De wijsheden van Ibn almoebarak
Tien lessen die Ibn al-Moebarak ons heeft geleerd
'Abdoellah ibn al-Moebaarak was een geleerde die bekend stond
om het tegelijkertijd combineren van talrijke deugdzame
eigenschappen. Sterker nog, zijn vrienden zouden samen zitten en
alle goede dingen die deel uitmaakten van zijn karakter en
persoonlijkheid tellen. Adh-Dhahabie verhaalde dat zij zeiden:
"Laten we zitten en alle goede eigenschappen tellen die Ibn al-
Moebaarak heeft." Zodoende eindigden zij in de opsomming:
“Kennis, fiqh, literatuur, grammatica, taal, zoehd (ascetisme),
welsprekendheid, poëzie, 's nachts bidden, aanbidding, h'adj,
djihaad, dapperheid, instinct, kracht, weinig spreken over dat wat
hem niet aanging, redelijkheid, en geen conflicten met zijn
metgezellen.”
Wanneer iemand zijn levensverhaal leest, zal hij exact dit zien en hij kan niet anders dan bondige, maar krachtige lessen halen uit het leven van deze man:
1- Hoe slecht je ook denkt te zijn, je kunt altijd beter worden In Tartieb al-Madaarik (1/159) vermelde al-Qaadie ‘Iyad dat Ibn al-Moebaarak gevraagd werd over de omstandigheden waarin hij begon te studeren. Hij antwoordde: "Ik was een jongere die wijn dronk en van muziek hield en van zingen terwijl ik deelnam aan deze walgelijke daden. Aldus verzamelde ik wat vrienden in één van mijn tuinen waar zoete appels waren, en we aten en dronken, tot we bewusteloos raakten terwijl we dronken waren. Aan het einde van de nacht werd ik wakker en ik pakte een besnaarde oud (een gitaarachtig muziekinstrument) en ik begon te zingen: “Is het
4
nog geen tijd dat je genade met ons hebt * En dat wij strijden
tegen diegenen die ons bekritiseren?”
En ik was niet instaat om de woorden uit te spreken, zoals ik van
plan was. Toen ik het weer probeerde, begon de oud tegen me te
spreken alsof het een mens was en zei het Vers: "Is het voor
diegenen die geloven nog geen tijd, dat hun harten zich
vernederen voor het gedenken van Allah?" [Soerat al-H'adied
(57), aayah 16.] Dus ik zei: "Ja, O Heer!" En ik brak de oud,
vergoot de wijn en mijn berouw kwam met volledige zekerheid
door de Barmhartigheid van Allah, en ik richtte me (vervolgens)
op kennis en aanbidding."
2 Je moet omgaan met eervolle mensen
In Sifat as-Safwah (2/323) vermeldde Ibn al-Djawzie: “Ibn al-
Moebaarak's huis in Marw was enorm. Het had een afmeting van
vijftig vierkante meter. Er was geen persoon die bekend stond om
kennis, aanbidding, mannelijkheid, of hoge status in Marw of je
zag hem in zijn huis."
3 Je moet een behulpzame gast zijn
In Sifat as-Safwah (2/324) is verhaald dat wanneer de zoon van
an-Nadr ibn Moh'ammed trouwde, hij Ibn al-Moebaarak
uitnodigde, "en toen hij arriveerde, stond Ibn al-Moebaarak op
om de gasten te serveren. An-Nadr stond hem dit niet toe en hij
zwoor dat hij hem anders zou vertellen dat hij weg moest gaan,
totdat hij uiteindelijk ging zitten."
4 Je moet geld geven aan de armen
In Sifat as-Safwah (2/327) verhaalde Ibn al-Djawzie dat Ibn al-
Moebaarak “honderdduizend dirhams per jaar zou uitgeven aan
de armen." (Zie H'adieth van de Maand - mei 2010)
5
5 Je moet altijd geleende artikelen teruggeven aan de eigenaren,Sifat as-Safwah (2/329), zegt al-H'asan ibn ‘Arafah dat ‘Abdoellaah ibn al-Moebaarak hem vertelde: “Ik leende een pen van iemand in Shaam, en ik nam me voor om het terug te geven aan zijn eigenaar. Toen ik in Marw arriveerde (Turkmenistan!), zag ik dat ik het nog steeds bij me had. Aboe ‘Aliy (al-H'asan's koenya - bijnaam) ging helemaal terug naar al-Shaam om de pen terug te geven aan zijn eigenaar!" (Zie H'adieth van de Maand - April 2010)
6 Je moet moedig zijn, en je goede daden verbergen In Sifat as-Safwah (2/329), zegt ‘Abdah ibn Soelaymaan: “We waren op een expeditie in het land van de Romeinen met ‘Abdoellaah ibn al-Moebaarak. We ontmoetten de vijand, en toen de twee legers elkaar ontmoetten, kwam er een man vanuit hun midden die riep voor een duel. Een van onze mannen ging naar hem toe en hij duelleerde met hem voor een uur, hij verwondde hem en doodde hem. Een andere man kwam, en hij doodde hem. Hij riep voor nog een duel, en andere man kwam. Ze duelleerden voor een uur, en hij verwondde en doodde ook hem. De mensen verzamelden zich om deze man, en ik was met hen, en ik zag dat hij zijn gezicht verborgen hield achter zijn mouw. Ik pakte de rand van zijn mouw en trok het weg, om te ontdekken dat het 'Abdoellaah ibn al-Moebaarak was." En in de versie verhaald door adh-Dhahabie liet hij hem zweren om niet zijn identiteit kenbaar te maken tot de dag dat hij zou sterven. (Zie H'adieth van de Maand - Maart 2011)
7 Je moet een zacht hart hebben In Sifat as-Safwah (2/330) zegt al-Qaasim ibn Moh'ammed: “We waren op reis met Ibn al-Moebaarak, en ik vroeg mezelf altijd af: wat is er zo bijzonder aan deze man waardoor hij zo beroemd is? Als (het is omdat) hij bidt, dat doen wij ook. Als (het is omdat) hij
6
vast, dat doen wij ook. Als (het is omdat) hij vecht, dat doen wij ook. Als (het is omdat) hij h'adj verricht, dat doen wij ook.
Op een nacht brachten we de nacht door in een huis tijdens onze
reis op weg naar Shaam. De lamp ging uit en sommigen van ons
werden wakker. Dus hij pakte de lamp om buiten het licht aan te
steken, en hij bleef een tijdje buiten. Toen hij terug kwam, ving ik
een glimp op van Ibn al-Moebaarak's gezicht, en ik zag dat zijn
baard nat was van zijn tranen. Ik zei tegen mezelf: "Het is de vrees
voor Allah wat deze man beter heeft gemaakt dan ons. Toen het
licht uitging en we in het donker waren, herinnerde hij zich de
Dag der Opstanding."
8 Je moet gul zijn tegenover je vrienden
In Sifat as-Safwah (2/329) zegt Ismaa'iel ibn ‘Ayyash: “Ik ken niet
één goede eigenschap, of Allah heeft deze geplaatst in
‘Abdoellaah ibn al-Moebaarak. Mijn vrienden vertelde mij dat zij
met hem reisden van Egypte naar Mekkah, en hij serveerden hen
khabis (een zoet meel gerecht) terwijl hij de gehele reis vastte."
9 Je moet niet toegeven aan de influisteringen van shaytaan In Tartieb al-Madaarik (1/159) is verhaald dat Ibn al-Moebaarak woedoe-e aan het verrichten was, en de satan kwam naar hem toe en zei: "Je hebt niet over dit gedeelte van je lichaam geveegd." Ibn al-Moebaarak zei: “Dat heb ik wel gedaan.” Satan zei: “Nee, dat heb je niet gedaan.” Dus Ibn al-Moebaarak zei: “Jij bent degene die iets beweert, en daarom moet jij bewijs brengen om je bewering te ondersteunen."
10 Je moet oprecht bidden voor mensen om hen de Islam te laten accepteren In Tartieb al-Madaarik (1/162) is het overgeleverd dat al-H'asan
7
ibn ‘Iesaa ibn Sirdjis - een christen - langs Ibn al-Moebaarak liep. Ibn al-Moebaarak vroeg wie hij was, en er werd hem verteld: “Hij is een christen.” Dus zei Ibn al-Moebaarak: “O Allah! Geef hem de Islam.” Allah beantwoordde zijn doe'aa-e en al-H'asan werd een uitmuntende moslim, hij reisde om kennis te zoeken en hij werd een van de geleerden van de oemmah."
Leer onze helden kennen, en volg het voorbeeld van de rolmodellen van onze oemmah!