De tong en zijn gevaren
Alle lof behoort aan Allah.
Door Shaykh Abd-ul-Muhsin Al-Abbaad uit zijn boek 'Rifqan
Ahlus-Sunnah bi Ahlis-Sunnah!'Vertaald door
www.AlMutaqqun.tk
Allah de Machtige en Majestueuze zegt:"O jullie die
geloven, vreest Allah en spreekt het ware woord. Hij zal
jullie goede daden aanvaarden en jullie je zonden vergeven.
En wie Allah en Zijn Boodschapper gehoorzaamt: waarlijk,
die heeft een geweldige triomf behaald." [Surah Al-Ahzaab
33:70-71]
Allah de Machtige en Majestueuze zegt ook:"O jullie die
geloven, vermijdt de meest kwade vermoedens. Voorwaar,
een deel van de kwade vermoedens zijn zonden. En
bespioneert elkaar niet en spreekt geen kwaad over elkaar in
elkaars afwezigheid. Zou iemand van jullie het vlees van
zijn dode broeder willen eten? Jullie zouden het zeker haten.
En vreest Allah. Voorwaar, Allah is Berouwaanvaardend,
Meest Barmhartig." [Surah Al-Hujuraat 49:12]
Allah de Verhevene zegt ook:"En voorzeker, Wij hebben de
mens geschapen en Wij weten wat zijn ziel hem influistert
en Wij zijn dichter bij hem dan zijn halsslagader. Wanneer
de twee ontvangers (Engelen) aan de rechterzijde en aan de
linkerzijde zitten te schrijven. Is er geen woord dat hij uit, of
aan zijn zijde bevindt zich een waker die gereed is." [Surah
Qaaf 50:16-18]
4
En Allah de Verhevene zegt: "En degenen die de gelovige
mannen en de gelovige vrouwen kwetsen, zonder dat zij iets
(slechts) hebben verricht: voorzeker, zij hebben laster en een
duidelijke zonde op zich geladen." [Surah Al-Ahzaab 33:58]
En Imam Muslim heeft overgeleverd op gezag van Abu
Hurairah (radiAllahu 'anhu) dat de Boodschapper van Allah
(sallAllahu 'alayhi wa salaam) zei:
"Weten jullie wat roddelen is?" Zij zeiden: "Allah en Zijn
Boodschapper weten het het beste." Hij zei: "Het is dat je
iets over je broeder zegt wat hem niet bevalt." Iemand vroeg:
"Stel dat het waar is wat ik over mijn broeder gezegd heb?"
Hij antwoordde: "Als het waar is wat je gezegd hebt, dan
heb je over hem geroddeld en als het niet waar is, dan heb je
hem belasterd." [1]
Allah de Machtige en Majestueuze zegt: "En volg niet dat
waarover je geen kennis hebt. Voorwaar, het gehoor en het
gezichtsvermogen en de harten: die zullen allen erover
ondervraagd worden." [Surah Al-Israa 17:36]
En in een andere hadith is overgeleverd door Imam Muslim
op gezag van Abu Hurairah (radiAllahu 'anhu) dat de
Boodschapper van Allah zei: "Waarlijk, Allah houdt van
drie dingen voor jullie en Hij verwerpt drie dingen voor
jullie. Hij is tevreden met jullie dat jullie Hem aanbidden en
niets met Hem vereenzelvigen (in aanbidding) en dat jullie je
allemaal tezamen vasthouden aan het koord van Allah en
niet uiteenvallen. En Hij verwerpt voor jullie qiela wa qaala
5
(wat er gezegd is en wat hij zei, m.a.w. onzinnige praat), voortdurend vragen stellen en het verspillen van geld." [2] En in een andere hadith is overgeleverd door Imam Muslim en Imam Al-Bukhaari op gezag van Abu Hurairah (radiAllahu 'anhu) dat de Boodschapper van Allah (sallAllahu 'alayhi wa salaam) zei: "Voor het nageslacht van Adam is zijn onvermijdelijke aandeel van ontucht en er is geen ontkomen aan. De ontucht van het oog is de wellustige blik en de ontucht van de oren is het luisteren naar wellustig (gezang of gepraat) en de ontucht van de tong is losbandige spraak en de ontucht van de hand is de wellustige greep (omhelzing) en de ontucht van de benen is de wandeling (naar de plaats waar hij ontucht wil begaan) en het hart smacht en verlangt (naar ontucht) en de geslachtsdelen zetten dat om in werkelijkheid of weerhouden zich van het overgeven aan de verleiding." [3] En in een andere hadith is overgeleverd door Imam Al-Bukhaari op gezag van 'Abd-Allah ibn 'Amr (radiAllahu 'anhu) dat de Profeet (sallAllahu 'alayhi wa salaam) gezegd heeft: "Een moslim is iemand die het vermijdt om moslims met zijn tong en handen te schaden." [4] En in een andere overlevering van dezelfde hadith: "Een man vroeg aan de Boodschapper van Allah (sallAllahu 'alayhi wa salaam): 'Wie onder de moslims is beter?' Hij antwoordde: 'Degene voor wiens hand en tong de moslims veilig zijn.'" [5]
6
Al-Hafidh ibn Hajar heeft in zijn verklaring van deze hadith gezegd: "Deze hadith is algemeen wat de tong betreft maar minder algemeen wat de hand betreft. Dat is omdat het voor de tong mogelijk is om te spreken over wat er in het verleden met mensen gebeurd is, wat er in het heden met hen gebeurt en wat er in de toekomst met hen zou kunnen gebeuren. De hand kan dit echter niet maar is wel in staat om hierin samen te werken met de tong door te schrijven, wat grote consequenties kan hebben." Dit is wat de dichter bedoelde met: De dag dat ik schreef, wist ik zeker, Dat mijn hand zou overlijden, Maar dat zijn geschriften zouden blijven, Beloond als zijn daden goed waren, Maar verantwoordelijk gehouden als zijn daden slecht waren.
En in een andere hadith is overgeleverd door Imam Al-Bukhaari op gezag van Sahl ibn Sa'd (radiAllahu 'anhu) dat de Boodschapper van Allah (sallAllahu 'alayhi wa salaam) zei: "Degene die (de eerbaarheid) kan garanderen van datgene wat zich tussen zijn twee kaakbeenderen bevindt (m.a.w. zijn tong) en datgene wat zich tussen zijn twee
7
benen bevindt (m.a.w. zijn geslachtsdeel): ik garandeer het Paradijs voor hem." [6] En in een andere hadith is overgeleverd door Imam Muslim en Imam al-Bukhaari op gezag van Abu Hurairah (radiAllahu 'anhu) dat de Boodschapper van Allah (sallAllahu 'alayhi wa salaam) zei:"Laat degene die in Allah en de Laatste Dag gelooft, het goede zeggen of zwijgen." [7] Imam An-Nawawi heeft in zijn uitleg van 40 Hadith over deze hadith gezegd: "Ash-Shaafi'i zei: 'De betekenis van deze hadith is: wanneer iemand wil spreken, moet hij eerst nadenken. Als het hem duidelijk wordt dat er geen kwaad schuilt in wat hij wil gaan zeggen, dan kan hij spreken. Als hem echter duidelijk wordt dat er wel kwaad schuilt in wat hij wil gaan zeggen, of zelfs wanneer hij niet zeker weet of er wel of geen kwaad schuilt in wat hij wil gaan zeggen, dan zou hij niet moeten spreken.'" Er is ook overgeleverd dat hij zei: "Als jullie allemaal een vel papier zouden kopen om (alles wat je gezegd hebt) te noteren, dan zijn er veel dingen die jullie niet gezegd zouden hebben."
Al-Imam Abu Haatim ibn Hibbaan al-Busti heeft in zijn boek 'Rawdat-ul-'Uqalaa wa Nuzhat-ul-Fudalaa' gezegd: "Het is voor elk intelligent persoon verplicht om te allen tijde te zwijgen totdat het nodig is voor hem om te spreken. Want hoe vaak heeft iemand spijt van wat hij gezegd heeft nadat hij het gezegd heeft en hoe zelden heeft iemand spijt van wat hij gezegd heeft als hij gezwegen heeft? En de mensen die het langst ongelukkig blijven en de meeste beproevingen doormaken, zijn degenen die getroffen zijn met een losse tong en een hard hart." [8]
8
Ibn Hibbaan heeft ook gezegd: "Het is voor de intelligente persoon verplicht om zijn oren twee keer zo vaak te gebruiken als zijn tong en zich te realiseren dat hij twee oren gekregen heeft en slechts één mond zodat hij meer gaat luisteren dan hij spreekt. Dat is omdat hij spijt zou kunnen krijgen van wat hij gezegd heeft, wanneer hij spreekt, maar als hij zwijgt, dan zal hij niets hebben om spijt van te hebben. Het is immers gemakkelijker om terug te nemen wat je nooit gezegd hebt, maar zodra een woord uitgesproken is, bezit het zijn spreker, maar als het nooit uitgesproken is, blijft dit het eigendom van degene die het nooit uitgesproken heeft." [9] Ibn Hibbaan heeft ook gezegd: "De tong van de intelligente persoon schuilt achter zijn hart zodat hij zijn hart raadpleegt wanneer hij iets wil zeggen. Als er gedacht wordt dat hij zou moeten spreken dan doet hij dat maar zo niet, dan zwijgt hij. Bij de onwetende persoon bevindt het hart zich echter op het puntje van zijn tong, dus spreekt hij zonder na te denken. En degene die zijn tong niet bewaakt, begrijpt zijn religie (islam) niet." [10] En in een andere hadith is overgeleverd door Imam Al-Bukhaari en Imam Muslim op gezag van Abu Hurairah (radiAllahu 'anhu) dat de Boodschapper van Allah (sallAllahu 'alayhi wa salaam) zei:
"Waarlijk, een dienaar kan een woord spreken zonder zich te bedenken of het goed of slecht is en kan daardoor verder in het Hellevuur vallen dan de afstand tussen het oosten en het westen." [11]
9
En aan het eind van een hadith die overgeleverd is door Imam At-Tirmidhi, zegt de Profeet (sallAllahu 'alayhi wa salaam) in zijn advies aan Mu'aadh ibn Jabal (radiAllahu 'anhu): "...Worden mensen op hun gezichten of op hun neuzen het Hellevuur ingeworpen om iets anders dan wat hun tongen geoogst hebben?!" [12] De Profeet (sallAllahu 'alayhi wa salaam) zei dat als antwoord op de vraag van Mu'aadh ibn Jabal (radiAllahu 'anhu): "O Profeet van Allah, worden we verantwoordelijk gehouden voor wat we ermee zeggen (m.a.w. met onze tongen)?" Al-Hafidh ibn Rajab heeft in zijn boek 'Jaami' Al-'Uloem wal-Hikam' gezegd: "De betekenis van 'wat hun tongen geoogst hebben' is: vergelding en bestraffing voor verboden spraak. Waarlijk, de mensheid zaait met zowel zijn goede als zijn slechte spraak en daden en op de Dag des Oordeels oogst hij wat hij gezaaid heeft. Degene die goede spraak en daden gezaaid heeft, zal een goede en royale oogst vergaren, maar degene die slechte spraak en daden gezaaid heeft, zal een oogst van spijt vergaren!" [13] Hij heeft ook gezegd: "Deze hadith is het bewijs dat het bedwingen van de tong en het scherp onder controle houden ervan de basis is voor al het goede! En degene die zijn tong onder controle houdt, heeft controle over zijn zaak." [14]
En het is overgeleverd dat Yunus ibn 'Ubayd gezegd heeft: "Ik heb nooit iemand gezien die behoedzaam was voor zijn
10
tong zonder dat het een goed effect had op de rest van zijn daden en handelingen!" Zo is er ook overgeleverd dat Yahya ibn Abi Kathir gezegd heeft: "Ik heb nooit gezien dat de spraak van iemand goed was zonder dat ik ook zag dat de rest van zijn daden en handelingen goed was. En ik heb nooit gezien dat de spraak van iemand slechts was zonder dat ik ook zag dat de rest van zijn daden en handelingen slecht was." En in een andere hadith is overgeleverd door Imam Muslim op gezag van Abu Hurairah (radiAllahu 'anhu) dat de Boodschapper van Allah (sallAllahu 'alayhi wa salaam) zei: "Weten jullie wie degene is die failliet is?" De Metgezellen zeiden: "Degene die failliet is, is degene die geen geld of voorzieningen heeft." De Boodschapper van Allah (sallAllahu 'alayhi wa salaam) antwoordde: "Degene die failliet is van mijn Ummah, is degene die op de Dag des Oordeels komt terwijl hij het gebed verricht heeft, gevast heeft en zakaat gegeven heeft. Maar naast dit alles heeft hij deze persoon mishandeld en die persoon belasterd en de rijkdom van die persoon verorberd, onwettig het bloed van die persoon vergoten en die persoon geslagen. Deze mensen zullen van zijn goede daden nemen. Als zijn goede daden echter uitgeput zijn, dan zullen hun zonden op hem geplaatst worden en dan zal hij in het vuur gegooid worden." [15]
Aan het eind van een lange hadith is overgeleverd door Imam Muslim op gezag van Abu Hurairah (radiAllahu 'anhu) dat de Boodschapper van Allah (sallAllahu 'alayhi wa
11
salaam) zei: "...Het is al voldoende als ernstig kwaad dat een moslim zijn moslimbroeder veracht. Alle zaken van een moslim zijn onschendbaar voor een andere moslim: zijn bloed, zijn rijkdom en zijn eer." [16] En in een andere hadith is overgeleverd door Imam Al-Bukhaari en Imam Muslim dat Ibn 'Abbaas (radiAllahu 'anhu) zei: "De Boodschapper van Allah (sallAllahu 'alayhi wa salaam) sprak de mensen toe op de Dag van Nahr (de 10de dag van Dhul Hijjah) en zei: 'O mensen! Wat voor dag is het vandaag?' Zij zeiden: 'Het is een heilige dag.' Toen vroeg hij: 'Wat voor stad is dit?' Zij zeiden: 'Het is een heilige stad.' Toen vroeg hij: 'Wat voor maand is dit?' Zij zeiden: 'Het is een heilige maand.' Toen zei hij: 'Jullie bloed en jullie eigendommen en jullie eer zijn zonder twijfel heilig voor elkaar zoals de heiligheid van deze dag van ons, in deze stad van ons, in deze maand van ons.' En de Boodschapper van Allah (sallAllahu 'alayhi wa salaam) herhaalde dit keer op keer. Daarna hief hij zijn hoofd en zei: 'O Allah! Heb ik (Uw Boodschap aan hen) overgedragen? O Allah! Heb ik (Uw Boodschap aan hen) overgedragen?'" Ibn Abbaas voegde er aan toe: "Bij Hem in Wiens Hand mijn ziel rust, dit was de wasiyyah (wilsbeschikking) van de Profeet die hij voor zijn natie achterliet - Het is verplicht voor de aanwezigen om deze informatie over te dragen aan degenen die afwezig zijn. Keer na mij niet terug tot ongeloof, door elkaar naar de nekken te vliegen." [17]
12
En in een andere hadith is overgeleverd door Imam Muslim op gezag van Abu Hurairah (radiAllahu 'anhu) dat de Boodschapper van Allah (sallAllahu 'alayhi wa salaam) zei: "Voor degene die (mensen) opgeroepen heeft tot de juiste leiding, wordt een beloning (verzekerd) gelijk aan de beloningen van degenen die (de leiding) gevolgd hebben, zonder dat hun beloningen op enige manier verminderd worden. En degene die (mensen) opgeroepen heeft tot misleiding, krijgt de zonden over zich van degenen die het gevolgd hebben, zonder dat hun zonden op enige manier verminderd worden." [18] In het boek 'At-Targhrib wa At-Tarhib' heeft Al-Hafidh Al-Mundhiri in zijn toelichting op deze hadith gezegd: "Wanneer een persoon overlijdt, komen zijn daden ten einden behalve drie: doorlopend liefdadigheidswerk, profijtvolle kennis en een rechtschapen kind dat smeekbeden tot Allah verricht voor hem (de overledene)." [19]
"Deze hadith en andere soortgelijke ahadith bewijzen dat degene die profijtvolle kennis opschrijft hiervoor een beloning ontvangt na zijn dood, evenals een beloning voor iedere persoon die het leest, of het kopieert (of eruit citeert), of ermee in overeenstemming handelt, voor zolang als zijn geschriften blijven bestaan en de mensen ermee in overeenstemming blijven handelen. En degene die iets zondigs opschrijft, zal na zijn dood de zonden over zich krijgen van degenen die het gelezen hebben, of het gekopieerd hebben (of eruit geciteerd hebben), of ermee in
13
overeenstemming gehandeld hebben, voor zolang als zijn geschriften blijven bestaan en de mensen ermee in overeenstemming blijven handelen. Dit wordt ook bewezen door de eerdergenoemde hadith over degenen die een goede sunnah vestigen en degenen die een slechte sunnah vestigen, en Allah weet het het beste. [20] En in een andere hadith is overgeleverd door Imam Al-Bukhaari op gezag van Abu Hurairah (radiAllahu 'anhu) dat de Boodschapper van Allah (sallAllahu 'alayhi wa salaam) zei:"Ik zal de oorloge verklaren aan degene die vijandigheid toont tegenover een vrome aanbidder van Mij..." [21] [1] Sahih Muslim [2] Sahih Muslim en zowel Al-Bukhaari als Muslim hebben een andere hadith overgeleverd die alleen de drie verworpen zaken noemt. [3] Sahih Al-Bukhaari en Sahih Muslim [4] Sahih Al-Bukhaari [5] Sahih Muslim. Imam Muslim heeft ook een hadith overgeleverd op gezag van Jaabir ibn Abd-Allah (radiAllahu 'anhu) met dezelfde bewoording als de hadith die overgeleverd is door Imam Al-Bukhaari op gezag van Abd-Allah ibn 'Umar. [6] Sahih Al-Bukhaari
14
[7] Sahih Al-Bukhaari en Sahih Muslim [8] Rawdat-ul-'Uqalaa wa Nuzhat-ul-Fudalaa (blz.45) [9] Rawdat-ul-'Uqalaa wa Nuzhat-ul-Fudalaa (blz.47) [10] Rawdat-ul-'Uqalaa wa Nuzhat-ul-Fudalaa (blz.49) [11] Sahih Al-Bukhaari en Sahih Muslim
[12] Overgeleverd door Imam At-Tirmidhi en authentiek verklaard door Shaykh Al-Albaani in Sahih Sunan At-Tirmidhi. De volledige hadith luidt: "Ik vergezelde de Profeet (sallAllahu 'alayhi wa salaam) op een reis Op een dag was ik vlakbij hem terwijl we aan het reizen waren en ik zei tegen hem: 'Vertel me iets wat ik kan doen waardoor ik het Paradijs zal binnengaan en wat me ver van het Hellevuur houdt.' Hij zei: 'Je hebt me over iets groots gevraagd. Maar het is gemakkelijk voor degene voor wie Allah het gemakkelijk maakt: aanbid Allah en vereenzelvig niets met Hem in aanbidding en onderhoud de (vijf dagelijkse verplichte) gebeden en betaal zakaat en vast de maand Ramadan en verricht de bedevaart naar Mekka.' Toen zei hij: 'Zal ik je vertellen over de deuren naar goedheid? Vasten is een schild en uitgeven in liefdadigheid wist de zonden zoals water een vuur dooft, en ook het gebed van een persoon midden in de nacht.' Toen reciteerde hij: 'Hun zijden mijden de slaapplaatsen, zij roepen hun Heer aan, vrezend en hopend. En zij geven uit van dat waar Wij hun mee voorzagen. En geen ziel weet welke verkoeling van de ogen voor hen verborgen wordt gehouden, als beloning voor wat zij plachten te doen.' [Surah as-Sajda 32:16-17] Toen zei hij:
15
'Zal ik je vertellen over het hoofd van deze hele zaak en de zuil (waarop het rust) en zijn piek?' Ik zei: 'Ja, O Boodschapper van Allah!' Hij zei: 'Het hoofd van deze zaak is Islam en de zuil (waarop het rust) is het gebed en zijn piek is jihad.' Toen zei hij: 'Zal ik je vertellen over de essentiële hoofdvereiste van dat alles (m.a.w. datgene wat voorkomt dat de beloning voor dat alles weggenomen wordt)?' Ik zei: 'Ja, O Boodschapper van Allah!' Hij pakte zijn tong beet en zei: 'Bedwing dit.' Ik zei: 'O Boodschapper van Allah, worden we verantwoordelijk gehouden voor wat we ermee zeggen?' Hij zei: 'Moge jouw moeder van jou beroofd worden (een uitdrukking van afkeur). O Mu'aadh! Worden mensen op hun gezichten of op hun neuzen het Hellevuur ingeworpen om iets anders dan wat hun tongen geoogst hebben?'" [13] Jaami' Al-'Uloomi wal-Hikam (Deel 2, blz. 146) [14] Jaami' Al-'Uloomi wal-Hikam (Deel 2, blz. 149) [15] Sahih Muslim [16] Sahih Muslim. [17] Sahih Al-Bukhaari en Sahih Muslim [18] Sahih Muslim
[19] Overgeleverd door Imam At-Tirmidhi en authentiek verklaard door Shaykh Al-Albaani in Sahih Sunan At-Tirmidhi.
16
[20] At-Targhib wa At-Tarhib (Deel 1, blz. 65) [21] Sahih Al-Bukhaari.