, jullie


die geloven! Neem jullie vaders en broeders niet als


leiders als zij de voorkeur aan het ongeloof boven het


Hoofdstuk soera 9 At-Taubah – Het Berouw Deel Guz 10


225


geloof geven. En ieder van jullie die dat doet, is één


van de onrechtvaardigen. (24) Zeg: “Als jullie vaders,


jullie zonen, jullie broeders, jullie vrouwen, jullie


verwanten de weelde die jullie verdiend hebben, en de


handel waarin je een verlies vreest, en de huizen waarin


jullie verheugd zijn, jullie dierbaarder zijn dan Allah en


Zijn Boodschapper, en het hard streven en vechten voor


Zijn Zaak, wacht dan tot Allah jullie Zijn besluit geeft.


En Allah leidt geen mensen die verdorven zijn. (25)


Zeker, Allah heeft jullie de overwinning op vele


(doorslaggevende) veldslagen gegeven, en op de dag


van Hoenayn, toen jullie verheugd waren over jullie


grote aantallen, (n.l. 12.000 strijders) maar dat jullie


niet baatte (vanwege hun blakend zelfvertrouwen). En


de aarde, met al haar wijdsheid, werd jullie nauw,


waardoor jullie (het slagveld) de rug toekeerden en op


de vlucht sloegen (voor de minder talrijke vijand). (26)


Daarop heeft Allah Zijn kalmte doen neerdalen over de


(harten van de) Boodschapper en de gelovigen. En (Hij)


stuurde hulptroepen (bestaande uit Engelen) die jullie


niet konden waarnemen, en strafte de ongelovigen. Dat


is de vergelding voor de ongelovigen. (27) Vervolgens


aanvaardt Allah daarna het berouw van wie Hij wil. En


Allah is Genadevol (voor de moesjrikien die hun


afgoderij afzweren), Barmhartig (daar Allah hen na hun


berouw samen met de gelovigen tot het Paradijs zal


toelaten). (28) O, jullie die geloven! Waarlijk, de


afgodenaanbidders zijn onrein. Laat hen dus niet in de


buurt van Masjied al-Haram komen na dit jaar van hen.


En als jullie bang voor de armoede zijn, dan zal Allah


jullie verrijken uit Zijn overvloed indien Hij dat wil.


Zeker, Allah is Alwetend, Alwijs. (29) Vecht tegen


degenen die niet in Allah en in de Laatste Dag geloven,


Hoofdstuk soera 9 At-Taubah – Het Berouw Deel Guz 10


226


noch verbieden wat door Allah en Zijn Boodschapper


verboden is; en degenen die de godsdienst van de


Waarheid niet erkennen onder de mensen van het Boek,


totdat zij het beschermgeld betalen naar vermogen,


terwijl zij onderdanigen zijn. (30) En de Joden zeggen:


“Ezra is de zoon van Allah,” en de Christenen zeggen:


“de Messiah is de zoon van Allah.” Dat zijn uitspraken


uit hun monden. Zij imiteren de uitspraken van de oude


ongelovigen. Allah’s vloek zij op hen; hoe zij van de


Waarheid zijn weggelokt! (31) Zij namen hun rabbijnen


en monniken tot hun heren naast Allah en (zij namen


ook) de Messiah, zoon van Maryam (tot hun heer),


terwijl zij bevolen waren om niemand behalve de Ene


God te aanbidden. Er is geen god dan Hij. Verheerlijkt


en geloofd is Hij (verheven is Hij) boven de


deelgenoten die zij naast Hem toekennen. (32) Zij


willen Allah’s Licht doven met hun monden, maar


Allah wil slechts Zijn licht laten schijnen, ook al haten


de ongelovigen het. (33) Hij is het Die Zijn


Boodschapper gestuurd heeft met Leiding en om de


godsdienst van de waarheid over alle andere


godsdiensten superieur te maken, zelfs als de


polytheïsten het haten. (34) O, jullie die geloven! Veel


van de rabbijnen en monniken verslinden de weelde


van de mensheid in leugen en hinderen (hen) op het Pad


van Allah. En er zijn er die het goud en zilver


hamsteren en het niet op de weg van Allah uitgeven


(met betrekking tot de djihaad, en het voeden van de


armen en behoeftigen): verkondig aan hen een pijnlijke


bestraffing. (35) De dag waarop het bezit (waarop geen


zakaat werd betaald) in het Hellevuur verhit zal


worden, dan zal ermee over hun voorhoofden, hun


zijden en hun ruggen gestreken worden. (Op die dag zal


Hoofdstuk soera 9 At-Taubah – Het Berouw Deel Guz 10


227


er worden gezegd:) “Dit is de schat die jullie voor


julliezelf gehamsterd hebben. Proef nu dan wat jullie


gehamsterd hebben!” (36) Waarlijk, het aantal maanden


bij Allah is twaalf (in een jaar), zo was het door Allah


op de dag toen Hij de hemelen en de aarde schiep


bevolen; vier hiervan zijn heilig. Dat is de juiste


godsdienst, doe jullie daarin geen onrecht aan en vecht


gezamenlijk tegen de afgodenaanbidders, omdat zij


gezamenlijk tegen jullie vechten. Maar weet dat Allah


met degenen is die godvrezend zijn. (37) Het uitstellen


(van de gewijde maanden) is zeker een toevoeging aan


het ongeloof; daarmee worden de ongelovigen misleid.


Want zij maken één jaar wettig en verbieden een ander


jaar om het aantal maanden dat door Allah verboden is,


aan te passen, en verklaren ongewijd wat Allah heilig


heeft gemaakt. Het kwaad van hun daden schijnt hen


genoegen te doen. En Allah leidt het ongelovige volk


niet. (38) O, jullie die geloven! Wat scheelt jullie dat


wanneer er tot jullie wordt gezegd: “Rukt uit op de


Weg van Allah,” jullie bezwaard op de grond zakken?


Zijn jullie meer verheugd met het leven van deze


wereld dan dat van het Hiernamaals? Gering is het


vermaak van het leven van deze wereld, als je het met


dat van het Hiernamaals vergelijkt. (39) Als jullie niet


uitrukken, zal Hij jullie een pijnlijke bestraffing geven


en jullie door een ander volk vervangen en jullie


kunnen Hem in het geheel niet kwetsen. En Allah is tot


alle dingen in staat. (40) Als jullie hem (de Profeet) niet


helpen: Allah heeft hem beslist geholpen toen de


ongelovigen hem wegjoegen (en hij) de tweede van


twee was toen zij in de grot waren en hij tegen zijn


metgezel (Aboe Bakr) zei: “Wees niet bedroefd (of


bang), zeker, Allah is met ons.” Toen stuurde Allah


Hoofdstuk soera 9 At-Taubah – Het Berouw Deel Guz 10


228


kalmte over hem neer en sterkte hem met hulptroepen


die jullie niet zagen. En Hij maakte het woord van


degenen die ongelovig waren tot het allerlaagste, terwijl


het het Woord van Allah het allerhoogste werd en Allah


is Almachtig, Alwijs. (41) Marcheer voort, of jullie nu


licht zijn of zwaar, en strijdt met jullie bezittingen en


jullie levens voor de Zaak van Allah. Dat is beter voor


jullie, als jullie het maar weten. (42) Als het een


gemakkelijke winst was of een gemakkelijke reis, dan


zouden zij jou gevolgd zijn, maar de afstand was lang


voor hen en zij zouden bij Allah zweren: “Als wij ertoe


in staat geweest zouden zijn, dan zouden wij zeker met


jullie zijn meegegaan.” Zij vernietigen zichzelf en


Allah weet dat het leugenaars zijn. (43) Moge Allah jou


(Mohammed) vergeven. Waarom heb je hen


toestemming gegeven (om achter te blijven), nog vόόr


dat jou was gebleken wie degenen waren die


waarachtig waren en vόόr jij wist wie de leugenaars


waren? (44) Degenen die in Allah en de Laatste Dag


geloven zouden jou niet om vrijstelling gevraagd


hebben om niet te hoeven strijden met hun bezittingen


en hun levens. En Allah is de Alwetende van de


godvrezenden. (45) Het zijn slechts degenen die niet in


Allah en de Laatste Dag geloven vragen jou om


vrijstelling en (zij zijn degenen) wiens harten in twijfel


zijn. In hun twijfel huiveren zij dus. (46) En als zij de


bedoeling hadden om te vertrekken, zouden zij daar


zeker voorbereidingen voor maken. Maar Allah was


ertegen dat zij voort werden gestuurd, Hij liet hen dus


achter en er werd gezegd: “Zit met de zittenden.” (47)


Als zij met jullie (ten strijde) zouden trekken, dan


zouden zij aan jullie niets anders dan wanorde hebben


toegevoegd en zij zouden zich gehaast hebben om in


Hoofdstuk soera 9 At-Taubah – Het Berouw Deel Guz 10


229


jullie midden (corruptie te verspreiden) en zij zouden


tot opruiing onder jullie hebben aangezet, en er zijn


sommigen onder jullie die naar hen geluisterd zouden


hebben. En Allah is de Alwetende van de


onrechtvaardigen. (48) Waarlijk, voorheen probeerden


zij reeds tweedracht te zaaien en zij verzonnen listen


tegen jou, tot de Waarheid kwam en de Verkondiging


van Allah duidelijk werd, hoewel zij het haatten. (49)


En onder hen is degene die zegt: “Geef mij


toestemming en beproef mij niet.” Zeker, zij zijn voor


de beproeving gezakt. En waarlijk, de Hel omringt de


ongelovigen. (50) Als het goede jou treft, bedroeft het


hen, maar als een ramp jou treft, zeggen zij: “Wij


hebben al eerder onze voorzorgsmaatregelen


getroffen,” en zij keren zich verheugd af. (51) Zeg:


“Niets zal ons gebeuren, behalve wat Allah voor ons


heeft beschikt. Hij is onze Helper.” En in Allah leggen


de gelovigen hun vertrouwen. (52) Zeg: ”Jullie


verwachten slechts voor ons één van de twee goede


dingen, terwijl wij op niets anders wachten dan dat


Allah jullie met een bestraffing treft. Wacht dus, wij


wachten met jullie.” (53) Zeg: “Geef bijdragen,


vrijwillig of onvrijwillig, het zal van jullie niet


aanvaard worden. Waarlijk, jullie zijn een volk dat


verdorven is.” (54) En er is niets dat de aanvaarding


van hun bijdrage tegenhoudt dan het feit dat zij waarlijk


niet in Allah en Zijn Boodschapper geloven, en dat zij


niet tot het gebed komen behalve met een luie houding


en dat zij slechts onwillig een bijdrage geven. (55) Laat


hun weelde noch hun kinderen je verheugen; in


werkelijkheid is het Allah’s plan hen te bestraffen met


deze dingen in het wereldse leven en dat hun zielen


zullen vertrekken, terwijl zij ongelovig zijn. (56) Zij


Hoofdstuk soera 9 At-Taubah – Het Berouw Deel Guz 10


230


zweren bij Allah dat zij waarlijk met jou zijn, terwijl zij


niet tot jullie behoren, maar zij zijn een volk


(hypocrieten) dat bang is. (57) Als zij een


toevluchtsoord, grotten of holen kunnen vinden, zouden


zij daar meteen in gezwinde spoed heen gaan. (58) En


onder hen zijn er die jou beschuldigen in de zaak van


de aalmoezen. Als zij daar een deel van krijgen zijn zij


blij, maar als zij niets krijgen, zie, dan zij zijn


woedend! (59) Waren zij maar tevreden geweest met


datgene wat Allah en Zijn Boodschapper hen gegeven


hadden en hadden zij maar gezegd: “Allah is voldoende


voor ons. Allah zou ons van Zijn overvloed geven en


(ook) Zijn Boodschapper Wij smeken (dat) Allah (ons


zal verrijken).” (60) De verplichte liefdadigheid is door


Allah ingesteld en is slechts bedoeld voor de armen die


niet bedelen en de armen die bedelen en degenen die in


dienst zijn gesteld om de fondsen te innen en voor


degenen wiens harten verzoend zijn en om gevangenen


te bevrijden; en voor de schuldenaren; en voor Allah’s


Zaak en voor de reiziger. En Allah is Alwetend, Alwijs.


(61) En onder hen zijn mensen die de Profeet kwetsen


en zeggen: “Hij (leent) zijn oor (voor al het nieuws).”


Zeg: “Hij luistert naar datgene wat het beste voor jullie


is; hij gelooft in Allah; heeft vertrouwen in de


gelovigen en is een genade voor degenen van jullie die


geloven.” Maar degenen die de Boodschapper kwetsen,


zullen een pijnlijke bestraffing hebben. (62) Zij zweren


bij Allah om jullie een genoegen te doen, maar het is


passender als zij Allah en Zijn Boodschapper een


genoegen zouden doen, als zij gelovigen waren. (63)


Weten zij niet dat voor iedereen die tegen Allah en Zijn


Boodschapper is en zich vijandig toont, er het


Hellevuur is om daarin te verblijven? Dat is een


Hoofdstuk soera 9 At-Taubah – Het Berouw Deel Guz 10


231


buitengewone vernedering. (64) De hypocrieten vrezen


dat er een soerah over hen geopenbaard zou worden,


die laat zien wat er in hun harten is. Zeg: “Spotten jullie


maar! Maar Allah zal alles aan het licht brengen waar


jullie bang voor zijn.” (65) Als je hen (hierover)


ondervraagt, verklaren zij: “Wij maakten slechts


grapjes.” Zeg: “Was het over Allah (Ta’ala) en Zijn


Tekenen en Zijn Boodschapper waarmee jullie


spotten?” (66) Geef geen verontschuldiging, jullie


waren ongelovig, nadat jullie geloofd hebben. Als Wij


sommigen van jullie zullen vergeven, zullen Wij


anderen van jullie bestraffen, omdat zij misdadigers


zijn. (67) De hypocrieten, mannen en vrouwen, horen


bij elkaar; zij moedigen (de mensen) aan tot het


verworpene en verbieden (de mensen) het toegestane en


zij sluiten hun handen. Zij hebben Allah vergeten, dus


heeft Hij hen vergeten.Waarlijk, de hypocrieten zijn de


verdorvenen. (68) Allah heeft de hypocrieten, mannen,


vrouwen en de ongelovigen, het vuur van de Hel


beloofd, daarin zullen zij verblijven. Het zal voor hen


voldoende zijn. Allah heeft hen vervloekt en voor hen


is er een altijd durende bestraffing. (69) Zoals degenen


voor jullie, zij waren machtiger in kracht dan jullie en


overvloediger in weelde en nageslacht. Zij hebben van


hun deel genoten, geniet dus van jullie deel, zoals


degenen voor jullie van hun deel genoten hebben. En


jullie gaan op in spel en vermaak, zoals zij in spel en


vermaak opgingen. Zij zijn degenen wiens daden


nutteloos zijn in deze wereld en in het Hiernamaals. Zij


zijn degenen die verliezen. (70) Heeft het verhaal van


degenen vóór hen, hen niet bereikt? De mensen van


Noah, de ‘Ad en Thamoed, het volk van Ibrahim, de


bewoners van Median en de verwoeste steden? Tot hen


Hoofdstuk soera 9 At-Taubah – Het Berouw Deel Guz 10


232


kwamen Boodschappers met duidelijke bewijzen. Het


was dus niet Allah die hen onrecht aandeed, maar zij


deden zichzelf onrecht aan. (71) De gelovige mannen


en de gelovige vrouwen zijn bondgenoten van elkaar,


zij sporen (de mensen) aan tot het behoorlijke en


verbieden (de mensen) het verwerpelijke zij verrichten


volmaakt hun gebeden en geven zakaat en


gehoorzamen Allah en Zijn Boodschapper. Allah zal


genade met hen hebben. Zeker Allah is Almachtig,


Alwijs. (72) Allah heeft de gelovige mannen en


vrouwen Tuinen beloofd waar rivieren onderdoor


stromen, om daarin voor altijd te verblijven. En goede


verblijfplaatsen in de Tuinen van Eden (‘Adn). Maar


het genoegen van Allah is beter en machtiger. Een


overweldigend succes. (73) O, Profeet! Streef hard


tegen de ongelovigen en de hypocrieten en wees streng


voor hen, hun verblijfplaats is de Hel en dit is zeker de


ergste bestemming. (74) Zij zwoeren bij Allah wat zij


zeiden, maar in werkelijkheid spraken zij woorden van


ongeloof en zij zijn ongelovig geworden nadat zij de


islam geaccepteerd hadden en zij verlangden wat zij


niet konden uitvoeren en zij verweten slechts (toen)


Allah en Zijn Boodschapper hen (de gelovigen)


rijkdom schonken van Zijn overvloed. Als zij dan


berouw tonen dan zou dat beter voor hen zijn, maar als


zij zich afkeren, zal Allah hen straffen met een pijnlijke


bestraffing in dit wereldse leven en in het Hiernamaals.


En er is op aarde niemand voor hen die een beschermer


of helper is. (75) En onder hen zijn er die aan Allah


beloofden: “Als Hij ons Zijn overvloed geeft, dan


zullen wij zeker verplichte en vrijwillige liefdadigheid


in de zaak van Allah geven en dan zullen wij zeker


onder de rechtvaardigen zijn.” (76) Toen gaf Hij hen


Hoofdstuk soera 9 At-Taubah – Het Berouw Deel Guz 10


233


van Zijn overvloed, maar zij werden gierig en keerden


zich af. (77) Dus strafte Hij hen door hypocrisie in hun


harten te plaatsen tot de Dag waarop zij Hem zullen


ontmoeten, want zij hebben verbroken wat zij Hem


beloofd hadden, omdat zij leugens vertelden. (78)


Weten zij dan niet dat Allah hun geheime ideeën kent


en hun geheime beraadslagingen en dat Allah de


Alwetende van het onzichtbare is? (79) Degenen die


beledigende aanmerkingen maken over de vrijwillige


gevers onder de gelovigen over de aalmoezen en over


degenen die vanwege hun armoede niets kunnen vinden


om te geven, tenzij met de grootste moeite, en die dan


de spot met hen drijven: Allah zal de spot op hen


terugwerpen en voor hen is er een pijnlijke bestraffing.


(80) Of jij nu vergeving voor hen vraagt of geen


vergeving voor hen vraagt, (en zelfs) als jij zeventig


maal voor hen vergeving vraagt, Allah zal hen niet


vergeven, want zij waren ongelovig aan Allah en Zijn


Boodschapper. Allah leidt geen mensen die verdorven


zijn. (81) Degenen die wegblijven verheugen zich er


over dat zij achter de Boodschapper van Allah waren


gebleven; zij haten het om te streven en met hun


bezittingen en met hun leven te vechten voor de Zaak


van Allah en zeggen: “Ruk niet uit in de hitte.” Zeg:


“Het vuur van de Hel is heter, als zij dat slechts konden


begrijpen!” (82) Laat hen dus maar een beetje lachen en


veel huilen als vergelding voor hetgeen zij plachten te


bedrijven. (83) Als Allah jou (O Mohammed) naar een


deel van hen (de hypocrieten) terugbrengt en zij vragen


jouw toestemming om uit te gaan (om te vechten), zeg


dan: “Nooit zullen jullie met mij uit gaan, en nimmer


zullen jullie de vijand met mij bevechten; het behaagde


jullie de eerste keer om te blijven zitten, zit dan met


Hoofdstuk soera 9 At-Taubah – Het Berouw Deel Guz 10


234


degenen die achterblijven.” (84) En bid nooit het


begrafenisgebed over een dode van hen en sta niet bij


zijn graf. Zeker, zij waren ongelovig aan Allah en Zijn


Boodschapper en zij stierven terwijl zij verdorven


waren. (85) En laat hun weelde en hun nageslacht jou


geen genoegen zijn. Allah wenst hen daarmee te


straffen in dit leven en dat hun zielen weggaan terwijl


zij ongelovig zijn. (86) En als een soerah geopenbaard


wordt, (waarin wordt gemaand) om in Allah te geloven


en hard te streven en samen met Zijn Boodschapper te


vechten, dan vragen degenen met weelde onder hen


jouw toestemming voor vrijwaarding en zeggen: “Laat


ons (achter) en laat ons bij degenen die (thuis) zitten.”


(87) Zij zijn tevreden om bij de thuisblijvers te horen.


Hun harten zijn verzegeld, dus begrijpen zij niet. (88)


Maar de Boodschapper en degenen die met hem


geloven, streven hard en vechten met hun weelde en


hun leven. Zij zijn degenen waar de goede dingen voor


zijn en zij zullen degenen zijn die succes hebben. (89)


Voor hen heeft Allah Tuinen bereid waar rivieren


onderdoor stromen, om daarin voor altijd te verblijven.


Dat is een verheven succes. (90) De aanbieders van


verontschuldigingen onder de bedoeïenen komen, opdat


hun vrijstelling zal worden gegeven, en degenen die


Allah en Zijn Boodschapper loochenen, gaan zitten.


Een pijnlijke bestraffing zal degenen die ongelovig zijn


treffen. (91) Er rust geen zonde op degenen die zwak of


ziek zijn of geen bronnen hebben uit te geven, als zij


oprecht tegenover Allah en Zijn Boodschapper zijn. Er


is geen reden tot klagen voor de weldoeners. En Allah


is genadevol, barmhartig. (92) En (ook) niet op degenen


die naar jou toe kwamen om hen van paarden te


voorzien en jij zei: “Ik kan geen paarden voor jullie


Hoofdstuk soera 9 At-Taubah – Het Berouw Deel Guz 10


235


vinden,” en zij keerden terug, terwijl hun ogen


overstroomden van tranen van droefheid, omdat zij


niets konden vinden om als bijdrage te besteden. ۞


(93) Slechts voor degenen die rijk zijn en om


vrijwaarding vragen is er een weg (om hen te


beschuldigen).. Zij zijn blij om met de vrouwen achter


te blijven (thuis) en Allah heeft hun harten verzegeld


zodat zij niet weten. (94) Zij zullen jullie hun


verontschuldigingen aanbieden, als jullie je tot hen


richten. Zeg: “Biedt geen verontschuldigingen aan, wij


zullen jullie niet geloven. Allah heeft ons reeds over


jullie ingelicht. Allah en Zijn Boodschapper zullen


jullie daden bekijken. Aan het einde zullen jullie naar


de Alwetende van het onzichtbare en het zichtbare


terug worden gebracht, dan zal Hij jullie inlichten over


wat jullie hebben gedaan.” (95) Zij zullen voor jullie bij


Allah zweren als jullie tot hen terugkeren, dat jullie je


van hen moge afkeren. Keer je dus van hen af. Zeker zij


zijn onrein en de Hel is hun verblijfplaats – als een


vergelding voor wat zij verdiend hebben. (96) Zij


zullen voor jullie zweren dat jullie blij met hen zullen


zijn, maar als jullie blij met hen zijn, zeker Allah is niet


blij met het volk dat verdorven is. (97) De woestijn-


Arabieren zijn de ergsten in ongeloof en hypocrisie en


het meest geneigd de geboden die Allah aan Zijn


Boodschapper geopenbaard heeft niet na te komen. En


Allah is Alwetend, Alwijs. (98) En onder de woestijn-


Arabieren zijn er sommigen die datgene wat zij


uitgeven als een boete zien en wachten tot rampen jullie


zullen treffen. Op hen zal echter de rampspoed rusten.


En Allah is Alhorend, Alwetend. (99) En onder de


woestijn-Arabieren zijn er die in Allah en de Laatste


Dag geloven en datgene wat zij voor de zaak van Allah



Recente berichten

EEN BOODSCHAP VAN EEN ...

EEN BOODSCHAP VAN EEN MOSLIMPREKER AAN EEN CHRISTEN

Zwangerschap en borst ...

Zwangerschap en borstvoeding tijdens de Ramadan

Een aantal regels ove ...

Een aantal regels over zedelijkheidsnormen bij een bezoek aan een zieke