De Boeddhistische
geschriften
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle
1. De Boeddhistische geschriften
Historische kritiek heeft bewezen dat men de originele
leer van Boeddha [de Indische prins Gautama (+/- 560-
480 v.C.) nooit te weten kan komen. Het blijkt dat
Gautama Boeddha's leerstellingen door zijn discipelen uit
het hoofd werden geleerd. Na de dood van Boeddha werd
er een vergadering (bespreking) gehouden in Rajagaha,
zodat de woorden van Boeddha konden worden
gereciteerd en men het met elkaar hierover eens kon
worden. Er waren verschillende meningen en
tegenstrijdige herinneringen tijdens de vergadering.
De mening van Kayshapa en Ananda, die belangrijke
discipelen waren van Boeddha, werd de voorkeur
gegeven. Honderd jaar later werd een tweede vergadering
(bijeenkomst) gehouden in Vesali. Pas 400 jaar na de
dood van Boeddha werden zijn leer en leerstellingen
opgeschreven. Er werd weinig aandacht gegeven aan de
authenticiteit, onvervalstheid en zuiverheid van deze
zaken.
Boeddhistische Geschriften kunnen worden
opgedeeld in Pali en Sanskrit Literatuur:
4
Pali Literatuur: de Pali Literatuur (letterkunde) werd
gemonopoliseerd door de Hinayana sekte van het
Boeddhisme.
Tri Pitaka: de belangrijkste van alle Boeddhistische
Geschriften is de TRI-PITAKA, die in Pali tekst is. Het
wordt verondersteld de vroegste (oudste) opgeschreven
Boeddhistische literatuur te zijn, het is geschreven in de
1ste eeuw voor Christus. De TRI-PITAKA of de Drie
Baskets van de wet is samengesteld uit drie boeken:
1. Vinaya Pitaka: ‘Regels van Gedrag” - Dit is een boek
van discipline en heeft voornamelijk te maken met de
regels van de orde.
2. Sutta Pitaka: ‘Gesprekken' - Het is een collectie van
preken en dialogen (gesprekken) van Gautama Boeddha
en gebeurtenissen in zijn leven. Het is de meest
belangrijke Pitaka en bevat vijf divisies, bekend als:
Nikayas. Dhammapada is de meest bekende Pali
literatuur en bevat aforismes en korte verklaringen die de
waarheid verslaan.
3. Abhidhamma: 'Analyses van de Leer' - Deze derde
basket bevat bovennatuurlijke leerstellingen en staat
bekend als Boeddhistische bovennatuurlijkheid. Het is
een analytische en logische uitvoerige behandeling van de
twee eerste pitakas. Het bevat analyses en verklaringen
van de Boeddhistische leer.
5
Sanskrit Literatuur: Sanskrit Literatuur was de voorkeur van de Mahayana. Sanskrit Literatuur is nog niet samengevat tot een collectie of een Algemene Richtsnoer (lijst van erkende heilige boeken) zoals de Pali Literatuur. Dus veel van de originele Sanskrit Literatuur is verloren gegaan. Sommigen werden vertaald in andere talen zoals Chinees en worden nu weer terugvertaald in het Sanskrit.
Maha vastu: ‘Subliem Verhaal' - Mahavastu is het bekendste werk in het Sanskrit, welke is hersteld vanuit zijn Chinese vertaling. Het bevat grote collecties van legendarische verhalen.
Lalitavistara - Lalitavistara is een van de heiligste werken van de Sanskrit Literatuur. Het komt uit de eerste eeuw, 500 jaar na de dood van Boeddha. Het bevat wonderen die de bijgelovige mensen toekennen aan Boeddha.
2 Leerstellingen van Boeddha
Nobele waarheden:
De voornaamste leerstellingen van Gautama Boeddha kunnen worden opgesomd in, wat de Boeddhisten de “Vier Nobele Waarheden” noemen.
6
Eerste – Er is lijden en ellende in het leven
Tweede – De oorzaak van het lijden en de ellende is verlangen
Derde – Lijden en ellende kunnen worden verwijderd door het verlangen te verwijderen
Vierde – Verlangen kan worden verwijderd door het Acht Voudige Pad te volgen
Het Nobele Achtvoudige Pad:
Goede (correcte/juiste) Intentie
Goede Gedachten
Goede Spraak
Goede Handelingen
Goed Levensonderhoud
Goede Inspanning (prestaties)
Goede Opmerkzaamheid
Goede Meditatie
7
Nirvana:
Nirvana betekent letterlijk: “het doen uitsterven, het doven, uitblazen.” Volgens het Boeddhisme is dit het ultieme doel van het leven en kan met verschillende woorden worden omschreven. Het is een beëindiging van alle ellende en verdriet, dat kan worden bereikt door alle verlangens te verwijderen, door het volgen van het Acht Voudige Pad.
3 De filosofie van het Boeddhisme is tegenstrijdig:
Zoals al eerder is vermeld, zijn de voornaamste leerstellingen van het Boeddhisme opgesomd in de Vier Nobele Waarheden:
(i) Er is lijden en ellende in het leven
(ii) De oorzaak van het lijden en de ellende is verlangen
(iii) Lijden en ellende kunnen worden verwijderd door het verlangen te verwijderen
(iv) Verlangen kan worden verwijderd door het Acht Voudige Pad te volgen
Deze filosofie van het Boeddhisme is tegenstrijdig of zijn doel voorbijstrevend, want de derde waarheid zegt ‘lijden en ellende kan worden verwijderd door het
8
verlangen te verwijderen' en de vierde waarheid zegt dat ‘verlangen kan worden verwijderd door het Acht Voudige Pad te volgen.'
Nu…, voor elke persoon die het Boeddhisme volgt zou eerst het verlangen moeten hebben om De Vier Nobele Waarheden en Het Acht Voudige Pad te volgen. De Derde Nobele Waarheid zegt dat het verlangen zou moeten worden verwijderd. Als je verlangen hebt verwijderd, hoe kunnen we dan de Vierde Nobele Waarheid volgen (Het volgen van het Acht Voudige Pad, zonder dat we het verlangen hebben om het Acht Voudige Pad te volgen), verlangen kan niet worden verwijderd. Het is zowel tegenstrijdig en zijn doel voorbijstrevend om te zeggen dat verlangen wordt verwijderd door het continu hebben van verlangen.
4 Het denkbeeld van God
Boeddha was stil over het bestaan of het niet-bestaan van God. Het kan zo zijn, omdat India overliep van afgoderij en antropomorfisme (het toekennen van specifiek menselijke eigenschappen, gedachten en gevoelens aan niet-menselijke wezens of aan levenloze dingen), dat een plotselinge stap naar het monotheïsme te drastisch zou zijn en vandaar dat Boeddha ervoor gekozen kan hebben om stil te blijven met betrekking tot het onderwerp God.
9
Hij ontkende het bestaan van God niet. Boeddha was eens gevraagd door een discipel of God bestaat? Hij weigerde om antwoord te geven. Toen er druk werd gezet, zei hij dat als je lijdt aan een buikpijn, zou jij je dan concentreren op de pijnbestrijding of zou je de gebruiksaanwijzing van de arts bestuderen. “Het is niet mijn zaak of de jouwe om uit te vinden of er een God is – onze zaak is om de ellenden van deze wereld te verwijderen.”
Het Boeddisme bracht Dhamma of de ‘onpersoonlijke wet' in plaats van God. Echter kon dit niet de begeerte van de mens vervullen en de religie van zelf-help, moest worden veranderd in een religie van belofte en hoop. De Hinayana sekte kon geen enkele belofte van de ogenschijnlijke hulp houden aan de mensen. De Mahayana sekte leerde dat Boeddha's waakvolle en barmhartige ogen waren gericht op alle mensen, dus ze maakten van Boeddha een god. Veel geleerden beschouwen de evolutie van 'god' binnen het Boeddisme als een gevolg van het Hinduïsme.
Veel boeddhisten namen de locale god aan, dus de religie van ‘Geen-God' werd getransformeerd in een religie van ‘Veel-Goden' – groot en klein, sterk en zwak, mannelijk en vrouwelijk. De ‘Man-God' verschijnt op de aarde in een menselijke vorm en reïncarneert van tijd tot tijd. Boeddha was tegen het kasten-stelsel wat overheersend is in de Hindu gemeenschap.
1 0
5 Mohammed (saws) in de Boeddhistische geschriften:
Boeddha voorspelde de komst van een Maitreya: bijna alle Boeddistische geschriften bevatten deze voorspellingen. Het staat in Chakkavatti Sinhnad Suttanta D.III, 76: "There will arise in the world a Buddha named Maitreya (the benevolent one) a holy one, a supreme one, an enlightened one, endowed with wisdom in conduct, auspicious, knowing the universe: "What he has realized by his own supernatural knowledge he will publish to this universe. He will preach his religion, glorious in its origin, glorious at its climax, glorious at the goal, in the spirit and the letter. He will proclaim a religious life, wholly perfect and thoroughly pure; even as I now preach my religion and a like life do proclaim. He will keep up the society of monks numbering many thousands, even as now I keep up a society of monks numbering many hundreds."
Volgens de Heilige Boeken van het Oosten, volume 35, pg 225: "It is said that I am not an only Buddha upon whom the leadership and order is dependent. After me another Buddha maitreya of such and such virtues will come. I am now the leader of hundreds, he will be the leader of thousands."
Volgens het Evangelie van Buddha, door Carus pg. 217 en 218 (Van Ceylon bronnen):
1 1
"Ananda said to the Blessed One, ‘Who shall teach us when thou art gone?'
And the Blessed one replied, 'I am not the first Buddha who came upon the earth nor shall I be the last. In due time another Buddha will arise in the world, a holy one, a supremely enlightened one, endowed with wisdom in conduct, auspicious, knowing the universe, an incomparable leader of men, a master of angels and mortals. He will reveal to you the same eternal truths, which I have taught you. He will preach his religion, glorious in its origin, glorious at the climax and glorious at the goal. He will proclaim a religious life, wholly perfect and pure such as I now proclaim. His disciples will number many thousands while mine number many hundreds.'
Ananda said, 'How shall we know him?'
The Blessed one replied, 'He will be known as Maitreya'."
Het Sanskrit woord ‘Maitreya' of zijn equivalent in Pali ‘Metteyya', betekend geliefd, medelevend, barmhartig, genadevol en welwillend, liefdadig. Het betekent ook vriendelijkheid, sympathie etc. Een Arabisch woord dat hetzelfde betekend, equivalent is aan al deze worden is ‘Rah'mat', In de Qor-aan in Soerat Al-Anbiyaa-e lezen we: “En Wij hebben jou (O Mohammed)
1 2
slechts gezonden als een barmhartigheid voor de wereld.” (Qor-aan 21:107)
De profeet Mohammed (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) werd de genadevolle, barmhartige genoemd, wat ‘Maitri' betekent.
De woorden Barmhartig en Barmhartigheid worden niet minder dan 409 keer genoemd in de Heilige Qor-aan. Elk hoofdstuk van de Heilige Qor-aan, behalve hoofdstuk 9 (Soerat at-Tawbah), begint met de wonderschone formulering: Bismillaah ar-Rah'maan ar-Rah'iem, wat betekend: in de Naam van Allah, de Erbarmer, de Meest Barmhartige.
Het woord Mohammed wordt ook geschreven als Mah'amet of Mah'omet en op veel andere manieren in verschillende talen. Het woord ‘Maho' of ‘Maha' betekend in het Pali en in het Sanskrit: Groot en Vermaard, en ‘Metta' betekend genade. Dus ‘Mahomet' betekent ‘Grote Genade'.
Boeddha's leer was esoterisch en exoterisch (esoterisch is een aanduiding voor opvattingen en ideeën die alleen voor een kring van ingewijden bestemd waren, dit in tegenstelling tot exoterisch: voor iedereen toegankelijk):
1 3
Volgens de Sacred Books of the East, volume 11, pg. 36 Maha-Parinibbana Sutta, hoofdstuk 2 vers 32:
"I have preached the truth without making any distinction between exoteric and esoteric doctrine, for in respect of truths, Ananda, the Tathagata has no such thing as the closed fist of a teacher, who keeps something back."
Volgens de Heilige Boeken van het Oosten, volume 11, pg. 36 Maha-Parinibbana Sutta, hoofdstuk 2, vers 32: “Ik heb de waarheid geproken, zonder een onderscheiding te maken tussen exoterische en esoterische leer, voor het respect van de waarheid, Ananda en Tathagata hadden niets zoiets als een gesloten vuist van een leraar die iets achterhield.'
De profeet Mohammed (Allah's vrede en zegeningen
zijn met hem) gaf op bevel van de Almachtige God de
boodschap en leer, zonder enig onderscheidt te maken
tussen esoterisch en exoterisch. De Qor-aan werd in het
openbaar gereciteerd in de tijd van de profeet (Allah's
vrede en zegeningen zijn met hem) en het wordt tot op de
dag van vandaag nog steeds zo gedaan. De profeet
(Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) had de
moslims ten strengste verboden om de leer verborgen te
houden.
Toegewijde dienaren van de Boeddhas:
1 4
Volgens de Sacred Books of the East, volume 11, pg. 97, Maha-Parinibbana Sutta, hoofdstuk 5 vers 36:
"Then the Blessed one addressed the brethren, and said, ‘Whosoever, brethren have been Arahat-Buddhas through the long ages of the past, they were servitors just as devoted to those Blessed ones as Ananda has been to me. And who so ever brethren shall be the Arahat-Buddhas of the future, there shall be servitors as devoted to those Blessed ones as Ananda has been to me'."
De (toegewijde) dienaar van Boeddha was Ananda. Mohammed (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) had ook een dienaar, genaamd Anas (moge Allah tevreden zijn met hem), hij was de zoon van Maalik. Anas (moge Allah tevreden zijn met hem) werd door zijn ouders voorgesteld aan de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem). Anas (moge Allah tevreden zijn met hem) verhaalde: "Mijn moeder zei tegen hem: "O boodschapper van Allah, hier is jou kleine (huis)knecht.” Anas verhaalde verder: “Ik bediende hem van de tijd dat ik 8 jaar oud was en de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) noemde mij zijn zoon en zijn kleine geliefde.” Anas (moge Allah tevreden zijn met hem) verbleef bij de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) in vrede en oorlog, zowel in veiligheid als in gevaar, tot het einde van zijn leven.
1 5
Anas (moge Allah tevreden zijn met hem), zelfs toen hij 11 jaar oud was, bleef naast de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) staan gedurende de slag van Oeh'oed, waar het leven van de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) in groot gevaar was.
Zelfs gedurende de slag van Hoenayn, toen de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) was omsingeld door de vijanden (boogschutters), stond Anas, die toen 16 jaar oud was, bij de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem).
Anas (moge Allah tevreden zijn met hem) kan zeker worden vergeleken met Ananda die Gautam Boeddha bijstond toen de gekke olifant op hem afkwam.
Zes criteria voor de indentificering van een Boeddha:
Volgens de leer van Boeddha, door Carus pg. 214: “De Gezegende zei: "Er zijn twee gelegenheden waarop een verschijning van een Tathagata helder en een buitengewoon stralend (licht) word. In de nacht Ananda, waarin Tathagata een belangrijk en een perfect inzicht verkrijgt, en in de nacht waarin hij uiteindelijke sterft, in dat ultra heengaan, dat niets van zijn wereldse bestaan achterlaat.”
1 6
Volgens Gautam Boeddha, zijn de volgende punten de zes criteria om een Boeddha te identificeren.
1. Een Boeddha verkrijgt belangrijke en perfecte inzichten tijdens de nacht
2. Tijdens de gebeurtenis van zijn complete verlichting ziet hij er buitengewoon stralend uit
3. Een Boeddha sterft een natuurlijke dood
4. Hij sterft gedurende de nacht
5. Hij ziet er buitengewoon stralend uit voor hij sterft
6. Na zijn dood komt een Boeddha niet meer terug op de aarde
De profeet Mohammed (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) verkreeg belangrijk inzicht en profeetschap tijdens de nachtelijke uren. Volgens Soerat ad-Doekhaan: “Bij het duidelijke boek – Voorwaar, Wij hebben hem (de Koran) in de gezegende nacht neergezonden…” (Qor-aan 44:2-3)
En in Soerat Al-Qadr lezen we: “Voorwaar, Wij hebben hem (de Koran) neergezonden in de Waardevolle Nacht.” (Qor-aan 97:1)
1 7
De profeet Mohammed (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) voelde zijn verstand onmiddellijk verlicht worden met goddelijk licht.
De profeet Mohammed (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) stierf een natuurlijke dood.
Volgens 'Aa-ishah (moge Allah tevreden zijn met haar) stierf de profeet Mohammed (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) gedurende de nacht. Toen hij aan het sterven was, was er geen olie in de lamp en zijn vrouw 'Aa-ishah (moge Allah tevreden zijn met haar) moest olie lenen voor de lamp.
Volgens Anas (moge Allah tevreden zijn met hem) zag de profeet Mohammed (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) er buitengewoon stralend uit in de nacht van zijn dood. Na de begrafenis van de profeet Mohammed (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) is hij nooit meer gezien in zijn lichamelijke vorm op deze aarde.
Boeddhas zijn alleen maar Prekers (Boodschappers):
Volgens Dhammapada, Heilige Boeken van het Oosten, volume 10, pg 67: “De jathagatas (buddhas) zijn alleen maar predikers.”
1 8
Allah de Verhevene zegt in Soerat Ghashiya: “Waarschuw daarom: voorwaar jij (O Mohammed) bent slechts een waarschuwer. Jij bent over hen geen heerser.” (Qor-aan 88:21-22)
Indentificatie van Maitreya door Boeddha:
Volgens Dhammapada, Mattaya Sutta, 151: “De beloofde zal zijn:
Mededogend voor de gehele schepping
Een boodschapper van vrede, een vredestichter
De meest succesvolle in de wereld
De maitreya als een prediker (boodschapper) van moraal zal zijn:
Eerlijk
Zelfrespecterend
Zacht en nobel
Niet trots
Als een koning voor de schepselen
Een voorbeeld voor anderen in daden en woorden.”