Over de belangrijkheid van tawh’ied
بسم الله الرحمن الرحيم
Monotheïsme, het doel van de Islam!
1) Waarlijk, Allah de Verhevene schiep deze wereld en alles wat er in is om
Hem alleen te aanbidden. Allah zegt (Nederlandstalige interpretatie): “En Ik
(Allah) schiep de djinn 1 en de mensheid enkel om Mij (alleen) te
aanbidden 2.” [Soerat adz-Dzaariyaat (51), aayah 56]
Allah de Verhevene zond boodschappers om de mensen op te roepen
tot tawh’ied (of tawhied, tawheed), en de Nobele Qor-aan schenkt in bijna
elk hoofdstuk aandacht aan de ‘aqiedah (geloofsleer) van tawh’ied en het
legt het kwaad en de schade uit van shirk (polytheïsme, afgoderij) voor
zowel het individu als de samenleving. Shirk is de reden voor
vernietiging/ondergang in dit leven en de reden voor eeuwige
vernietiging/ondergang in het Vuur van het Hiernamaals – de Hel.
2) Waarlijk, alle boodschappers begonnen hun oproep met tawh’ied, wat zij
opgedragen werden door Allah de Verhevene om aan de mensen mede te
delen. Allah zegt (Nederlandstalige interpretatie): “En Wij zonden geen
enkele boodschapper vóór jou (O Moh’ammed) behalve dat Wij aan hem
openbaarden: er is geen god die het recht heeft om aanbeden te worden
behalve Ik (Allah), dus aanbid Mij.” [Soerat al-Anbiyaa-e (21), aayah 25]
1 Djinn: schepsels geschapen van rookloos vuur.
2 De schepping is niet voor zinloos spel en vermaak (zie aayah21:16). Allah de Verhevene heeft een serieus doel erachter, wat we, in
onze onvolmaakte toestand, alleen kunnen uitdrukken door te zeggen dat elk schepsel (onder de mensheid en de djinn) de kans gegeven
wordt om zich te ontwikkelen en vooruit te gaan richting het doel, d.w.z. Allah. Allah de Verhevene is de Bron en Kern van alle macht en
alle goedheid, en onze vooruitgang hangt af van het in overeenstemming brengen van onszelf met Zijn Wil: dit is het aanbidden van Hem.
Het is van geen enkel voordeel voor Hem, het is voor ons eigen voordeel. (A. Yusuf Ali Quran Commentary, de herziene versie.) Zie het 85
pagina’s tellende boek van Dr. Abu Ameenah Bilal Philips, Het doel van de schepping, uitgegeven door Uitgeverij Momtazah.
4
De profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) bleef in
Mekkah gedurende 13 jaar terwijl hij zijn mensen opriep tot de tawh’ied van
Allah, en hij riep op tot Hem alleen zonder deelgenoten aan Hem toe te
kennen. Het was met betrekking tot deze kwestie dat Allah de Verhevene
het volgende vers aan Zijn edele boodschapper (Allahs zegeningen en vrede
zijn met hem) openbaarde (Nederlandstalige interpretatie): “Zeg (O
Moh’ammed): ‘Ik roep alleen mijn Heer (Allah) aan en ik ken geen één
deelgenoot aan Hem toe.’” [Soerat al-Djinn (72), aayah 20]
De edele boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) voedde
zijn metgezellen vanaf hun kindertijd met tawh’ied op en hij zei tegen de
zoon van zijn oom, zijn neef ‘Abdoellaah ibn ‘Abbaas (Nederlandstalige
interpretatie):“Als je vraagt, vraag dan Allah, en als je hulp zoekt, zoek dan
hulp van Allah.” (Een h’asan sah’ieh’ h’adieth, overgeleverd door at-
Tirmidzie)
Deze tawh’ied is in werkelijkheid de religie van de Islaam, die hierop
gebouwd is. En alles anders dan dit wordt niet geaccepteerd door Allah de
Verhevene, die zegt (Nederlandstalige interpretatie): “En wie een andere
religie dan de Islaam wenst, het zal nooit van hem aanvaard worden en in
het Hiernamaals zal hij tot de verliezers behoren.” [Soerat Aal
‘Imraan (3), aayah 85]
De Islaam is de religie van Allah de Verhevene die door alle profeten en
boodschappers verkondigd is, en geen andere religie wordt door Hem
geaccepteerd, want alle andere religies zijn veranderde vormen van de
oorspronkelijke religie, namelijk de Islaam: overgave aan God. Dit betekent
echter niet dat het oorspronkelijke “Jodendom” en het oorspronkelijke
“Christendom” volledig verworpen zullen worden en dat de vroegere
“joden” en “christenen” allemaal naar de Hel gaan. Jodendom,
Christendom, joden en christenen, zijn slechts door mensen verzonnen
namen, want hun profeten, die ook de profeten van de Islaam zijn, waren
allemaal moslims (degenen die zich overgeven aan Allah) en zij
verkondigden ook de Islaam. Zij riepen hun mensen op tot tawh’ied (de
Eenheid van Allah) en waarschuwden hen voor shirk (afgoderij).
5
3.) Waarlijk, Allahs boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) onderwees zijn metgezellen om hun uitnodiging van de mensen te beginnen met tawh’ied. Aldus zei hij tegen Moe’aadz ibn Djabal (moge Allah tevreden zijn met hem) toen hij hem naar Jemen zond (Nederlandstalige interpretatie): “Laat dus het eerste waar je hen toe oproept de getuigenis zijn dat ‘niemand het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allah en dat Moh’ammed de boodschapper is van Allah.’” En in een andere overlevering: “…dat zij Allah alleen aanbidden.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim)
4.) Tawh’ied wordt uitgedrukt in de getuigenis (as-shahaadah) dat ‘niemand het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allah en dat Moh’ammed de boodschapper is van Allah.’ De betekenis is dat er niemand is die waardig is en het verdient om aanbeden te worden behalve Allah, en dat er geen aanbidding is behalve waarmee de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) kwam – d.w.z. zijn Soennah (weg, wettige manieren). Het is deze getuigenis die er voor zorgt dat een ongelovige de Islaam binnentreedt (mits men oprecht is in deze getuigenis), aangezien het de sleutel tot het Paradijs is. En degene die hiervan getuigt en hierin gelooft, gaat het Paradijs binnen zolang hij het niet ongeldig maakt door shirk of een woord van ongeloof. (Zie het artikel De voorwaarden van as-shahaadah)
5.) De ongelovige Qoeraysh boden de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) koningschap, rijkdom, vrouwen en andere zaken aangaande de genietingen van dit leven aan in ruil voor zijn verlating van de oproep tot tawh’ied, en het afstand nemen van de ontkenning van hun afgoden. Maar hij accepteerde dat niet van hen. Integendeel, hij ging door met zijn oproep en onderging de hevige aanval samen met zijn metgezellen, totdat de oproep tot tawh’ied na 13 jaar zegevierend was, waarna de inwoners van Mekkah met vrede tot de Islam toe treden en de afgodsbeelden vernietigd werden. (Zie o.a. Beknopte biografie van de profeet Mohammed) De boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) reciteerde (Nederlandstalige interpretatie): “En zeg: ‘De waarheid is gekomen en de valsheid is ten onder gegaan. Waarlijk, de valsheid gaat altijd ten onder.’” [Soerat al-Israa-e (17), aayah 81]
6
Waarheid in deze aayah verwijst naar het islamitische monotheïsme of de Qor-aan, en valsheid (baatil) verwijst naar de shaytaan (satan) of polytheïsme. En Allah weet het best.
6) Tawh’ied is de hoofdbezigheid en voornaamste zorg van een moslim in zijn leven, dus begint hij zijn leven met tawh’ied en hij eindigt zijn leven met tawh’ied. Zijn taak in het leven is om tawh’ied te bevestigen en om de oproep tot tawh’ied te verrichten (zie Da’wah), aangezien tawh’ied de gelovigen verenigt en hen samenbrengt op de verklaring van tawh’ied. Dus vragen we Allah de Verhevene – Die geen deelgenoten heeft – dat de verklaring van tawh’ied (laa ilaaha ill-Allaah) onze laatste woorden zijn in deze wereld, en we vragen Hem om alle moslims te verzamelen op de verklaring van tawh’ied.
O broeders en zusters, “…keer (berouwvol) tot jullie Heer en onderwerp jullie aan Hem 3 (maak jullie wil ondergeschikt aan Zijn Wil = Islaam)…” [Nederlandstalige interpretatie van soerat az-Zoemar (39), aayah 54]
3 Dit was ook de boodschap van Jezus (vrede zij met hem), die gezegd zou hebben: “Onderwerp je dus aan God (= Islaam) en weersta de duivel (die oproept tot dwaling)…” (Jakobus 4:7)
7
www.islamhouse.com
Islam voor iedereen !