Artikelen







بسم الله الرحمن الرحيم


Hoop en Begeerten


Bismi Allahi Ar-Rahmaan Ar-Raheem,


Mensen vertonen ten opzichte van elkaar grote verschillen in Al-


‘Uboodiyah (dienaarschap) aan Allah (subhanahu Wata’ala). Hun


verschillen zijn een kwantitatief verschil van aanwezigheid van iman.


Diegenen waarvan hun iman zwak is, zullen veel meer in beslag


worden genomen door Shirk (afgoderij). Shirk in deze Ummah is


meer verborgen dan het gekruip van mieren. Er is overgeleverd in


een Sahih hadith dat de profeet (sallallahu ‘alayhi wasalam) heeft


gezegd: "Moge de aanbidder van Ad-Dirham worden vervloekt.


Moge de aanbidder van Ad-Dinnar worden vervloekt. Moge de


aanbidder van fluwelenkleding worden vervloekt. Moge de


aanbidder van zijde kleding worden vervloekt. Moge hij vervloekt en


teleurgesteld worden. Als zo iemand geprikt wordt met doornen


kunnen ze er niet worden uitgetrokken. Als hem wordt gegeven (wat


hij verlangt) is hij tevreden; en als het hem wordt ontzegd is hij


ontevreden.." (Overgeleverd door Abu Huraira in Sahih Bukhari en


ibn Maadjah)


De profeet (sallallahu ‘alayhi wasalam) bestempelde zo'n persoon;


de aanbidder van Ad-Dirham, de aanbidder van Ad-Dinnar, de


aanbidder van de fluwelen kleding, de aanbidder van zijde kleding.


Hij (sallallahu ‘alayhi wasalam) vermeldde betreffende deze


persoon, z'n vervloeking en z'n toestand door te zeggen: 'Moge hij


vervloekt en teleurgesteld zijn. Als zo iemand geprikt word met


doornen kunnen ze er niet uitgetrokken worden.' Dit is de toestand


waarin een ieder verkeerd die een zonde begaat of iets doet wat


tegen de Wil van Allah en zijn boodschapper is. Hij kon zich er ook


4


van ontdoen, noch was hij succesvol doordat hij vervloekt en


teleurgesteld was. Hij bereikte nog zijn doel, noch ontkwam hij aan


het kwaad. Dit is de toestand waarin zich de aanbidder van rijkdom


bevindt. Hij werd beschreven als iemand die tevreden is als zijn


verlangens worden bevredigd en woedend als hem het wordt


ontzegd, zoals Allah (subhanahu Wata’ala) in Zijn Heilige Boek zegt: "


En onder hen bevinden zich sommigen die jou (O, Muhammad)


beschuldigen wat betreft (de verdeling van) de Sadaqa


(armenbelasting). Als zij er een deel van krijgen zijn ze tevreden;


maar als hen er niets van wordt gegeven, zie! zij zijn woedend. "


(Surat at Tauba vers 58)


Dus hun tevredenheid en woede zijn voor anderen dan Allah


(subhanahu Wata’ala). Dit is het geval bij één ieder die zich


aangetrokken voelt tot een bepaald imago of andere gelijksoortige


verlangens van de ziel. Als hij ze verkrijgt is hij tevreden, zo niet dan


is hij kwaad. Hij is zeer zeker de 'Abd (slaaf) van datgenen waarnaar


hij boven alles verlangt. De waarheid van slavernij is de slavernij van


het hart en diens onderwerping. Het hart is de slaaf van datgene wat


het tot slaaf maakt en waar het zich aan onderwerpt. In een bekend


gedicht staat: "De slaaf is een vrije man zolang als hij tevreden is, en


de vrije man is een slaaf zolang als hij begerig is."


Er is overgeleverd door Omar ibn al Khattab (radiya Allahu ‘anhu)


dat hij zei: "Hebzucht is armoede, en afstand nemen van iets is


rijkdom. Als iemand van jullie afstand neemt van iets zal hij het


zonder kunnen stellen."


Dit kan door de persoon zelf worden verwezenlijkt. Als hij afstand


doet van iets, zal hij niet trachten het te verkrijgen, en zal hij er geen


enkel verlangen naar hebben. Zijn hart zal noch datgene nodig


hebben, noch de persoon die het hem kan verschaffen. Maar als hij


begerig is naar iets in het bijzonder, en hij streeft ernaar het te


5


bemachtigen, zal zijn hart altijd het verlangen hebben datgene te krijgen en zijn hart zal behoeftig zijn aan degene die hem hulpzaam kan zijn in het verkrijgen van het verlangen. Bijv. inzake rijkdom, aanzien, afbeeldingen enz. Nabiy u Allah Ibrahim zei in de Koran: "Dus zoek alleen je onderhoud van Allah en aanbid Hem (alleen) en wees dankbaar aan Hem. Naar Hem (Alleen) zal jullie terugkeer zijn " (Surat al 'Ankabut vers 17


De 'abd heeft levensonderhoud nodig. Als hij zijn onderhoud van Allah (subhanahu Wata’ala) zoekt, wordt hij een 'abd van Allah ‘Azza wa djal. Maar als hij het zoekt bij een schepsel, wordt hij daar een 'abd van en heeft hij datgene nodig waarvan hij afhankelijk is. Daarom is bedelen (bij andere creaties/scheppingen) verboden; het is toegestaan in uiterste nood.


Er zijn vele ahadieth in de Sahih collecties, As-Sunan en Al-Masaneed waarin bedelen verboden wordt. Overgeleverd door Abdullah ibn Omar (radiya Allahu anhuma) dat de profeet (sallallahu ‘alayhi wasalam) heeft gezegd: "Een van jullie zal nog steeds bedelen tot hij op de Dag der Opstanding komt zonder nog een stukje vlees op zijn gezicht." (Al-Bukhari, Muslim en An-Nisa'ee) Overgeleverd door Jaabir (radiya Allahu anhu) dat de profeet (sallallahu ‘alayhi wasalam) heeft gezegd: "Wie ook maar van de mensen bedelt wanneer hij genoeg heeft, zijn bedelen zullen krassen op zijn gezicht zijn." (Al-Tabarani)


Overgeleverd door Anas (radiya Allahu anhu) dat de profeet (sallallahu ‘alayhi wasalam) heeft gezegd:"Bedelen is verboden behalve als er sprake is van een grote schuld, men in nood verkeert, of vernederende armoede." (Abu Dawud en Al-Bayhaqi)


6


Overgeleverd door az Zubayr ibn al 'Awwam (radiya Allahu anhu) dat de profeet (sallallahu ‘alayhi wasalam) heeft gezegd: "Het is veel beter voor een van jullie zijn touw te nemen en hout te gaan sprokkelen (voor zijn levensonderhoud) dan van de mensen te bedelen, of ze hem nu iets geven of hem negeren." (Al-Bukhari, ibn Maadjah en andere)


Overgeleverd door Omar ibn al Khattab (Radiya Allahu anhu) dat de profeet (sallallahu ‘alayhi wasalam) heeft gezegd: "Welk geld je ook maar ontvangt zonder ervoor te bedelen noch ernaar trachten (het te doen) neem het dan, laat anders je ziel het niet najagen." (Al-Bukhari en An-Nisa'ee)


De boodschapper van Allah (sallallahu ‘alayhi wasalam) haatte het geld te ontvangen door te bedelen met de tong en het nastreven (van bedelen) met het hart. Overgeleverd door Abi Sa'ied Al-Khudri (radiya Allahu amhu) dat de profeet (sallallahu ‘alayhi wasalam) heeft gezegd: "Wie het ook maar (zonder iets) stelt, Allah zal hem verrijken. Wie ook maar naar reinheid streeft, Allah zal hem rein maken. Wie ook maar doorzet en volhardt, Allah zal hem voorzien van geduld. Niemand wordt een beter en overvloediger geschenk gegeven dan geduld." (Al-Bukhari, Muslim, Maalik, Abu Dawud, Nisa'ee en Al-Tirmidi)


Hij (sallallahu ‘alayhi wasalam) beval zijn metgezellen niets van de mensen te vragen. In Sahih Muslim en andere boeken is er overgeleverd door 'Auf ibn Maalik (radiya Allahu anhu) dat de profeet (sallallahu ‘alayhi wasalam) toen hij de een trouw (Al-Bay' ah) accepteerde samen met een groep anderen, een geheim woord tegen hen fluisterde: "Vraag de mensen niets.' Daarna, als een zweep uit iemand van deze groep zijn hand viel, zeiden de sahaba (radiya Allahu anhuma) tegen niemand; 'Geef het aan mij.'


7


De verzen in de Koran hebben op vele plaatsen het bevel aangegeven iets aan de Schepper te vragen en het verbod aangegeven om de schepselen om iets te vragen: "…Dus als je je plicht hebt vervuld, sta dan op voor Allah's aanbidding. En richt (al je intenties en hoop en) je aanroepingen naar jouw Rabb." (Surat Al-Inshirah vers 7&8)


En de profeet (sallallahu ‘alayhi wasalam) heeft tegen ibn 'Abbas (radiya Allahu anhu) gezegd: "En als je ooit iemand om iets zal vragen, vraag Allah; en als je ooit hulp zoekt bij iemand, zoek dat dan bij Allah." (Vermeld al Tirmidi, Ahmad en al Hakim)


Allah (subhanahu Wata’ala) zegt in Surat Al-'Ankaboot: 17: "..Dus zoek alleen je onderhoud bij Allah.." Ook zegt Hij (subhnahu Wata’ala) in Surat An-Nisa: 32: "..En vraag Allah om zijn Goedertierenheid."


De mens moet datgene verkrijgen wat hij nodig heeft voor levensonderhoud en andere zaken en zich behoeden voor datgene wat hem schaadt. Voor beiden moet men smeken bij Allah Azza wa djal alleen. Dit betekent dat hij alleen Allah verzoekt om zijn levensonderhoud en alleen bij Allah (subhanahu Wata’ala) zich beklaagt over zijn moeilijkheden. Zoals Ja'qoeb (alayhi asslam) zei: "Ik beklaag mij slechts over mijn smart en droefenis bij Allah…" (Surat Yusuf: 86)


Allah (subhanahu Wata’ala) vermeld in de Koran, genadevolle vergeving, en uitstekend geduld. Genadevolle vergeving is vergeving zonder het iemand kwalijk te nemen, en uitstekend geduld is geduld zonder beklag tegen eng geschapen ding. Toen er voor Imam Ahmad ibn Hanbal (rahimahu Allah), gedurende zijn ziekte werd gelezen dat Tawus het geweeklaag van een zieke man haatte en gewoon was te


8


zeggen 'Het is een beklag', kreunde Ahmad niet tot hij stierf, moge Allah tevreden met hem zijn. Het beklag tegen de Schepper, spreekt uitstekend geduld niet tegen. Ja'coeb zei: "…Lijdzaam is goed…" (Surat Yusuf: 83)


Vervolgens zei hij: "Ik beklaag mij slechts over mijn smart en droefenis bij Allah…" (Surat Yusuf: 86)


Omar ibn al Khattab (radiya Allahu anhu) was eens Surat Yunus en Surat An-Nahl aan het reciteren in salaat Al-Fadjr. Toen hij in zijn recitatie bij deze Ayaah kwam huilde hij tot zijn gesnik in de laatste rijen te horen was.


Hoe meer het streven van de 'Abd begerig wordt naar de goedertierenheid van Allah (subhanahu Wata’ala) en Zijn Genade zijn behoefte te vervullen en kwaad van hem af te houden, hoe sterker zijn 'Uboodiyyah naar Allah wordt, en hoe groter zijn vrijheid van anderen dan Allah wordt. Begeerte voor een geschapen iets, dwingt de 'Uboodiyyah ernaar toe, terwijl het zich kunnen stellen zonder het geschapen iets het hart dwingt het geschapen iets te verwerpen. Zoals er gezegd wordt: "Stel het zonder diegene waar je van houdt en je wordt zijn gelijke, heb genade voor diegene van wie je houdt en je wordt zijn meester, en heb een behoefte voor diegene waarvan je houdt en wordt zijn gevangene."


De begeerte van een 'Abd naar iets van zijn Rabb, en zijn hoop in Hem alleen dwingen zijn 'Uboodiyyah naar Hem. De weigering van zijn hart om iets van Allah (subhanahu Wata’ala) te vragen en de weigering van zijn hart om hoop in Hem te hebben dwingen het hart afstand te doen van Al- 'Uboodiyyah naar Allah. Dit is voor als het geval met degene die hoop heeft in de schepselen en niet in de Schepper. Zijn hart zal dan of volkomen op zijn leiderschapspositie steunen, zijn soldaten, zijn volgelingen, en zijn


9


bezittingen of op zijn familie en vrienden, of op zijn rijkdom en schatten, of op zijn leiders en nobelen, zoals zijn meester, koning, Sheikh, bediende enz., of op degene die gestorven zijn of zullen sterven.


Allah (subhanau Wata’ala) zegt in Zijn Boek, Surat Al-Furqaan: 58: "En vertrouw op de Eeuwiglevende, Die niet sterft, en verkondig Zijn Lof; en Hij is Zich genoegzaam bewust van de zonden van Zijn ibaad (dienaren)"


Een ieder die zijn hart in beslag laat nemen door geschapen schepselen om hem te laten overwinnen of hem in de onderhoud te voorzien of hem zelfs te leiden, zal zijn hart onderwerpen aan hen (schepselen) en hij geeft zich over aan al 'Uboodiyyah (aan hen) gelijk aan het niveau waarop zijn hart gehecht is aan en afhankelijk is van hen. Ogenschijnlijk is hij hun meester die hun zaken behartigt en hen bestuurt. De persoon met verstand zal naar de waarheden kijken (de kern van de zaak) en niet naar het uiterlijk van de kwestie.


Wa'l Hamdulillahi Rabb Al-'Alamien Bron:


* “Al-'Uboodiyyah" van sheikh Al-Islam ibn Taymiyyah (rahimahu Allah)


1 0


www.islamhouse.com


Islam voor iedereen !



Recente berichten

WIE HEEFT HET UNIVERS ...

WIE HEEFT HET UNIVERSUM GESCHAPEN? EN WIE HEEFT MIJ GESCHAPEN? EN WAAROM?

De Islam is de religi ...

De Islam is de religie van de Heer der Werelden

DE ISLAM IS DE RELIGI ...

DE ISLAM IS DE RELIGIE VAN DE HEER DER WERELDEN

EEN BOODSCHAP VAN EEN ...

EEN BOODSCHAP VAN EEN MOSLIMPREKER AAN EEN CHRISTEN